Boer Rosebooms moderne koeienstal staat halfleeg
Honderden melkveehouders kunnen hun nieuwe stallen niet vol zetten met koeien. Oorzaak: de aangescherpte fosfaatwetgeving. Woensdag zei minister Schouten dat ze niets voor deze knelgevallen kan doen. „Het is zó onrechtvaardig”, zegt boer Roseboom.
„Even wachten tot ik de nieuwmelkte groep (koeien die pas gekalfd hebben, TR) gevoerd heb”, roept Gert Roseboom (32) tegen zijn vader Anne (58). De jonge boer springt op de tractor en rijdt met de voermengwagen door de stal. Op de foto wil hij niet. „Ik ga niet met mijn ellende te koop lopen.”
Als de wagen het voer voor het hek deponeert, steken de koeien hun koppen tussen de spijlen door en beginnen te eten. Elkaar verdringen hoeven zij niet: ruimte te over. De in 2015 gebouwde stal is berekend op 320 melkkoeien. Er lopen er nu zo’n 230.
De naastliggende oude koeienstal is helemaal leeg. Anne: „Hier wilden we het jongvee houden. We hebben een vergunning voor 211 stuks, maar we hebben alle kalveren en pinken van de hand gedaan. Elke kilo fosfaatrechten benutten we voor de koeien. Het geld dat de melk oplevert, hebben we hard nodig.”
Zijden draad
De toekomst van het gezinsbedrijf in Coevorden hangt aan een zijden draad. Roseboom senior lucht zijn gevoelens: „Het is zó onrechtvaardig. We hebben alle vergunningen, maar worden afgerekend op één datum.”
Die datum staat in het geheugen van elke Nederlandse koeienboer gegrift: 2 juli 2015. Die dag maakt staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken –destijds verantwoordelijk voor Landbouw– bekend dat de groei van de melkveestapel aan banden wordt gelegd door de invoering van zogeheten fosfaatrechten. Reden: de landelijke mestproductie, gemeten in kilo’s fosfaat, overstijgt een met de Europese Commissie afgesproken plafond. Brussel dreigt Nederland strengere uitrijnormen voor mest op te leggen.
De wettelijke fosfaatrechten volgen pas in 2018, maar in 2017 is er al een voorlopige regeling van kracht, het fosfaatreductieplan. In beide gevallen wordt een melkveehouder afgerekend op de omvang van zijn veestapel op 2 juli 2015 –omgerekend in kilo’s fosfaat– minus een korting (vorig jaar 4 procent, dit jaar 8,3 procent). Wie meer koeien houdt, wordt fors beboet. Slechts in heel bijzondere gevallen maakt de overheid een uitzondering.
Roseboom is een van de naar schatting 800 melkveehouders die in 2015 al zogeheten onomkeerbare investeringen hebben gedaan, maar hun veestapel nog niet tot de bijpassende omvang hebben uitgebreid. Zij krijgen daardoor te weinig fosfaatrechten. Enkele honderden boeren, onder wie Roseboom, proberen via de rechter extra rechten af te dwingen.
Landbouwminister Schouten heeft laten onderzoeken of ze de groep tegemoet kan komen. Woensdag meldde ze aan de Tweede Kamer dat dit niet lukt zonder alle andere boeren extra te korten – en daar is volgens haar geen draagvlak voor.
De familie Roseboom maakte al vanaf 2007 –toen zoon Gert zijn landbouwopleiding achter de rug had– plannen voor uitbreiding en modernisering. Met de afschaffing van de melkquotering (april 2015) in zicht besloten ze een forse stap te maken. De vergunningen kwamen er en de bank gaf zijn fiat. Begin 2015 ging de spa de grond in. De Rosebooms staken zo’n 2 miljoen euro in de bouw van een ruime stal die voldoet aan de nieuwste milieu- en dierenwelzijnseisen en in de aankoop van extra grond. Er zou pas extra vee gekocht worden als de stal klaar was. De mest konden ze kwijt op eigen land en bij boeren in de buurt die op hun beurt voer terugleveren.
Op de bewuste 2e juli werd juist de roostervloer gelegd, herinnert Roseboom zich. „Er was geen weg terug.” Het steekt de veehouder dat hij destijds aan alle mestwetgeving voldeed, maar dat daar radicaal een streep door werd gezet. Hij en anderen kregen aanvankelijk de rechter aan hun zijde, maar in hoger beroep trokken ze najaar 2017 aan het kortste eind. Intussen molk de familie Roseboom al 270 koeien. Het leverde hun alsnog een zware boete op van „veel meer dan een ton.”
Afstoten
Er restte niets anders dan dieren af te stoten, te beginnen met al het jongvee. Momenteel melkt de familie 233 koeien. Doordat de bank de financieringsvoorwaarden wat versoepelde en de melkprijs goed is, kunnen ze het hoofd nog net boven water houden. „En we hebben dingen uitgesteld. De erfverharding bijvoorbeeld, en een woning voor Gert, die met zijn vrouw en vijf kinderen nog altijd in een chalet woont.”
De boer moet er niet aan denken dat de melkprijs voor langere tijd terugzakt. „Dan is het afgelopen.”
De juridische procedures gaan door en zullen veel tijd kosten. Toch geeft Roseboom niet op. „Deze boerderij is al 200 jaar in onze familie. We hebben een prachtig bedrijf en ik heb een opvolger die er zin in heeft. Boer blijf je zolang je leeft.”