Vrijheid als roeping
We vieren vandaag Bevrijdingsdag en zo houden we de herinnering levend dat Nederland in 1945, na vijf jaren van bezetting, weer een vrij land werd. Nationale vrijheid is een randvoorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling en geluk van mensen. Maar volgens velen voegt geloof in God daar niets aan toe. Geloof is eerder een stap terug naar onderdrukking en vreemde overheersing.
JA
Uit onderzoeken is gebleken dat: 1. Nederlanders tot de gelukkigste mensen in Europa behoren (juist de jeugd); en 2. maar een op de vier Nederlanders nog in een persoonlijke God gelooft. Trouwens, tien jaar geleden kwam uit onderzoek al naar voren dat van dit kwart dat nog in de ‘oude’ God gelooft in 2020 waarschijnlijk nog maar 20 procent regelmatig naar de kerk zal gaan.
Tel uit je winst. God voegt nauwelijks iets toe aan het geluk van Nederlanders. Geloof is niet meer dan de kers op de taart van het leven. De taart is er al, daar hebben de geallieerden in 1945 mede voor gezorgd, en God is het toefje bovenop.
Wie christenen kent, weet dat dit waar is. Ook voor hen is de taart belangrijker dan de kers. Het leven zou niet compleet zijn als ze God moesten missen. In getuigenissen wordt het soms zo letterlijk gezegd: „Ik had een mooi leven, maar er ontbrak nog wat. En toen heb ik besloten God te gaan zoeken. Ja, dat miste ik nog.”
God ligt hiermee in het verlengde van de Nederlandse keuzecultuur. Nederlanders voelen zich pas vrij als er wat te kiezen valt. Vrijheid en een breed keuzemenu (gepaard met keuzestress) horen samen. God is een van de opties en zelfs dan leveren Nederlanders zich niet uit aan een geloof van dwang en angst, want ze lopen ook zo weer weg als de sfeer hun niet bevalt.
Nederlanders staan erom bekend dat ze splinteren bij het leven. Ze willen altijd onderhandelen, ook over de kerk en over geloofsstandpunten. En als de kers niet op de taart ligt waar zij die willen, dan lopen ze weg. Terecht, want religie leidt, linksom of rechtsom, meestal tot dwang.
Kortom: wat onze vrijheidsbeleving betreft is geloof in God niet erg relevant. Bevrijdingsdag vieren is voor Nederland, als volk en als land, beslist belangrijker dan Hemelvaartsdag (vrij tot God gaan).
NEE
Ons idee van vrijheid en geluk is nogal beperkt. Natuurlijk is nationale vrijheid essentieel voor ons welbevinden. Maar daarmee hebben we geluk en welzijn nog niet voor het oprapen. Ook al leven we in een vrij land, er zijn oneindig veel bepalende factoren (determinanten) die onze vrijheid beperken. Ons brede keuzemenu wekt weliswaar de schijn alsof er veel te kiezen valt, maar die is een illusie.
We koesteren de schijnvrijheid omdat die ons het gevoel geeft ongebonden te zijn, maar de werkelijkheid is anders. De systemen en instituten („de wereld” en „de machten” zoals de apostel Paulus die noemt) zijn als enorme vliegwielen te zien die hun miljoenen verslaan en aan zich onderwerpen. Denk aan schulden en monetaire systemen of aan ziekten en farmaceutische machten. De wereld hangt van dit soort onpersoonlijke machten aaneen.
Je kunt niet worden wat je wilt en je kunt niet kopen wat je wilt. Je kunt niet vrijen wat je wilt en je kunt niet huwen wat je wilt. Je kunt niet reizen wat je wilt en je kunt niet ervaren wat je wilt. Je kunt niet wonen wat je wilt en je kunt niet kerken wat je wilt. Het is gewoon niet waar. De lijst kan zo lang doorgaan, omdat het scala aan determinanten groot is. We zijn aan tijd en ruimte, aan fysieke, mentale en economische beperkingen gebonden.
Vrijheid betekent niet ”loskomen van de zwaartekracht” en doen alsof je door het raam weg kunt vliegen. Vrijheid heeft niets te maken met autonomie, zelfvervulling, zelfontplooiing en zelfexpressie. Vrijheid legitimeert zich juist in relatie tot anderen. Daarom is vrijheid een roeping en een opdracht tussen mensen, en niet een eenzame weg van het ”ik” dat zichzelf als project heeft.
Vrijheid begint als dit project eindelijk als last van de schouders wordt getild en men de roeping in het leven leert verstaan (”vocatio”). Menselijk leven is een roeping die God in het leven heeft gelegd. Vrijheid betekent die roeping verstaan. Dat is tot Hem geroepen te worden en tot elkaar. Vrijheid zonder roeping is geen vrijheid maar schijnvrijheid.
DUS
Als ik zou moeten kiezen tussen Bevrijdingsdag en Hemelvaartsdag, dan toch de laatste. Nationale vrijheid betekent weinig als we de vrijheid niet zien als roeping. Gelukkig zijn beide feestdagen er nog.