Galilei in het Nederlands

Ruim 400 jaar na verschijning is het toonaangevende boek ”Bericht van de sterren” van de Italiaanse wis- en natuurkundige Galileo Galilei voor het eerst in het Nederlands vertaald. Rijkelijk laat, maar desondanks de moeite waard.

22 May 2018 14:34Gewijzigd op 16 November 2020 13:20
Galileo demonstreert zijn astronomische theorie aan de universiteit van Padua. Schilderij van Félix Parra (1845-1919). beeld Wikimedia
Galileo demonstreert zijn astronomische theorie aan de universiteit van Padua. Schilderij van Félix Parra (1845-1919). beeld Wikimedia

Sidereus nuncius” is een maar een klein boekje. Haastig geschreven en met nog meer haast gedrukt en daardoor vol slordigheidsfouten. Galilei (1564-1642) had ook geen tijd voor correcties. Het boek moest op tijd zijn voor de Frankfurter Buchmesse in het voorjaar van 1610 én hij moest de concurrentie voor zijn.

Het boek was op tijd, werd in heel Europa gelezen en sloeg in als een bom. En dat terwijl Galilei niet eens degene was die het heliocentrisch wereldbeeld –met de zon in het middelpunt– introduceerde of bewees, maar slechts met waarnemingen ondersteunde.

Galilei was ook niet degene die de telescoop heeft uitgevonden, wel de persoon die de kijker sterk verbeterde. In 1608 slaagde de Middelburgse brillenmaker Hans Lipperhey erin een telescoop te maken door twee lenzen te slijpen en achter elkaar te zetten. Het apparaat vergrootte slechts enkele malen, maar meer dan genoeg om prins Maurits van het belang van deze vinding te overtuigen. In Italië maakte Galilei kennis met de kijker en slaagde erin een verbeterde versie te maken die twintig keer vergrootte.

De sterrenkundige richtte zijn kijker op de nachtelijke hemel. Wat hij waarnam, overtrof alle verwachtingen. Hij zag kraters en bergketens op de maan, veel meer sterren dan hij met het blote oog kon waarnemen en vier manen bij de planeet Jupiter.

Je kunt je afvragen waarom een boek na vier eeuwen alsnog vanuit het Latijn in het Nederlands vertaald zou moeten worden. Tijdens het lezen raakt die vraag al gauw op de achtergrond. Je voelt de spanning van een wetenschapper die weet dat hij aan de vooravond van grote ontdekkingen staat, maar nog niet inziet hoe hij zijn waarnemingen moet interpreteren. Je kijkt over zijn schouder mee als hij uiterst nauwkeurig de lichtstipjes naast Jupiter intekent en binnen een paar dagen tot de conclusie komt dat dit manen moeten zijn die om deze planeet draaien. En dat in een tijd waarin het gros van de wetenschappers al sinds mensenheugenis ervan overtuigd is dat alles in het heelal om de aarde draait.

Nicolaas Copernicus stelde een kleine zeventig jaar eerder al dat de aarde om de zon moet draaien, en Galilei’s bevindingen ondersteunden dit. Desondanks ontmoette hij vooral tegenstand, niet het minst van de Rooms-Katholieke Kerk. Galilei’s ideeën zouden indruisen tegen de Bijbel, die immers spreekt van een zon die op- en ondergaat en over een zon die wordt stilgezet in de tijd van Jozua.

Tegenstanders mochten van de vasthoudende Italiaan een blik door zijn telescoop werpen, maar dat overtuigde niet. De kijker had zo’n klein blikveld dat onervaren waarnemers er helemaal niets door zagen, hooguit wat vervormde schitteringen.

Het boek ”Kijker, kerk en kosmos” bevat naast het werkje ”Bericht van de sterren” ook de ”Brief aan hertogin Christina”, waarin Galilei het opneemt voor de leer van Copernicus, die verboden dreigt te worden. Daarin laat de auteur zich kennen als iemand met een vlotte pen. Iemand die weet waar hij over praat en zeker geen opstandeling. Regelmatig beroept hij zich op kerkvaders, zoals Augustinus.

De Schrift is niet bedoeld om wetenschappelijke informatie te verschaffen, maar om Gods wonderen te tonen, schrijft hij aan Christina en aan het brede publiek waarvoor de brief is bedoeld. Hij onderstreept dat met een citaat van kardinaal Baronius, dat Galilei zelf van harte onderschrijft. „Het is de bedoeling van de Heilige Geest ons te leren hoe men naar de hemel gaat, en niet hoe de hemelen gaan.” Als we die les uit deze uitgave mogen leren, heeft de vertaling haar dienst bewezen.

Beide werken van Galilei zijn vertaald en ingeleid door Margriet Agricola, Albert van Helden en Steven van Impe.

Boekgegevens

”Kijker, kerk en kosmos”, Galileo Galilei; uitg. Athenaeum, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 253 0838 4; 240 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer