Gendergelijkheid rode draad in beleid Kaag
Werken aan gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes – dat is de rode draad door het beleid van minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) voor de komende jaren.
„De achterstelling van vrouwen is zichtbaar in alle aspecten van de samenleving”, schrijft de bewindsvrouw in haar vrijdag in Den Haag gepresenteerde nota ”Investeren in perspectief. Goed voor de wereld, goed voor Nederland”. Dat betekent volgens Kaag „dat gendergelijkheid vraagt om actieve aandacht in alle onderdelen van het beleid.”
Haar agenda om gendergelijkheid (de gelijkstelling en gelijke behandeling van mensen met een verschillend geslacht of seksuele geaardheid) te bevorderen, kent volgens haar nota vier subdoelen. Kaag wil ten eerste de deelname van vrouwen aan (politieke) besluitvorming en vrouwelijk leiderschap vergroten. „Vrouwen moeten kunnen meebeslissen in het maatschappelijke leven en de politiek.” Ten tweede investeert ze in werk en onderwijs voor vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden en stimuleert ze vrouwelijk ondernemerschap.
Als derde beoogt de minister geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en uit te bannen. In dat verband steunt het kabinet organisaties die zich inzetten om ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen ter discussie te stellen. „Hierbij worden mannen en jongens betrokken, evenals lokale en religieuze leiders; zonder hen is geen structurele verandering in gendernormen en -relaties mogelijk.”
Ten slotte gaat Kaag proberen de rol van vrouwen in het voorkomen van conflicten en bij vredesprocessen te versterken. Nederland ondersteunt daartoe „volwaardige deelname van vrouwen aan vredesonderhandelingen en vredesmissies.”
Ons land –„internationaal voorvechter van gendergelijkheid”– zet er de komende jaren extra op in de belangen van vrouwen en meisjes „mee te nemen in politieke consultaties over alle terreinen van het beleid.”
Kaag constateert in haar nota dat „Nederland een flink eind op weg is met gender mainstreaming.” Ze wil hier nog verdere stappen in zetten. „Het kabinet wil genderresultaten op de verschillende beleidsterreinen beter zichtbaar maken.”
Gender mainstreaming, wordt uitgelegd op de website van de Nederlandse Patiëntenvereniging, „is uit het feminisme voortgekomen. Het is de poging om alle vormen van heerschappij en onderdrukking, die zogenaamd ontstaan uit de maatschappelijk gevormde indeling van de geslachten man en vrouw, af te schaffen en de nieuwe mens te creëren, die in volkomen vrij zelfbeschikkingsrecht zijn eigen identiteit kan kiezen – vrij van vastgestelde geslachtsrollen, geslachtskenmerken en tenslotte ook vrijgemaakt van de biologische omstandigheden.”
In haar vrijdag gepresenteerde nota werkt Kaag de passages uit het regeerakkoord over buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking verder uit. De coalitie wil de oorzaken van armoede, vluchtelingenstromen, terreur en klimaatverandering te bestrijden. En Nederland in de top vijf van meest concurrerende economieën ter wereld houden.
Die twee beleidspijlers worden in Kaags nota uitgewerkt in vier hoofddoelen. De eerste twee zijn: voorkomen van conflict en instabiliteit en verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid. Het kabinet wil daarmee voor al aan de slag gaan in instabiele regio’s als West-Afrika/Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het gaat jaarlijks 290 miljoen extra investeren in noodhulp en in opvang van vluchtelingen in de regio’s van herkomst. Daarnaast wordt jaarlijks 60 miljoen euro gestoken in nieuwe programma’s voor (beroeps)onderwijs, werk en inkomen voor jongeren en vrouwen in genoemde regio’s.
Net als het vorige kabinet trekt ook de huidige regering geldt uit voor zaken als veilige abortus, toegang tot anticonceptie voor meisjes en vrouwen en hiv-bestrijding. Het geld daarvoor wordt voortaan vaker besteedt in de instabiele regio’s, zoals West-Afrika. Kaag wil daarnaast seksueel geweld, kinderprostitutie en misbruik in de seksindustrie bestrijden en discriminerende praktijken zoals gendercide en kindhuwelijken tegengaan.
Het derde hoofddoel in Kaags nota is het bevorderen van duurzame economische groei en wereldwijde klimaatverbetering. Daartoe komt er een nieuw fonds voor klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden van 40 miljoen euro per jaar. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen moeten waar mogelijk gaan bijdragen aan het behalen van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen die in VN-verband zijn vastgesteld, zoals het uitbannen van armoede. Kaag wil af van kinderarbeid en zorgen voor een leefbaar loon voor arbeiders in ontwikkelingslanden.
Haar vierde en laatste hoofddoel is het versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland, zodat ons land nog meer geld kan verdienen met internationale handel. De minister wil midden- en kleinbedrijven en startups helpen die aan de slag willen op kansrijke markten in het buitenland. In dit kader past ook dat het kabinet zich samen met het bedrijfsleven goed voorbereid op de economische gevolgen van de brexit, het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU.