Met een fiets van de zaak naar het werk wordt eenvoudiger
Voor het gebruik van een fiets op kosten van een bedrijf gaat per 1 januari 2020 een vast belastingtarief gelden, net zoals bij een auto van de zaak. Het wordt zo simpeler om belastingvoordeel te krijgen.
Onlangs heeft staatssecretaris Snel (Financiën) meegedeeld dat hij de regeling voor het berijden van een (elektrische) fiets van de zaak gaat vereenvoudigen. Er komt een vastgesteld bedrag dat bij het inkomen wordt opgeteld, ook wel fiscale bijtelling genoemd. Heeft u een auto van de zaak en gebruikt u die ook voor privédoeleinden? Dan wordt 22 procent van de cataloguswaarde van de auto bijgeteld als loon. Op dezelfde manier zal dit voor een fiets gaan gelden.
Het stimuleren van werknemers om met de fiets naar het werk te komen, kan op verschillende manieren. Het bekendst is de onbelaste reiskostenvergoeding van 0,19 euro per kilometer aan de werknemer. Daarnaast kan de werkgever de fiets onbelast vergoeden op basis van de vrije bestedingsruimte van de werkkostenregeling. Echter, in de praktijk is deze vrije ruimte gauw gevuld met personeelsuitjes of andere geschenken.
Ook kan de werkgever een fiets in bruikleen geven aan de werknemer. De werkgever koopt dan de fiets en de werknemer gebruikt die voor woon-werkkilometers, maar in veel gevallen ook voor het maken van privéritten. Ook voor deze vorm inclusief de privékilometers geldt fiscale bijtelling, gebaseerd op een kilometerprijs. Die kilometerprijs bestaat uit kosten per kilometer van de fiets voor elektriciteitsverbruik, onderhoud, reparatie, afschrijving en verzekering. In deze gevallen moet de werknemer dan ook bijhouden hoeveel woon-werkkilometers en hoeveel privékilometers hij maakt. En op deze administratieve rompslomp zitten werkgever en werknemer juist niet te wachten.
Enkele organisaties uit de fietsindustrie hebben aangedrongen op een simpelere regeling. Door net als bij de auto van de zaak het privégebruik vast te leggen in een forfait –een vast tarief– hoeft niemand een aparte kilometeradministratie bij te houden. Welk tarief er gaat gelden, is nog niet bekend. De fiets mag overigens ook naast de auto van de zaak worden gebruikt; een bijkomend voordeel.
Toch bestaat er een optie in de huidige wetgeving die ook zo gek niet is: de renteloze lening. Een voorbeeld maakt dat duidelijk. Stel: een werknemer woont op 18 kilometer van zijn werk en komt vijf dagen per week met zijn fiets naar het werk. De werknemer koopt een elektrische fiets voor een bedrag van 3500 euro. De werkgever verstrekt een renteloze lening aan de werknemer ter hoogte van het aanschafbedrag. Normaal gesproken is dit rentevoordeel belastbaar loon. Binnen de loonbelasting geldt echter een vrijstelling op het moment dat de renteloze lening wordt gebruikt voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of elektrische scooter. Verder ontvangt de werknemer een onbelaste kostenvergoeding van 0,19 euro per kilometer. Omgerekend krijgt de werknemer dan een vergoeding van 121,98 euro per maand. Afspraak is om de renteloze lening in drie jaar terug te betalen. Dat betekent een maandelijkse aflossing van 97,22 euro. Per maand houdt de werknemer dan nog 24,76 euro over om te besteden aan verzekering, onderhoud of fietskleding.