Economie

EU-begroting pakt voor Nederland duur uit

De eerste stap op een lang traject is gezet. Er liggen concrete getallen om over te onderhandelen, de strijd kan beginnen. De Europese Commissie presenteerde woensdag haar voorstel voor de nieuwe meerjarenbegroting.

Arie de Rooij
3 May 2018 10:15Gewijzigd op 16 November 2020 13:13
Voorzitter van de Europese Commissie Juncker (r.) en Eurocommissaris Oettinger (l.). beeld EPA, Stephanie Lecocq
Voorzitter van de Europese Commissie Juncker (r.) en Eurocommissaris Oettinger (l.). beeld EPA, Stephanie Lecocq

Begroten, hoe doen ze dat binnen de EU?

De Unie werkt met wat heet een meerjarig financieel kader. Daarin wordt vastgelegd wat zij gedurende een periode van telkens zeven jaar mag besteden aan de diverse activiteitengebieden en waar de benodigde financiële middelen vandaan komen. De jaarlijkse begrotingen moeten vervolgens passen binnen die afspraken. Het huidige langlopende kader is van kracht tot eind 2020, het volgende heeft betrekking op 2021 tot en met 2027.

Om hoeveel geld draait het in het voorstel van de Commissie?

Zij zet in op een totaal budget van zo’n 1300 miljard euro, een omvang die overeenstemt met 1,11 procent van wat de lidstaten met elkaar verdienen, het gemeenschappelijk nationaal inkomen. Het betekent een flinke stijging ten opzichte van de circa 1000 miljard (1,03 procent) die is uitgetrokken voor het tijdvak 2014 tot en met 2020.

Zijn er belangrijke veranderingen in de aard van de uitgaven?

Er treden inderdaad accentverschuivingen op, sommigen duiden dat aan als een modernisering. Zo dalen de uitgaven voor landbouw, waaronder de subsidies voor boeren, met 5 procent, die voor de cohesiefondsen, bedoeld om economisch zwakke regio’s te helpen, met 7 procent. Meer geld is er daarentegen beschikbaar voor research en innovatie (om de economie concurrerend te houden) en voor hedendaagse uitdagingen als bestrijding van terrorisme en cybercriminaliteit en de vluchtelingen- en klimaatproblematiek.

Hoe ziet het er voor Nederland uit?

Niet gunstig. Nederland draagt tot dusver jaarlijks ongeveer 7 miljard euro af aan de kas in Brussel. In de toekomst loopt dat op tot misschien wel 10 miljard. Twee dingen spelen daarbij een belangrijke rol. Door de brexit mist de EU straks circa 13 miljard euro aan ontvangsten vanuit het Verenigd Koninkrijk. Daardoor valt de rekening voor de overige 27 landen hoger uit. Bovendien: sinds 2007 krijgt Nederland een korting van 1 miljard op zijn ‘contributie’ en het voorstel luidt om –nu de Britten, die ooit als eerste een korting bedongen, uit de EU vertrekken– alle uitzonderingsbepalingen in deze sfeer af te schaffen.

Wat is de reactie vanuit Den Haag?

Onacceptabel, zegt premier Rutte. De regering bepleit een zuiniger beleid en wil een evenwichtigere verdeling van de lasten. Veel partijen in de Tweede Kamer zijn evenmin gelukkig met de plannen van de Commissie. Uit diverse andere lidstaten klinkt trouwens eveneens stevige kritiek. Duitsland bijvoorbeeld vindt ook dat het te veel moet opbrengen. Frankrijk heeft, zoals altijd, moeite met de verlaging van het landbouwbudget.

Hoe gaat het verder?

De nieuwe meerjarenbegroting treedt pas in werking in 2021. Tijd genoeg, zou je denken. Maar de ervaring leert dat ze die in Brussel hard nodig hebben om overeenstemming te bereiken. Uiteindelijk is namelijk unanimiteit vereist tussen de lidstaten; een moeilijke klus.

De finale vindt meestal plaats op een top, met urenlange, nachtelijke onderhandelingen tussen de regeringsleiders, op het scherpst van de snede. Daarna ligt het resultaat voor goedkeuring voor aan het Europees Parlement. Dat bepleit een uitgavenvergroting tot wel 1,3 procent van het nationaal inkomen. De Commissie dringt aan op een akkoord vóór de Europese verkiezingen in mei 2019, maar dat lijkt een illusie. Grote kans dat het overleg duurt tot in 2020.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer