Binnenland

Meer 15-jarigen wonen niet samen met beide ouders

Het aantal 15-jarigen dat niet samen met beide ouders woont, is in twintig jaar tijd met 10 procent gestegen. In 1997 woonden twee op de tien jongeren van 15 niet met beide ouders, vorig jaar drie op de tien.

Redactie binnenland
1 May 2018 00:06Gewijzigd op 16 November 2020 13:11
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Scheiding van de ouders was in verreweg de meeste gevallen de oorzaak. Bij minder dan 5 procent van de 15-jarigen in niet-intacte gezinnen was een of beide ouders overleden. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag publiceerde.

In 2016 maakten meer dan 53.000 kinderen mee dat hun ouders uit elkaar gingen. Bij 33.000 kinderen betrof het een echtscheiding en bij 20.000 kinderen waren de ouders niet getrouwd.

Kinderen van ongehuwde ouders lopen een groter risico dat hun ouders uit elkaar gaan dan kinderen van gehuwde ouders. Van de kinderen die begin 2017 nog met beide, gehuwde ouders woonden, waren bij 1,5 procent aan het eind van het jaar de ouders uit elkaar. Bij kinderen met ongehuwde ouders was dit 3,6 procent.

Een scheiding heeft flinke impact op kinderen, zegt Nella van Dijke, preventiemedewerker bij de christelijke ggz-instelling Eleos. Dat is volgens haar niet anders voor een baby dan voor een puber. „Ongeacht de leeftijd is een scheiding schokkend en zet die de wereld van een kind op zijn kop.”

Kinderen van gescheiden ouders hebben twee keer zo vaak te kampen met angst en depressie dan leeftijdsgenoten met ouders die bij elkaar zijn. Ook gaan hun schoolprestaties achteruit en lijdt hun zelfvertrouwen onder de situatie. Vooral jonge kinderen hebben last van scheidingsangst. „Zij zijn bang dat de ouder bij wie ze wonen hen ook in de steek zal laten.” Kinderen gaan verschillend om met een breuk tussen hun ouders, legt Van Dijke uit. „Het ene kind zal opstandig gedrag laten zien, omdat het geen raad weet met situatie. Een ander past zich aan en gaat voor vader of moeder zorgen. Naarmate kinderen ouder worden, kunnen ze sneller hun vrienden opzoeken om afleiding buitenshuis te hebben.”

Uit eerder onderzoek blijkt dat 70 procent van de kinderen van gescheiden ouders voornamelijk bij hun moeder woont. Ruim een kwart van de paren die in 2010 uit elkaar gingen, koos voor co-ouderschap. Daarbij zijn kinderen ongeveer evenveel tijd bij de vader als de moeder.

„Als een moeder voor de scheiding het meeste in het gezin was, kan het belangrijk zijn dat na de scheiding de meeste zorg bij haar komt te liggen”, reageert Van Dijke. De kwaliteit van de band met vader of moeder is volgens haar belangrijker dan het aantal uren dat een kind bij hen is. Als ouders blijven ruziën na de scheiding veroorzaakt dat de grootste schade bij kinderen. „Van belang is dat ouders op een redelijk manier met elkaar omgaan en onderscheid maken tussen echtgenoot en ouderschap. Je ex is wel de vader of moeder van je kind.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer