Rubriek prof. dr. Selderhuis: Even in het klooster
Steeds vaker hoor ik van mensen dat ze zich een paar dagen –of soms zelfs iets langer– terugtrekken in een klooster. Om even tot bezinning, tot rust of tot God te komen. Soms zijn het kloosters waar nog monniken of nonnen wonen en de gasten deelnemen aan het ordeleven. In andere gevallen zijn de kloosters omgevormd tot centra voor rust, studie en heroriëntatie.
De behoefte zich af te zonderen om zo beter en meer op God gericht te zijn is al heel oud. Antonius van Egypte (Antonius de Grote, 251-356) wordt gezien als de grondlegger van het leven in afzondering. Hij trok zich terug in de woestijn, en zijn houding en visie werden voor velen tot voorbeeld.
Kerkvader Athanasius schreef kort na Antonius’ dood een biografie over hem en daarvan verscheen onlangs een nieuwe Grieks-Duitse uitgave. Hoewel Antonius behoorlijk wordt geïdealiseerd door Athanasius, bevat zijn biografie toch veel aanstekelijks. De worsteling die Antonius met duivelse verleidingen had en de wijze waarop hij zich daar met Bijbelstudie en gebed tegen verweerde, kan ook de huidige lezer stimuleren die strijd te onderkennen en te voeren.
Het voorbeeld van Antonius werd in de zevende eeuw nagevolgd door de karmelieten. Op de berg Karmel in Israël verzamelden zich al heel lang allerlei kluizenaars, die net als Elia destijds in nauwe relatie met God wilden leven. Deze groep kreeg behoefte aan een ordelijk, meer gezamenlijk leven en aan juridische stabiliteit – en zo ontstond in de twaalfde eeuw de orde der karmelieten.
Zoals elke kloosterorde stelden ook de karmelieten een zogenaamde regel op waarin ze hun afspraken over gebeden, maaltijden, studie, onderlinge omgang et cetera vastlegden. In de vijftiende eeuw schreef een van de oversten van de orde een uitleg van deze regel om zo het geestelijk leven een stimulans te geven. Die uitleg is bij uitgeverij Aschendorff uitgegeven. Een boeiend geschrift, omdat daaruit duidelijk wordt hoe de eeuwen door onderkend is dat oude en beproefde regels steeds weer eigentijdse uitleg nodig hebben om nuttig te kunnen blijven.
Bernard van Clairvaux
De bekendste cisterciënzer monnik is Bernard van Clairvaux (1090-1153). Zijn persoon en werk staan tegenwoordig sterk in de belangstelling. Ook dat heeft te maken met de herwaardering van het kloosterleven en met het feit dat we in hem een voorbeeld hebben van iemand die de kerk en de christenheid op een vernieuwende wijze stimuleerde terug te keren naar een ordelijk en aan God toegewijd leven. De Duitse theoloog Michael Clement gaat in ”In te consistito” in op de vraag hoe Bernardus dacht over de vraag hoe een christen zich in zijn leven en werk dient op te stellen. Bernard zegt daar mooie dingen over en geeft aanwijzingen die ook de christen vandaag ter harte kan nemen.
Fundamenteel is voor Bernard van Clairvaux echter dat een mens zich in geloof toewijdt aan God en geheel voor Hem openstaat. Dat bevrijdt de mens namelijk van de zondige gerichtheid op zichzelf. Volgens Bernard van Clairvaux kun je pas jezelf zijn als je op God en niet op jezelf gericht bent. Hij zou dan ook grote moeite hebben met mensen die het klooster ingaan om daar tot zichzelf te komen. Het klooster is er om tot God te komen. Wie tot zichzelf wil komen, voedt de zondige ik-gerichtheid.
Bernard von Clairvaux was ook nauw betrokken bij de oprichting van de orde der tempeliers, de christelijke kruisridderorde die georganiseerd werd als monastieke orde, maar duidelijk militaire acties als doel had. Het ging hen om de bescherming van de pelgrims die naar het Heilige Land gingen, maar ook om een heilige oorlog tegen de islamieten. De tempeliers groeien uit tot zo’n machtige orde dat vorsten en pausen hen als bedreiging gingen zien.
De Franse historicus Alain Demurger beschrijft in ”Die Verfolgung der Templer” het einde van deze orde. Pijnlijk precies geeft hij weer hoe de koning van Frankrijk en de paus van Rome zich met gezamenlijke intriges tegen de tempeliers keerden. Uiteindelijk was het de inquisitie die de orde vernietigde. Of dat gelet op de mix van geloof en geweld bij de tempeliers nu echt een verlies was, mag de lezer zelf bepalen.
Witte monniken
Bernard van Clairvaux is vooral bekend geworden door zijn bijdrage aan de verbreiding en bloei van de cisterciënzer kloosters. Er verschijnen tegenwoordig nogal wat boeken over deze orde, zoals de bij Böhlau verschenen bundel studies over onder andere de architectuur en de liturgie van deze orde. Of het grote en rijk geïllustreerde boek dat bij uitgeverij Theiss verscheen en waarin heel de geschiedenis van deze orde beschreven en verbeeld wordt.
Van het einde van de elfde tot het midden van de dertiende eeuw ontstonden er 650(!) kloosters van deze orde, een netwerk over heel Europa. De kloosters waren herkenbaar aan de zogeheten ”witte monniken”. Wit als de kleur van eenvoud en zuiverheid. Daaraan waren ook de kerkgebouwen en de kloosters te herkennen met hun sobere inrichting en veel licht.
Dit alles diende als uitdrukking van een ordelijk en zuiver leven, passend bij het feit dat de orde was ontstaan als reactie op kloosters waar men zich niet zo nauw aan de regels hield. Maar de orde verzette zich ook tegen de luxe in en buiten de kloosters die veroorzaakt werd door de sterke economische groei van die tijd. De cisterciënzers wilden de aandacht op God richten in kerkgebouwen waar de mensen niet onder de indruk kwamen van beelden en schilderijen, maar van de majesteit van de Heere.
Die eenvoudige en duidelijke benadering trok veel jonge mensen aan, en dat maakte de enorme groei van deze orde mogelijk. Daar ligt ook de verklaring van het feit dat vandaag vele jonge mensen de kloosters weer opzoeken. Niet om daar hun leven lang te blijven, maar wel om in een wereld waarin het veelal om geld en goed gaat weer de oriëntatie op God te vinden.
Goed dus dat er nog kloosters zijn.
”Vita Antonii. Leben des Antonius”, Athanasius; serie Fontes Christiani; uitg. Herder, Freiburg; ISBN 978 3 451 30974 8; 384 blz.; € 50,-; ”Expositio paraenetica in Regulam Carmelitarum”, Johannes Soreth, vert. Leo Groothuis; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 3 402 12135 1; 199 blz.; € 29,90; ”In te consistito. Selbststand, Verantwortung und christlicher Glaube bei Bernhard von Clairvaux”, Michael Clement; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 3 402 10295 4; 400 blz.; € 55,-; ”Die Verfolgung der Templer. Chronik einer Vernichtung 1307-1314”, Alain Demurger; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 70665 3; 408 blz.; € 26,95; ”Die Zisterzienser im Mittelalter”, Georg Mölich e.a. (red.); uitg. Böhlau, Keulen; ISBN 978 3 412 50718 3; 394 blz.; € 50,-; ”Die Zisterzienser. Das Europa der Klöster”, Gabriele Uelsberg e.a. (red.); uitg. Theiss, Aalen; ISBN 978 3 8062 3492 3; 368 blz.; 380 afb.; € 29,95.