Column (ds. J. Belder): Pinksterkinderen
Ik kijk naar links, maar doe er beter aan eerst te letten op de bedreigingen van rechts. De man aan de overzijde trekt m’n aandacht. En niet alleen die van mij. Hoelang zou hij daar staan, weer en wind trotserend? Hij blikt in de richting van Highstreet. Naar de plaats waar hij twaalf jaar gevangenzat. In zijn hand een boek. Een opengeslagen Bijbel. Staat hij misschien te preken? Zijn portret zag ik vele malen eerder. Het hangt ook in de stedelijke bibliotheek.
Nu ik eindelijk de oversteek heb gewaagd, ook ik, staan we daar met zijn allen op Saint Peters Green. Het reisgezelschap uit de achterban van deze krant. Hoog opkijkend tegen de in brons gegoten man die zichzelf heel klein wist. Van zeer geringe komaf was hij. Ketellapper. Een psalmregel speelt door mijn hoofd: „Die armen opricht uit het slijk, goedgunstig opheft uit het stof en hen verrijkt met eer en lof.” Dat laatste zocht hij beslist niet voor zichzelf. Deze gekooide vogel die niet anders deed dan Gods lof zingen.
John Bunyan heet hij. De lekenprediker. Nu ik dat woord zwart-op-wit zie staan, besef ik pas hoe hoogmoedig en veroordelend het is. Hij was niet theologisch geschoold aan een of ander prestigieus instituut. Had geen titel, hing niet zichzelf de profetenmantel om, maar was wel geroepen en gezonden. Net als Jezus’ discipelen. Mozes verzuchtte toen er een discussie dreigde over wie wel en wie niet mocht preken: ware heel het godsvolk maar profeet. Dat is pinksterverlangen. Allemaal pinksterkinderen. Dat doet niet af van wat Paulus later zou schrijven over het beproeven van de geesten of ze uit God zijn. De Geest vraagt geen aandacht voor Zichzelf, maar stelt Christus centraal. De Jezus der Schriften.
Hoe fanatieker men ondertussen Bunyans mond trachtte te snoeren, hoe sneller zijn pen zich bewoog. In het lokale Bunyanmuseum is zijn geestelijk testament bewaard. Vitrinekasten vol. Drukken en herdrukken. De ”Christenreis naar de eeuwigheid”, blijkt in meer dan 200 talen beschikbaar. Het moet na de Bijbel het meest gelezen boek op aarde zijn.
We keren Buyan de rug toe. Niet uit minachting, maar we willen de rivier nog zien waarin hij zich dopen liet. De brug met eens het huis van bewaring. De monumentale trap in het Swanhotel, ooit gered uit het Houghton House in Ampthill, dat in de ”Christenreis” model staat voor Paleis Lieflijkheid.
Terwijl we Bedford uittoeren neuriet het vanbinnen: „Waarheen pelgrims, waarheen gaat ge?” Goede vraag. „Over bergen en door dalen gaan wij naar die blijde zalen van Gods huis in ’t Vaderland”, antwoorden ze. Ik ook?