Messiasbelijdende Joden steeds invloedrijker in Israël
Nu de staat Israël 70 jaar bestaat, verdienen ook de Messiasbelijdende Joden in dit land onze aandacht, reageert ds. A. Jonker.
In de bijlage ”70 jaar Israël” (RD 11-5) wordt het bestaan van Israël op vele manieren beschreven: historisch en actueel, godsdienstig en politiek. Ook is er aandacht voor de gezondheidszorg en de tuinbouw. Kortom, op 76 bladzijden wordt er veel waardevolle informatie geboden.
Het ontbreekt echter aan informatie over Joden die evenals wij de Heere Jezus als hun Zaligmaker belijden. Maar de geschiedenis en de positie van de Messiasbelijdende Joden in Israël verdienen het om voor het voetlicht gehaald te worden.
Operatie Barmhartigheid
Vóór 1948 waren er in Israël slechts enkele Messiasbelijdende Joden. In Oost-Europa woonde op dat moment echter al een groot aantal Joden dat Jezus als zijn Messias beleed.
Veel Messiasbelijdende Joden zijn, evenals andere Joden, vermoord in de vernietigingskampen van de nazi’s. Hun aantal wordt geschat op vele tienduizenden. Volgens een Messiasbelijdende Jood die in Theresienstadt verbleef, was 10 procent van de 60.000 Joden in dit kamp Messiasbelijdend!
Was de oprichting van de staat Israël ook voor hen een teken van hoop? Konden zij terugkeren naar het land van hun voorvaderen?
Vlak voordat in 1948 de staat Israël werd uitgeroepen, deden de Britten, die namens de Volkerenbond Palestina als mandaatgebied bestuurden, een bijzondere oproep. Zij vroegen alle Messiasbelijdende Joden Palestina te verlaten!
Als eerste argument hiervoor werd gegeven: er dreigde voor hen gevaar van de kant van de Arabieren, die hen als Joden zagen. In de tweede plaats zouden Messiasbelijdende Joden het gevaar lopen dat ze door de andere Joden als handlangers van de christelijke Britten gezien werden.
Door de Operatie Barmhartigheid werden de meeste Messiasbelijdende Joden per schip naar Engeland gebracht. Zodoende waren er bij de stichting van de staat Israël nog slechts tien tot honderd Messiasbelijdende Joden in het land.
Staatsburgerschap
Volgens de Israëlische Wet op de terugkeer uit 1950 heeft iedere Jood het recht om terug te keren naar het land van de voorvaderen en recht op het Israëlisch staatsburgerschap. Als het gaat om de vraag wie een Jood is, hanteert de staatswet dezelfde regel als de nazi’s bij de vernietiging van de Joden: een Jood is iedereen van wie een van de grootouders Jood is. Ook iemand die met een Jood getrouwd is, mag zich in Israël vestigen.
Een Jood die in de Heere Jezus is gaan geloven, wordt echter niet langer beschouwd als Jood, maar als christen. Dan is terugkeer dus niet mogelijk.
Volgens een uitspraak van het hooggerechtshof uit 2008 kan een Messiasbelijdende Jood wel het Israëlische staatsburgerschap krijgen. Helaas wordt dit laatste door ultraorthodoxe Joden tegengewerkt. Daarom zien Messiasbelijdende Joden zich soms genoodzaakt om bij immigratie over hun geloof in Jezus als de Messias te zwijgen.
Getuigenis
Hierdoor groeide het aantal Messiasbelijdende Joden in de begintijd van de staat Israël bijna niet. In 1967 waren het er nog maar ongeveer 250.
Na de Zesdaagse Oorlog (juni 1967) ontstond er een positief klimaat voor terugkeer naar Israël. Door de toegenomen welvaart waren er ook meer mogelijkheden om te emigreren. Dit gold evenzeer de Messiasbelijdende Joden. Acht jaar later werd hun aantal geschat op 1000 en in 1989 op 2500.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 emigreerden er veel Russischsprekende mensen naar Israël. Onder hen bevonden zich ook Joden die Jezus als de Messias beleden. Andere Joodse immigranten die in Israël contacten kregen met Messiasbelijdende Joden die hun eigen taal spraken, kwamen meer dan eens tot geloof in Jezus. Daardoor waren er in 1999 naar schatting ongeveer 5000 Messiasbelijdende Joden in Israël. Er waren toen ongeveer vijftig (huis)gemeenten.
Door immigratie, christelijk getuigenis in Israël en de kinderen die in gezinnen van Messiasbelijdende Joden geboren werden, groeide de groep sterk. Op dit moment wordt het aantal Messiasbelijdende Joden geschat op 15.000 tot 20.000.
Danken en bidden
Van de kant van (ultra)orthodoxe Joden worden Messiasbelijdende Joden vaak tegengewerkt en soms ook gehaat en vervloekt. Niet-godsdienstige Joden werken graag samen met Messiasbelijdende Joden vanwege hun betrouwbaarheid. De laatste jaren nemen Messiasbelijdende Joden in de samenleving en in het leger steeds vaker belangrijke posities in. Het wordt daardoor voor hen gemakkelijker om in woord en daad te getuigen van Jezus de Messias.
De ruim 200 gemeenten van Messiasbelijdende Joden zijn jong en vaak klein. Daardoor ontbreken de financiële middelen om, naast de eigen gemeente, ook nog diaconale hulpverlening en materiaal voor toerusting en getuigenis te bekostigen. Gelukkig wordt er steun verleend vanuit veel landen, waaronder Nederland, door gebed en giften.
Het 70-jarig bestaan van de onafhankelijke staat Israël geeft reden om te danken. Tegelijk is er gebed nodig, opdat Messiasbelijdende Joden voor Israël tot zegen mogen zijn.
De auteur is directeur van de Stichting Steun Messiasbelijdende Joden.