Protestanten in het Noord-Ierse Derry: Soms voelt het alsof we belegerd worden
De meeste protestanten verhuisden in de woelige jaren 70 en 80 van de vorige eeuw vanuit het stadscentrum van het Noord-Ierse Derry naar de wijk Waterside aan de andere kant van de rivier de Foyle. The Fountain is nu het laatste protestantse stadswijkje in een overwegend nationalistisch-katholiek gebied. Als een Gallisch dorpje omringd door Romeinse legioenen.
Op de rotonde die naar de Craigavon Bridge leidt –naar het meer protestantse Riverside aan de oostkant van de stad– staat een bijzonder standbeeld: ”The hands across the divide”. Over de stadsmuren van Derry heen geven twee mannen elkaar de hand. Het symboliseert de toenadering tussen de protestantse en de rooms-katholieke gemeenschappen van Derry, ook Londonderry genoemd. Maar van een toenadering zoals het standbeeld suggereert, is nog lang geen sprake.
Vredesmuren
Wapperende Noord-Ierse vlaggen en Union Jacks wijzen de weg naar The Fountain. Volgens een telling uit 2013 wonen er 364 mensen. De meesten voelen zich in dit laatste protestantse bastion soms belegerd. Dat gevoel wordt versterkt door een metershoge hekwerk boven op een muur die rond het wijkje loopt. ”Peace walls” worden de hekken genoemd, maar eigenlijk moeten ze geen vrede maar veiligheid bieden, weten de inwoners van The Fountain. De hekken moeten voorkomen dat er vanaf katholieke zijde voorwerpen zoals stenen en petroleumbommen richting The Fountain worden gegooid. Nog steeds gaat de toegangspoort van The Fountain naar de binnenstad elke avond uit voorzorg om 21.00 uur op slot.
Isobel, een vrouw op leeftijd, is naar The Fountain verhuisd nadat ze haar man ontmoette, die hier al woonde. „Zelf kom ik oorspronkelijk uit Waterside.” Ze maakte dus een tegenovergestelde verhuisbeweging. Ze vertelt dat de overheid de peace walls in Derry, maar ook in Belfast, eigenlijk wil slopen omdat de verhoudingen dat zouden toelaten. In 2023 zou het zover moeten zijn. Maar niet iedereen ziet dat zitten. „Misschien in de toekomst”, staat er op een informatiebord, maar voorlopig is The Fountain nog goed afgeschermd van de buitenwereld en heeft het wat weg van een getto. „Ze willen de peace walls verwijderen. Maar als we dat doen kan zomaar opnieuw het geweld losbarsten”, zo vat Isobel de angst van veel bewoners samen. Ze verwijst naar de periode van The Troubles die eind jaren zestig van de vorige eeuw begon en die Derry diep verdeelde.
Even verderop, in het katholieke Bogside, had in 1972 Bloody Sunday plaats. Dertien katholieke demonstranten werden doodgeschoten door Britse soldaten. Het leidde tot een spiraal van geweld die uiteindelijk zo’n 3600 mensen in Noord-Ierland het leven kostte. In de twintig jaar na Bloody Sunday verliet ruim 83 procent van de protestantse bevolking het stadscentrum van Derry. Ze verhuisden naar Waterside, aan de overkant van de rivier. „Wij hebben met iedereen contact, maar er zijn altijd nog mensen die de ander slecht verdragen. En die mensen heb je bij beide partijen”, zegt Isobel.
Sceptisch
Iets verderop over de rivier de Foyle is met geld van de Europese Unie de futuristische Peace Bridge gebouwd. De brug, bedoeld voor voetgangers en fietsers, verbindt het meer protestantse Waterside aan de oostkant van de Foyle met het overwegend katholiek georiënteerde stadscentrum en de achterliggende wijk Bogside.
Raadslid Hillary McClintock is van de Democratic Unionist Party (DUP). Zij is sceptisch over de langetermijneffecten van sommige vredesprogramma’s. „Een uitzondering is een programma voor vrouwen van middelbare en wat oudere leeftijd die vroeger samenwerkten in de overhemdenfabrieken in het stadscentrum. Ze hebben een ruimte gekregen om bij elkaar te komen.”
Met zeven DUP-raadsleden vertegenwoordigt de organisatie het overgrote deel van de protestantse bewoners van de stad. Alle DUP-raadsleden wonen of in Waterside, of op het platteland. „We hebben geen raadsleden meer in de stad zelf.”
De plannen om de vredesmuren in Noord-Ierland en ook in Derry rond 2023 te verwijderen vindt McClintock niet realistisch. „Je moet er geen tijdlijn aan verbinden. Je moet de muren pas verwijderen als de mensen elkaar voldoende vertrouwen. Het duurt minstens een generatie om dat vertrouwen op te bouwen.”
Leegstand
De vlaggen die trots wapperen in The Fountain kunnen niet verhullen dat een deel van de wijk in verval is. Daar waar vroeger overhemdenfabrieken stonden, is nu leegstand, afbraak en verloedering. Kunstig nagemaakte posters op raamkozijnformaat zijn opgehangen op de buitenmuren van bouwvallige huizen en wekken de indruk van bewoning. Maar de struiken die uit de dakgoten groeien vertellen een ander verhaal.
Hier wonen de mensen –Westbank Loyalists– die zich belegerd voelen. ”Still under siege!” (Nog steeds belegerd!) staat er op een muurschildering. Met daarbij de kreet ”No surrender” (Geen overgave). Tegelijkertijd wordt op een ander plakkaat aangegeven dat sinds The Troubles protestanten massaal het stadscentrum hebben verlaten en elders zijn gaan wonen „vanwege republikeins geweld.” Het roept de gedachte aan etnische zuivering op.
Degenen die zijn gebleven, zullen niet opgeven, schreeuwt een andere tekst op een muurschildering. Met graagte wordt er een vergelijking getrokken met het roemruchte verleden van de stad. Toen de bevolking van Londonderry, 330 jaar geleden tijdens het beleg door de katholieke koning Jacobus II in 1688-1689, niet wilde opgeven. Dertien dappere ”apprentice boys” (leerling-gezellen) sloten toen de vier stadspoorten om de katholieke troepen buiten de muren te houden. Jaarlijks wordt de moed van de apprentice boys herdacht tijdens de Oranjemarsen. En zo liggen ook nu de protestanten in het stadscentrum onder vuur, maar opgeven zullen ze nooit, zo is de boodschap.
Somber
De 73-jarige James Trotter, die rondwandelt met zijn hondje Millie, is een echte wijkbewoner. „Mijn familie heeft al 200 jaar in dit gebied gewoond.” Optimistisch over de toekomst is hij niet. „Ik verwacht wel een hereniging van Ierland met Noord-Ierland. Maar bepaald zeker ben ik er niet van.”
Ook over de economische ontwikkelingen is hij somber gestemd. „Er is hier geen werk. Er zijn hier geen ondernemers, geen fabrieken. Het blijft hier rustig omdat er zo veel Brits subsidiegeld ingezet wordt. Er stonden hier vroeger acht textielfabrieken, nu staan de gebouwen leeg.”
Trotter heeft voor de brexit gestemd. „Niemand in het parlement kan de positieve en de negatieve kanten van de gemeenschappelijke Europese markt uitleggen. De Commonwealth heeft ons geholpen tijdens de twee wereldoorlogen, maar wij hebben de Commonwealth losgelaten. Nu zijn we opgezadeld met ongekozen politici die ons vertellen wie er wel en wie er niet in ons land mogen komen. En die ons vervolgens voorschrijven hoe onze wetten eruit moeten zien. Mijn brexitstem was een signaal dat ik geen vertrouwen heb in politici.”
Geen jonge gezinnen
Ook de ontwikkelingen in The Fountain ziet Trotter met lede ogen aan. „Er zijn hier geen jonge gezinnen met kinderen meer, het zijn allemaal mensen van mijn leeftijd. Als de overheid niets doet om de buurt te renoveren, bestaat hier straks geen protestantse wijk meer.” Trotter gelooft niet in betere verhoudingen tussen de twee gemeenschappen. „Dat hoort slechts bij de virtuele werkelijkheid.”
De muurschilderingen in The Fountain bestaan grotendeels uit onschuldige taferelen. Zoals een reeks borden waarop de verdiensten van de inwoners van de wijk tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Op een speelplaats staat een bijzondere beeld ”The apprentice angel” (de leerling-engel). Een man met sleutels op zijn lichaam en een slot op zijn rug als „brenger van vrijheid.” Maar die vrijheid wordt hier nog niet ervaren. Het verleden ligt altijd op de loer.