Column (Jan van Klinken): Radikalinski
Als ik me niet vergis, lijken de anti-Israëlsentimenten in ons land iets te zijn geluwd. De viering in Israël van het 70-jarig bestaan zou normaal gesproken voor politiek en media in ons land echt een gelegenheid zijn om weer eens ouderwets met modder en drek te gooien. Het razend ingewikkelde vraagstuk van de Palestijnse kwestie wordt dan teruggebracht tot een strijd tussen de meedogenloze beul en zijn weerloze slachtoffers.
Als ik het trapveldje zo overzie, viel het dit keer wel mee. Typerend vond ik de uitzending van Pauws talkshow op maandagavond. Harry de Winter was uitgenodigd als vertegenwoordiger van de links-Joodse beweging in ons land, maar hij had het rijk niet alleen. Als tegenspeler was het CU-Kamerlid Joël Voordewind aangetrokken, en hij zorgde ervoor dat iedere weldenkende kijker begreep hoe taai het conflict tussen Israël en de Palestijnen is.
Als het waar is dat de afkeer van Israël aan het afnemen is, zou dat een breuk betekenen in een proces dat al tientallen jaren gaande is. Radicale groeperingen binnen de grote kerken hebben kans gezien de lijn dat ons land achter Israël staat bij te buigen ten gunste van de Palestijnen. Deze radikalinski, aangevoerd door lieden zoals Jan ter Laak en Sietze Faber, zagen kans om ook beleidsmakers op Buitenlandse Zaken en portefeuillehouders in de Tweede Kamer te infecteren.
Onderzoeker Peter Siebelt heeft recent over die anti-Israëllobby een aardig boek geschreven, ”Modus operandi”. Dat geeft weer hoe Nederlandse politici als trouwe vrienden van Israël veranderden in papegaaien van de linkse kerk.
Die lobby heeft zelfs nog geprobeerd een boycot van Israëlische producten uit de ‘bezette’ gebieden te organiseren. Dat gebeurde in groepjes die in het centrum van Amsterdam en voor supermarkten in de hoofdstad demonstreerden. Zelf heb ik nog eens met zo’n groepje meegelopen. Voordat u van uw stoel valt: niet om mee te demonstreren, maar om als journalist wat nieren te proeven. Ik moet zeggen dat het overwegend lieve oudjes waren die zich in hun strijd voor de boycot helemaal nat lieten regenen.
Maar schijn bedriegt. Onder hen bevond zich ene Lily van den Bergh. Wie het boek van Peter Siebelt leest, zal ontdekken dat zij in verband wordt gebracht met een terreuractie in de jaren zeventig. Het ging om de aanslag op een gasstation in Ravenstein, uitgevoerd door Palestijnen. Siebelt baseert zich op documenten van de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).
Het is nu vrij stil geworden rond de boycot (ook zo’n hoopvol teken), maar de toekomst moet leren of de lobbyende vos niet alleen zijn haren maar ook zijn streken heeft verloren.