Chinese staat ziet (en noteert) álles
Het is het schrikbeeld van de burger: dat bedrijven alles van je weten en onderling die kennis uitwisselen. Maar wat als de overheid je doen en laten volgt met miljoenen camera’s? In China hebben critici van het bewind reden tot zorg.
Het gebruik van gegevens van burgers voor commerciële doelen. Het is in China niet meer weg te denken uit de samenleving. Zo zijn tal van bedrijven gespecialiseerd in het verzamelen van data om er vervolgens profielen van consumenten mee te maken en die door te verkopen.
Vanwege de gebrekkig privacywetgeving in China hebben zulke bedrijven er de vrije hand. Sterker: de staat maakt zelf graag gebruik van hun diensten om ook meer over burgers te weten te komen.
De techniek van gezichtsherkenning wordt hierbij steeds belangrijker. Software die dit mogelijk maakt, is verwerkt in tal van camera’s in kantoren, winkels en op straat.
Nu heeft gezichtsherkenning nuttige toepassingen die het leven van Chinezen efficiënter maken. Wat te denken van de toiletpapiermachine in sommige openbare toiletten in China? Om te voorkomen dat iemand te veel wc-papier gebruikt of meeneemt –wat kennelijk vaak gebeurt– mag een klant slecht een halve meter papier uit het apparaat trekken. Een camera met gezichtsherkenningssoftware zorgt ervoor dat niemand méér meeneemt. Betalen met behulp van gezichtsherkenning is ook al mogelijk in diverse winkels en restaurants.
Maar wat moet de Chinese staat met gezichtsherkenningstechnieken? China telt momenteel zo’n 170 miljoen camera’s en dat moeten er over drie jaar rond de 400 miljoen zijn. En stuk voor stuk uitgerust met gezichtsherkenningssoftware.
De Chinese overheid wil haar onderdanen kennelijk tot in de finesses in de gaten houden en dat allemaal in naam van openbare orde, rust en veiligheid. In werkelijkheid is er straks sprake van een heuse surveillancestaat die burgers constant beloert.
Wie zich netjes gedraagt heeft niets te vrezen, zo wordt gesteld. Het gaat om het opsporen van „rotte appels.” Wie die appels zijn? Criminelen? Zeker! Maar waarschijnlijk ook tegenstanders van het regime, prodemocratische activisten of intellectuelen. Christenen ook die opkomen voor hun geloofsvrijheid. In een surveillancestaat is het vrijwel onmogelijk om onopgemerkt over straat te gaan.
Naast de stroom aan gegevens van burgers die bedrijven de staat toespelen, zorgen openbare camera’s ook voor de opbouw van een bepaald profiel van de enkele burger. Het doel van dat alles is om data te koppelen aan een persoonlijke identiteitskaart. Wie dubieuze ‘onderdelen’ in zijn bestand heeft, die loopt straks met zijn ID-kaart tegen de lamp.
De cameratechniek wordt hier en daar al in China toegepast. Boven een kruispunt in Sjanghai bijvoorbeeld. Wie er een rood stoplicht negeert wordt gefotografeerd, waarna de opname op een scherm bij het kruispunt voor iedereen wordt getoond.
Geniepiger is het sociaal puntensysteem. Het negeren van een stopteken kan iemand strafpunten opleveren en die worden binnen enkele seconden volautomatisch bijgeschreven in je persoonlijke dossier. Bij een sollicitatie of aanvraag bij de overheid kan zo’n dossier zomaar in je nadeel uitpakken.
De controlestaat is dankzij deze technieken inmiddels een realiteit in China. Nu ligt dat land ver weg en lijkt dit alles een ver-van-mijn-bedgebeuren. Toch is dat niet zo.
China wil immers over een kleine twintig jaar marktleider zijn op dit hoogtechnologische terrein. En als dat gebeurt is de wereld niet veilig voor precies dit soort twijfelachtige toepassingen.
Serie Privacy meer of minder
De invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming bevestigde het: privacy houdt ons bezig. Maar op welke terreinen mag het wat meer en waar minder? Deel 5 in een zesdelige serie.
Wat we wel, wat we niet prijsgeven.
Over de afgeplakte pagina’s van Anne Frank.
Hoeveel privacy verdraagt de kerk?
Over privacy en vereenzaming.
Privacy ligt op straat in China.
Hoe typisch westers is privacy?