Staalexport leunt vooral op Duitsland
De uitvoer van staal uit Nederland naar de Verenigde Staten was vorig jaar goed voor 570 miljoen euro. Dat blijkt uit gegevens die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag op een rij zette op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De VS stelden onlangs importheffingen in op buitenlands staal, maar staal uit de Europese Unie wordt daar vooralsnog niet door getroffen. Dat geldt ook voor de heffingen op aluminium en producten die van die metaalsoorten zijn gemaakt.
De staalexport naar Duitsland is voor Nederland veel belangrijker. Van de 9 miljard euro aan staal die Nederland in 2017 naar het buitenland verscheepte ging 30 procent naar Duitsland, wat neerkomt op een waarde van ongeveer 2,7 miljard euro. Na Duitsland zijn België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste ontvangers. De VS volgen daarna met 6 procent.
Wederuitvoer
De uitvoer betreft in Nederland gemaakt staal, maar ook buitenlands staal dat in Nederland in beperkte mate is bewerkt. Aan deze zogeheten wederuitvoer verdient de Nederlandse economie aanmerkelijk minder dan aan de export van Nederlandse makelij.
De totale exporthoeveelheid van staal is al sinds 2011 min of meer stabiel. De waarde nam door prijsstijgingen wel toe. Internationaal gezien is Nederland volgens het CBS een middelgrote staalproducent. China was met 832 miljard kilo staal in 2017 de grootste producent ter wereld, gevolgd door Japan, India, de VS, Rusland, Zuid-Korea en Duitsland. Nederland stond op de 24e plek.
Niet alleen de staalindustrie zelf verdient aan de export van basismetalen zoals staal, ook andere bedrijfstakken dragen bij aan export en productie. De belangrijkste zijn de groothandel (224 miljoen euro) en de uitzendbureaus (133 miljoen euro).