Opinie

Column: Marx terug in Trier

Vorige week zaterdag vierde Nederland Bevrijdingsdag. Op deze vijfde mei werd in Trier een standbeeld onthuld van Karl Marx, die in deze Duitse stad 200 jaar eerder het levenslicht zag. Het stadsbestuur kreeg het bijna 6,5 meter hoge beeld cadeau van China. Officieel nog steeds een communistisch land. Maar met de heilsstaat wil het daar niet zo vlotten.

Drs. J. A. Schippers
9 May 2018 12:05Gewijzigd op 16 November 2020 13:15
„Op 5 mei werd in Trier een standbeeld onthuld van Karl Marx, die in deze Duitse stad 200 jaar eerder het levenslicht zag. Het stadsbestuur kreeg het bijna 6,5 meter hoge beeld cadeau van China.” beeld EPA, Ronald Wittek
„Op 5 mei werd in Trier een standbeeld onthuld van Karl Marx, die in deze Duitse stad 200 jaar eerder het levenslicht zag. Het stadsbestuur kreeg het bijna 6,5 meter hoge beeld cadeau van China.” beeld EPA, Ronald Wittek

Verdient Karl Marx wel een standbeeld? Ziet het stadsbestuur van Trier niet de vele zwarte bladzijden en de miljoenen slachtoffers over het hoofd die communistische regimes hebben veroorzaakt? En is het verantwoord om een geschenk te aanvaarden van een regime dat het niet zo nauw neemt met de rechten en vrijheden van burgers?

Dan heb ik het nog niet over de levensloop van Karl Marx zelf. Wie deze vluchtig bekijkt, moet zich nog meer verbazen. Zeker, Karl was een zeer actieve en buitengewoon intelligente man. Maar hij was ook een zware roker en keek geregeld te diep in het glaasje. Daarnaast bedroog hij zijn trouwe echtgenote Jenny von Westphalen door overspel te plegen met een huishoudster. Verder kampte hij voortdurend met geldgebrek, dat hij op bedrieglijke wijze bestreed door geleend geld nooit terug te geven. Terwijl hij uit een Joodse familie kwam, bestond hij het om een tegenstander te bejegenen met de woorden „vuile Jood met negerbloed.” In zijn geschriften laakte hij de uitbuiting van arbeiders, maar ondertussen betaalde hij de zetters van een door hem geredigeerde krant de laagste lonen van West-Europa uit. Dit overziend, denk je eerder aan een bescheiden buste met een belastend bijschrift.

Maar nee, Marx is terug in Trier en wel vier keer zo groot als in het echt. „Er ist wieder da!” Hij mag weer, sinds hij na de val van het communisme een tijdje in het vergeetboek was beland.

Zo’n tien jaar terug worstelde de westerse wereld met een economische crisis die hij in decennia niet had meegemaakt. Het vrije kapitalisme bleek niet zonder zwarte schaduwzijden. Door hoge bankiersbonussen en riante belastingvoordelen voor multinationals hebben we onze bekomst van de plutocraten dezer eeuw. Toch wel bizar om dan een Europese bureaucraat (Juncker) in te huren om Marx te bewieroken. Maar misschien is dat bij nader inzien toch niet zo vreemd. Het zal menige lezer verrassen, maar volgens het vlammende pamflet ”Het Communistisch Manifest” uit 1848 ging het Marx (en zijn vriend Engels) om niet minder dan het realiseren van een ideale samenleving, waarin „die freie Entwicklung eines jeden die Bedingung für die freie Entwicklung aller ist.”

Individuele vrijheid staat als ideaal en als grondslag voor politiek en samenleving hoog aangeschreven. Dit toont de gemeenschappelijke wortel van liberalisme en socialisme. Kapitalisme en marxisme interpreteren het eigenbelang van de mens vanuit een economisch motief: het streven naar winst.

Het marxisme betoogt dat de oorspronkelijke natuurstaat van de mens werd verstoord door hebzucht. Afschaffing van het privébezit zou de behoeften en begeerten beperken, zodat zij een natuurlijk evenwicht bereiken. Volgens het kapitalisme moeten we het economisch leven aan de vrije krachten van vraag en aanbod overlaten, omdat die potentieel aan elkaar gelijk zijn. Hierdoor zouden vrije markten naar een natuurlijk evenwicht tenderen.

Linksom of rechtsom komen beide als vanzelf uit op een natuurlijk evenwicht. Helaas doen er zich in de werkelijkheid allerlei ongelijkheden voor. De ene mens legt nu eenmaal meer ondernemingslust aan de dag dan de ander. Moet je die onderwerpen aan een totalitaire planning? Ja, zegt het communisme, want anders geen gelijkheid en geen evenwicht. Nee, zegt het liberalisme, je moet de vrije markt zijn werk laten doen en niet elk initiatief bij de knop afbreken. Bij de een expandeert de overheid, bij de ander wordt de markt albeheerser. Beide vermalen en vergruizen de gemeenschappen in de samenleving, waardoor de mens eenzaam en machteloos komt te staan tegenover staat en markt.

Wat betekent dit voor christenen? In plaats van te streven naar individuele vrijheid en gelijkheid moeten we gemeenschappen, zoals gezinnen, buurten, kerken, bedrijven en verenigingen, veel meer op waarde schatten. Vruchtbare gemeenschappen bieden ruimte aan zorg voor elkaar. En delen met elkaar, in plaats van enkel meer te produceren en te consumeren. Een perfecte samenleving is hier niet te realiseren. Wel hebben we de persoonlijke roeping om in trouw recht te doen, vanuit de opdracht God boven alles lief te hebben en de naaste als onszelf. Dit grote gebod toont ons grote tekort. Het spoort ons aan te blijven hongeren en dorsten naar gerechtigheid.

Drs. J. A. (Jan) Schippers is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het wetenschappelijk instituut voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer