Refo-jongere buiten Biblebelt krijgt vaker ‘laat’ mazelen
Reformatorische jongeren die niet in de Biblebelt wonen, niet op een reformatorische school hebben gezeten en niet zijn ingeënt, hebben meer kans om op latere leeftijd mazelen te krijgen.
Dat blijkt uit onderzoek van GGD Gelderland-Zuid in samenwerking met de Academische werkplaats Amphi van het Radboudumc dat recent online gepubliceerd is in het European Journal of Public Health.
Tijdens de mazelenepidemie van 2013/2014 was 17 procent van de patiënten ouder dan 14 jaar. Dit waren vooral ongevaccineerde reformatorische jongeren, die tijdens de vorige epidemie (in 1999/2000) niet besmet zijn geraakt. Dr. Helma Ruijs en collega’s onderzochten welke jongeren tijdens hun kindertijd de mazelen hadden gemist en in 2013/2014 alsnog mazelen kregen.
Het onderzoek werd uitgevoerd onder ongevaccineerde reformatorische jongeren, waarbij de jongeren die tijdens de epidemie van 2013/2014 mazelen hadden gekregen, werden vergeleken met jongeren die al op de kinderleeftijd mazelen hadden gehad.
Het bleek dat jongeren die tijdens hun kindertijd niet in de Biblebelt woonden en niet op een reformatorische school hadden gezeten meer kans hadden om pas op latere leeftijd mazelen te krijgen. Dat gold ook voor jongeren die in 1999/2000 nog te jong waren om naar school te gaan en geen oudere broers en zussen hadden.
Jongeren die behoorden tot de Gereformeerde Gemeenten, Hersteld Hervormde Kerk, Christelijk Gereformeerde Kerken of de PKN hadden ook een grotere kans op late mazelen dan jongeren behorend tot de Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Dit komt volgens Ruijs doordat de ziekte zich in eerstgenoemde kerken minder gemakkelijk verspreid omdat de vaccinatiegraad er geleidelijk stijgt. „Jonge ouders uit deze kerken staan er meer voor open om hun kinderen te laten inenten. Echter, deze ouders zijn zelf vaak niet gevaccineerd en soms dus ook niet beschermd tegen mazelen. We zien ook dat kleine kinderen, die nog niet op school zitten, de ziekte missen doordat ze geen contact hebben met mazelenpatiënten. Ze worden alsnog ziek als ze op latere leeftijd, bij een volgende epidemie, wel in contact komen met het mazelenvirus.”
Ernstiger
Mazelen verloopt vaak ernstiger naarmate patiënten ouder zijn, wat leidt tot een hoger risico op complicaties en ziekenhuisopnames. Mede omdat de vaccinatiegraad in de „gematigd conservatieve kerkgenootschappen” stijgt adviseren de onderzoekers om het ernstiger verloop van mazelen op latere leeftijd en de mogelijkheid van een inhaalvaccinatie te bespreken met jongeren en jonge ouders die nog vatbaar zijn. Die mogelijkheid kan zich voordoen op het consultatiebureau (bij de vaccinatie van hun kinderen), op het reizigersvaccinatiebureau, bij vaccinaties voor studie of werk of tijdens een epidemie, aldus Ruijs.