Milde regen
Handelingen 2:17a
„En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God): Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees.”
God heeft Zijn lieve Zoon overgegeven en met Zijn Zoon zal Hij u alle dingen schenken. Hebt goede moed, heilbegerigen. Zo zondig, zo goddeloos, zo afschuwelijk als u bent: komt, komt! God wil u genadig zijn en uw zonden in eeuwigheid niet gedenken. Zijn hart klopt voor u om u de kus van de vrede te geven en alles, alles te vergeven. Dat waren de grote werken van God, die hier in wellicht 120 talen verkondigd werden. Dat is het tegendeel van Geest, zó zeer het tegendeel, dat het ontwijfelbaar zeker is, wat wij zingen: „Uit het vlees komt geen Geest.” Van het menselijk lichaam geldt immer: het is verdord en zijn bloem is afgevallen. Van vlees verwacht God de Heere niets en heeft Hij nooit iets verwacht, ook neemt Hij niets van het vlees aan. Zal de aarde iets voortbrengen wanneer zij niet geploegd en geëgd wordt? Wanneer niet het zaad erin valt, noch de regen komt, die haar vruchtbaar maakt? Of moet de aarde slechts doornen en distels voortbrengen? Moet er niets groeien? God de Heere doet Zijn regen komen, en daar Hij aan Zijn schepsel graag vrucht, dat is leven, ziet, stort Hij uit van Zijn Heilige Geest, gelijk het bij de Profeet luidt: „Ik zal water gieten op de dorstigen” (Jesaja 44:3).
H. F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld
(”Preken”, 1896)