Onrust Italië doet beurzen dalen
De Europese beurzen zijn maandag met verlies gesloten. Beleggers keken vooral naar de politieke ontwikkelingen in Italië, bij gebrek aan ander richtinggevend nieuws. In Londen werd niet gehandeld vanwege een vrije dag. Ook kwam geen steun uit de Verenigde Staten, waar Wall Street dicht was vanwege Memorial Day.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot met een min van 0,5 procent op 559,84 punten. De MidKap ging 0,6 procent omlaag tot 793,47 punten. De beurzen in Parijs en Frankfurt verloren 0,6 procent.
De beurs in Milaan leverde 1,8 procent in. President Sergio Mattarella heeft voormalig IMF-functionaris Carlo Cottarelli opdracht gegeven een regering te vormen. Cottarelli moet het land als interim-premier gaan besturen tot nieuwe verkiezingen kunnen worden gehouden. De Lega en de Vijfsterrenbeweging (M5S) stonden eerder op het punt een regering te vormen, maar haakten af toen Mattarella een veto uitsprak over hun beoogde minister van Financiën. De rente op Italiaanse staatsleningen ging omhoog vanwege de politieke onrust.
Bij de hoofdfondsen op het Damrak ging kabel- en telecomconcern Altice aan kop met een winst van 4,7 procent. ABN AMRO verloor 0,7 procent. Vastgoedfonds Unibail-Rodamco, dat ex-dividend noteerde, was met een verlies van 1,9 procent de grootste daler.
In de MidKap stonden metalenspecialist AMG en luchtvaartcombinatie Air France-KLM bovenaan met plussen van rond de 1 procent. Navigatiebedrijf TomTom sloot de rij met een verlies van 2,4 procent.
Swiss Re liet weten dat het Japanse technologieconcern Softbank toch geen minderheidsbelang neemt in de Zwitserse herverzekeraar. De twee bedrijven blijven wel samenwerken. Het aandeel steeg 0,4 procent in Zürich.
In Kopenhagen kelderde Genmab ruim 20 procent. Het Deense biotechnologiebedrijf kondigde aan enkele onderzoeken voor zijn middel tegen longkanker te staken.
De olieprijzen gingen verder omlaag nadat Rusland en oliekartel OPEC vrijdag hadden aangekondigd de productie weer op te voeren. Een vat Amerikaanse olie zakte 2,1 procent in prijs tot 66,50 dollar. Brentolie kostte 1,5 procent minder op 75,31 dollar per vat. De euro was 1,1628 dollar waard, tegen 1,1666 dollar op vrijdag.