Pronk vindt richtlijn milieuschade mager
Het in ons land geldende principe dat de vervuiler opdraait voor de door hem aangerichte schade zal voorlopig waarschijnlijk niet algemeen van toepassing zijn in de gehele EU, zo vreest minister Pronk (Milieu).
Hij zei dit maandag na afloop van een overleg met zijn collega’s uit de overige lidstaten. Zij bespraken een voorstel van Europees commissaris Wallström voor een richtlijn op het gebied van aansprakelijkheid. In haar plannen wordt de financiële eindverantwoordelijkheid nog te vaak bij de nationale overheden gelegd, vindt Pronk. Voorts bevatten ze in zijn visie te veel uitzonderingen. Brussel streeft naar een overal binnen de Unie gelijk beleid om onderlinge concurrentienadelen te vermijden.
Pronk meent dat de beoogde voorschriften te gemakkelijk ontsnappingsmogelijkheden bieden voor ondernemingen en personen die door hun handelen het milieu aantasten. De bewindsman is het er ook niet mee eens dat individuen en belangengroeperingen vervuilers niet rechtstreeks op hun daden mogen aanspreken. Klachten dienen altijd via de overheid te verlopen.
Verder vallen belangrijke zaken zoals schade voor gezondheid of vermogen van burgers buiten de regeling. Problemen die voortvloeien uit de genetische manipulatie van materialen of gewassen zijn wel in de bepalingen opgenomen. Hetzelfde geldt voor vergiftiging die het gevolg is van bijvoorbeeld tankers die besmet water lozen dat zij uit verre streken hebben meegenomen.
Het voorstel van de Commissie gaat nu eerst naar het Europees Parlement, dat op dit terrein over volwaardige medezeggenschap beschikt. Daarna, waarschijnlijk in juni, wordt het opnieuw besproken in een vergadering van de vijftien ministers.