In Karinthië jokken de loodgieters uit vriendelijkheid
Wie in het buitenland de plaatselijk gewoonten wil leren kennen, moet gaan verbouwen. Met elektriciens, grondwerkers en loodgieters over de vloer kom je er snel achter hoe je nieuwe landgenoten in elkaar steken.
„Wahnsinn! Nu zitten we dus op vijf mensen te wachten!” verzuchtte ik een paar weken geleden gefrustreerd tegen mijn echtgenote. Dit is iets wat hier echt niet went: iedereen belooft heel hartelijk meteen van alles, maar in praktijk brengen, hó maar!
Het lijstje dat ik die ochtend opsom, ziet er zo uit. De elektricien die maandag zei dat hij „morgen” kwam, hebben we niet gezien. De bouwmarktmedewerker die twee weken geleden al een offerte moest sturen, laat tot op heden niet van zich horen. En de man die drainage gaat aanleggen, zou zelfs al anderhalve maand geleden met zijn prijsopgaaf komen. De loodgieter wiens antwoordapparaat ik inmiddels vijf keer heb ingesproken, belt niet terug. De bankdirecteur die ons al een halfjaar aan het lijntje houdt met het krediet dat hij beloofde, zwijgt in alle talen. Zelfs in het Karinthisch.
Dat je bij een emigratie met cultuurverschillen te maken krijgt, staat vast. We hadden dan ook van alles verwacht. Maar níét dat het maken van afspraken zo problematisch zou zijn. We zitten hier in Oostenrijk: waar ”Ordnung sein muss” en ”Pünktlichkeit” bij wijze van spreken vetgedrukt in het woordenboek staan.
Oostenrijk is anderzijds een land zonder zee; je kunt er dus ook niet rechtdoorzee. Zou dat de verklaring zijn van al die niet nagekomen toezeggingen? Een buurvrouw verklaart de valse beloftes anders, positiever: „Het is vooral de vriendelijke aard van de mensen hier waarom ze beloven de volgende dag present te zijn, terwijl ze zelf weten dat het niet gaat gebeuren. Ze willen geen slecht nieuws brengen, omdat ze bang zijn de goede verhoudingen te verstoren. Ze jokken uit vriendelijkheid.”
Zo zie je maar weer dat de volksaard tussen landen die veel met elkaar gemeen hebben, sterk kan verschillen. Hier, onder in het Alpenland, doet de Oostenrijker het over het algemeen kalmpjes aan. Uit pure vriendelijkheid belooft hij van alles, maar hij doet niet wat hij zegt. Hij zegt ook niet wat hij denkt.
Van Karinthische vrienden hoorden we deze week een typerend verhaal. Een Karinthiër was op bezoek bij een Nederlander en kreeg iets te eten aangeboden. De Karinthiër had flinke trek, maar sloeg het aanbod beleefd af in de veronderstelling dat zijn gastheer erop aan zou dringen toch wat te nemen. Tot zijn ontzetting nam de Nederlander hem echter meteen serieus. Die verorberde zelf een verrukkelijke versnapering en liet zijn gast toekijken.
Boeiend, zulke verschillen. Dat denken onze medebewoners hier in het zuiden uiteraard ook van óns. Zij hebben bovendien ook eigenschappen die ons wél fantastisch goed van pas komen. Is de nood aan de man, dan zijn ze er. Meteen. Stroomstoring? De elektricien komt onmiddellijk –op z’n pantoffels– de berg op om ons weer van warmte en licht te voorzien. Waterleiding bevroren? De loodgieter arriveert drie kwartier na het telefoontje. Kijk, die kant van de volksaard is ook wat waard!