Economie

Het trilemma rond de Europese begroting

Het gesteggel over de meerjarenbegroting laat zien dat de EU bestuurlijk versterkt moet worden. Zeker voor het voortbestaan van de muntunie is dat wenselijk.

Bert Burger
5 May 2018 11:28Gewijzigd op 16 November 2020 13:14
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

De onderhandelingen over de EU-begroting voor de periode 2021-2027 zijn nog niet gestart of de stellingen worden al ingenomen. Het voorstel dat de Europese Commissie deze week presenteerde, leidde direct tot discussie over de verdeling van de lasten en de lusten. Het zal erg moeilijk worden om unanimiteit te verkrijgen voor de financiële onderbouwing van het project dat alle lidstaten zo veel voordelen biedt.

Er zijn nogal wat tegenstellingen tussen de 27 landen, en er is sprake van een ingewikkelde bestuurlijke structuur. Het dagelijks bestuur ligt bij de Europese Commissie, maar de lidstaten hebben op de meeste punten het laatste woord. Van meerdere kanten is erop gewezen dat om de tegenstellingen te overbruggen, de EU bestuurlijk en economisch versterkt zou moeten worden.

Zo wordt gepleit voor één Europees ministerie van Financiën, voor het uitgeven van gezamenlijke obligaties en voor het oprichten van een Europees monetair fonds, dat optreedt bij problemen als de Griekse crisis. Verdere integratie dus, met ook overdracht van bevoegdheden. Onlogisch klinkt dit niet, want de zwakte van de EU zit vooral in het feit dat de vergaande vorm van economische integratie, de ene munt, nauwelijks is gevolgd door verdere politieke integratie.

De aan de universiteit van Harvard verbonden econoom Rodrik beredeneerde in 2011 al dat economische integratie, democratisch bestuur en behoud van nationale soevereiniteit niet volledig samengaan. Er is volgens hem sprake van een trilemma: twee van de drie genoemde elementen kunnen worden gecombineerd, maar één zal –in ieder geval grotendeels– moeten worden losgelaten.

Als landen hun economisch beleid zelf willen bepalen, kunnen ze een gemeenschappelijke munt alleen in stand houden als zij op bepaalde momenten de tucht van de financiële markten voorrang geven boven democratisch genomen besluiten. De tweede optie is dat landen een eigen monetair beleid en begrotingsbeleid voeren, met nationale democratische controle, maar dat zij de voordelen van economische integratie en een gezamenlijke munt opgeven. De derde mogelijkheid is dat zij vasthouden aan democratische politiek en een gemeenschappelijke munt, maar dat het begrotingsbeleid, veel meer dan nu, gezamenlijk wordt afgestemd. De ruimte voor besluitvorming nationaal wordt ingeperkt ten gunste van die van het supranationale bestuur, met controle door een gemeenschappelijk parlement.

Zou dit de oplossing zijn voor de moeizame onderhandelingen binnen de EU: een deel van de begrotingsmacht weghalen bij de lidstaten en het Europees Parlement meer zeggingskracht geven over de beleidsterreinen die bij de Europese Commissie liggen? Voor het overleven van de muntunie lijkt het wenselijk, maar het zal er voorlopig niet van komen. De regeringsleiders houden de touwtjes liever zelf in handen, en blijven nog even doorkibbelen.

De auteur is werkzaam in de financiële sector en schrijft over ontwikkelingen in de wereldeconomie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer