Eurocent verdwijnt uit kassa
De eurocent heeft zijn langste tijd gehad. Winkeliers in heel Nederland gaan vanaf 1 september bedragen aan de kassa afronden op 5 eurocent. De muntjes van 1 en 2 eurocent worden daardoor zo goed als overbodig.
Het in de ban doen van de kleinste euromuntjes is afgesproken binnen het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), een breed overlegorgaan waarin onder meer De Nederlandsche Bank (DNB), de detailhandel, banken en consumenten zijn vertegenwoordigd. Winkeliers hebben toegezegd de afspraak uit te voeren.
Naar verwachting grijpt 80 tot 90 procent van de detailhandel de mogelijkheid tot afronden aan. Een wettelijke verplichting is daarom niet nodig, aldus het MOB donderdag op een persconferentie in Utrecht. De afspraak is dat winkeliers die afronden met bijvoorbeeld stickers op de kassa duidelijk aangeven dat ze de eurocent hebben afgezworen.
De nieuwe regel houdt in dat het totaalbedrag op de kassabon bij een contante betaling wordt afgerond op 5 cent. Zo ronden winkeliers 19,98 euro af op 20,00 euro en 23,97 op 23,95 euro. Alleen het totaalbedrag aan de kassa wordt afgerond, niet de prijzen van afzonderlijke producten. Betalingen met een bankpas worden ook niet afgerond.
De landelijke regeling volgt op een succesvolle proef in Woerden. Daar heeft een groep ondernemers de eurocenten de afgelopen weken bij contante betalingen al afgerond. Onderzoek heeft uitgewezen dat ruim viervijfde van de consumenten in Woerden achter deze manier van afrekenen staat.
DNB zegde eerder toe dat de afrondingsregels landelijk zouden worden ingevoerd als niet meer dan eenvijfde van het winkelpubliek bezwaar zou maken. Na de test in Woerden was 16 procent van de consumenten negatief, de helft van het aantal dat voor de proef de afschaffing niet zag zitten.
De winkeliers hebben ook financieel voordeel bij het afronden. Zij zijn minder kwijt aan bijvoorbeeld het regelen van voldoende muntgeld. Geschat wordt dat de nieuwe regeling jaarlijks een besparing van meer dan 30 miljoen euro oplevert. Ook de banken hebben minder kosten en de staat hoeft op termijn minder muntjes te produceren. De totale besparingen worden geschat op tientallen miljoenen euro’s.
De Consumentenbond vindt dat winkeliers hun klanten mee moeten laten profiteren van die besparingen door bijvoorbeeld terughoudend te zijn met het opschroeven van de prijzen. Angst voor prijsstijgingen door afrondingen heeft de bond niet. „Het winkelpubliek in Woerden bleek na zijn ervaringen met het afronden stukken minder bang dan voor die tijd”, aldus een woordvoerder van de Consumentenbond.
Bij de proef in Woerden vielen de afrondingen van 2 cent in de helft van de gevallen gunstig uit voor de consument. Afrondingen van 1 cent bleken twee keer zo veel naar boven als naar beneden voor te komen.
Hoewel de muntjes van 1 en 2 eurocent in de ban worden gedaan, is er formeel geen sprake van afschaffing van de eurocent. Het blijft officieel een wettig betaalmiddel. Nederland kan in Europa niet op eigen houtje de kleinste munten waardeloos verklaren, dat zou in Brussel geregeld moeten worden. Nederland is na Finland het tweede land dat bedragen aan de kassa gaat afronden. Vanmorgen werd bekend dat ook België bekijkt of het de muntstukken van 1 en 2 eurocent feitelijk uit de circulatie kan halen door ze overbodig te maken. Dat zou kunnen door bijvoorbeeld alle prijzen af te ronden op 0 en 5 eurocent. De Nationale Bank, een consumentenorganisatie, supermarkten, banken, winkelfederaties en de federale regering hopen deze herfst daarover tot een akkoord te komen, zo meldden verscheidene kranten vrijdagochtend.
Het ministerie van Financiën kijkt of er minder centen gebruikt gaan worden. Als blijkt dat de eurocenten uit de gratie raken, zal het de Nederlandse Munt opdracht geven de productie terug te schroeven of te staken. Volgens DNB zal het gebruik van de muntjes na 1 september snel afnemen en kan mogelijk de productie snel worden gestopt.
Eind 2003 waren er volgens DNB in Nederland 520 miljoen muntjes van 1 cent in omloop en 535 miljoen van 2 cent. Dit jaar komen er respectievelijk 120 miljoen en 130 miljoen bij. In Duitsland zijn tekorten ontstaan doordat veel mensen de munten thuis opsparen. In Nederland is dat ook een probleem, hoewel er geen tekorten zijn.