Hoe Duitse soldaten de meidagen beleefden
Hoe Nederlandse soldaten en burgers de Duitse inval tijdens de Tweede Wereldoorlog ervoeren, is na een eindeloze reeks boeken en publicaties wel bekend. Er is echter veel minder bekend over hoe Duitse soldaten de meidagen beleefden.
Onderzoeksjournalist Gerard Groeneveld biedt met ”Nach Holland” een uniek –en soms ontluisterend– kijkje door de bril van de bezetter.
Tastbare oorlogsherinneringen zijn waardevol. Daarom verzamelen liefhebbers al sinds de oorlogsjaren objecten van soldaten, slagvelden en soms ook slachtoffers. Natuurlijk zijn voorwerpen van de goede kant van de geschiedenis het meest in trek, maar er is ook een heel eigen markt ontstaan voor spullen uit het kamp van de bezetter. Een onbekende, maar onder liefhebbers gewilde markt is die van oorlogskiekjes – foto’s die tijdens de oorlogsjaren zijn gemaakt door Duitse soldaten die door Europa van front naar front trokken.
Onderzoeksjournalist Gerard Groeneveld spaart al jaren amateurfoto’s van Duitse militairen. Hij bundelde een selectie van zijn foto’s in ”Nach Holland”. Het prachtig uitgevoerde boek levert een even indrukwekkend als ontluisterend beeld op van de hectische dagen die de Duitsers voor en na de inval vanuit het oosten beleefden. Na het bekijken van de foto’s moet soms zelfs het beeld van de geschiedenis een beetje worden bijgesteld.
Onbekende beelden
”Nach Holland” schetst een goed beeld van het leven van de Duitse soldaten. Een van de sterke punten van het fotoboek is dat het veel beelden bevat die tot nu toe voor het grote publiek onbekend waren. Het was al bekend dat er tijdens de oorlogsjaren speciale oorlogsverslaggevers waren en dat amateurfotografen werden ingezet om de geschiedenis vast te leggen van de legereenheid waarbij ze waren ingedeeld.
Bovendien waren er speciale fotografen die de uitwerking van luchtaanvallen in beeld moesten brengen. De beelden in ”Nach Holland” zijn echter vooral afkomstig van de Duitse soldaten zelf: zij kregen volop de ruimte om te fotograferen en maakten foto’s als herinnering of schoten plaatjes om hun thuisfront op de hoogte te houden.
De foto’s die de lezer te zien krijgt, zijn dan ook vaak geen propagandafoto’s maar gewone kiekjes die de bezetters zonder bijbedoelingen maakten. Dat ze daarbij en passant historische beelden van een zwarte periode uit de geschiedenis maakten, maakt de foto’s van toen des te krachtiger.
Zo stuitte Groeneveld op een unieke foto van het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940: een Duitse fotograaf legde het bombardement vast terwijl het in volle gang was – je ziet letterlijk de brokstukken in de Maas vallen. Tot nu toe waren er alleen de welbekende foto’s van na de luchtaanval.
Felle gevechten
Bij de samenstelling van zijn fotoboek volgde Groeneveld de aanvallen van de Duitsers op diverse frontlinies. Het resulteerde in een hoofdstukverdeling die draait om de verschillende regio’s waarin de meest felle gevechten werden gevoerd. Een groot deel van de hoofdstukken is chronologisch van opzet: Groeneveld begint bij de aanval op de noordelijke provincies en brengt daarna de opmars naar de Grebbeberg in beeld. In de volgende hoofdstukken komen Limburg en Noord-Brabant, Dordrecht, Valkenburg, Rotterdam, Rijsoord en Zeeland aan bod.
Soms roepen foto’s in ”Nach Holland” meer vragen op dan ze kunnen beantwoorden. Diverse foto’s brengen burgers in beeld die vol interesse of soms zelfs lachend in de lens kijken. Dat strijdt met veel literatuur waarin vooral een minachtende, zo niet verachtende houding tegenover de ”mof” wordt geschetst. Het roept de vraag op wat er nu op de foto’s te zien is: burgers die de bezetter een warm hart toedragen, of die uit angst voor represailles zo vriendelijk mogelijk proberen te kijken?
Glas heffen
Schokkender zijn echter de foto’s van Nederlandse soldaten die met hun Duitse ‘collega’s’ staan te praten of zelfs het glas heffen na de meidagen. Ze roepen weerstand op vanwege het flagrante onrecht tegenover de strijdmakkers die het gevecht met de dood moesten bekopen. Tegelijkertijd is een nuancering op haar plaats: misschien waren beide partijen na alle uitgestane doodsangsten blij dat ze nog een biertje konden pakken.
Die kant van de oorlog wordt namelijk ook in al zijn rauwheid getoond. Als achterkleinzoon van een gesneuvelde soldaat werd ik vooral getroffen door de foto’s van de gevechten rond de Grebbeberg. Er zijn beelden van levenloze lichamen, van identificatie door geestelijken en van een begrafenis met een houten handkar. Het ergst is de foto van vier gesneuvelde Nederlandse soldaten aan de Grebbeweg, geëxecuteerd omdat er op een Duits gewondentransport zou zijn geschoten. Regelmatig dringt de vraag zich op: „Zou hij…?”
Gelukkig blijft de lezer op wat expliciete foto’s van dode soldaten na veel gruwelijkheid bespaard. Toch laat ”Nach Holland” de wrede kant niet onderbelicht.
Geen spelletje
Na het bekijken van de foto’s en lezen van de bijschriften blijft er een genuanceerder gevoel achter. De zwart-witfoto’s schetsen een veelkleuriger beeld dan veel naoorlogse literatuur. De keuze van Groeneveld om ooggetuigenbeelden te publiceren, levert dan ook een fraai uitgevoerde aanvulling op de bestaande oorlogsdocumentatie op.
Dat wordt nog eens benadrukt in de uitgebreide bijschriften bij elke foto. Groeneveld putte daarvoor uit veel verschillende bronnen en wist aan de hand van feitenrelazen, dagboekfragmenten en briefjes aan het thuisfront een helder beeld te scheppen van het verloop van de eerste oorlogsdagen. Het is jammer dat er af en toe een taalfout staat, maar dat doet geen afbreuk aan de feitelijkheden van het boek.
De boodschap die blijft hangen, is dat oorlog geen spelletje is. De romantiek uit veel oorlogsromans staat mijlenver af van de werkelijkheid. Het boek verdient dan ook een plaatsje naast alle spannende oorlogsverhalen die in 73 jaar tijd werden geschreven – al was het alleen maar om de andere kant ook te laten zien.
Boekgegevens
Nach Holland. De meidagen van 1940 door Duitse ogen, Gerard Groeneveld; uitg. WBooks, Zwolle, 2018; ISBN 978 94 625 8245 3; 160 blz.; € 29,99.