In kleine gemeente meer lintjes dan in grote stad
In de afgelopen tientallen jaren kregen steeds meer vrouwen een lintje, terwijl koningin-regentes Emma het onderscheiden van vrouwen maatschappelijk niet gewenst vond, memoreert Bert van Nieuwenhuizen.
Een lintje voor ‘gewone’ mensen is in ons koninkrijk, zoals dat sinds 1815 bestaat, vrijwel nooit vanzelfsprekend geweest. Onder de koningen niet, maar zeker niet onder koningin-regentes Emma, die zich tijdens haar bewind zeer persoonlijk met de toekenning van de lintjes bemoeide.
Opmerkelijk is dat zij zich als eerste vrouw op de troon met hand en tand verzette tegen het onderscheiden van vrouwen. Ze achtte dit maatschappelijk niet gewenst. Toen de minister een keer een bekende schilderes voordroeg en zijn zin wilde doorzetten, antwoordde Emma: „Als het dan toch een vrouw moet zijn, dan zeker geen kunstenares maar liever een vrouw die zich verdienstelijk heeft gemaakt in de liefdadigheid. Dat is beter voor het volk.” En aldus geschiedde.
Toen koningin Wilhelmina regeerde, droeg de minister een keer een Amsterdamse dienstbode van 80 jaar voor een lintje voor. De koningin vroeg toen of 80 jaar niet wat te oud was om nog te werken. De minister antwoordde „dat het voorbeeld van deze dienstbode een goede aansporing voor het volk was.”
Echtparen
In de loop der jaren is er nogal wat veranderd. Donderdag zullen zo’n 3000 landgenoten een onderscheiding opgespeld krijgen, omdat dit „Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd.” Maar wat is de werkelijke invloed en bemoeienis van de koning? Behalve zijn formele handtekening geen enkele.
De beslissing over het toekennen van een koninklijke onderscheiding ligt bij het Kapittel voor de Civiele Orden in Den Haag. Dit is een commissie van burgers die hun sporen in het maatschappelijke leven hebben verdiend. Zij werken volgens strikte, door de Tweede Kamer opgestelde criteria.
Hierdoor valt waar te nemen dat in de afgelopen tientallen jaren steeds meer vrouwen een lintje kregen. En, wat leuk is, ook steeds meer echtparen. Een voorbeeld: de man is koster, maar zijn vrouw heeft hem altijd bijgestaan. Zij hoeft tegenwoordig niet meer genoegen te nemen met een bloemetje maar krijgt ook een lintje.
Wie er wel of niet een lintje krijgen, ligt niet alleen in handen van het kapittel, maar hangt ook af van de alertheid van de plaatselijke burgemeester. Hij moet kijken wie er in zijn gemeente een lintje zouden moeten krijgen.
Verhoudingsgewijs worden er veel meer lintjes uitgereikt in kleinere gemeenten, waar de burgemeester over het algemeen dicht bij de mensen staat, dan in grote steden, waar de afstand doorgaans veel groter is. Christelijke vissersdorpen, zoals Bunschoten-Spakenburg, spannen vaak de kroon.
Burgemeesters horen zelf ook tot een groep waarbinnen nogal eens een lintje wordt uitgereikt. Dat wordt dan gedaan door de commissaris van de Koning, bij de burgemeester thuis.
De Utrechtse oud-commissaris van de Koningin Pieter van Dijke vertelde mij eens dat hij ’s morgens vroeg op pad ging om een burgemeester te decoreren. Mevrouw deed open en zei: „O, meneer Van Dijke, wat een verrassing. Mijn man weet van niets.”
Toen Van Dijke de kamer betrad, zag hij daar zo’n vijftig mensen aan de koffie met gebak zitten. De burgemeester in zijn driedelig pak trots in het midden.
Van Dijke reikte het lintje uit, maar kon het, toen de burgemeestersvrouw hem na de plechtigheid uitliet, toch niet laten om te vragen: „Mevrouw, heeft u iedere vrijdagmorgen om tien uur vijftig man op de koffie?”
Drees
Behalve burgemeesters horen ook scheidende premiers tot de ontvangers van een lintje. Toen minister-president Willem Drees in 1958 afscheid nam, kreeg hij uit handen van koningin Juliana het grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
De volgende dag ging zijn echtgenote naar de firma Van Wielik op de Kneuterdijk in Den Haag om draaginsignes voor op de kostuums van haar man te halen. Van Wielik maakt al bijna twee eeuwen onderscheidingen.
Mevrouw Drees was een eenvoudige vrouw. Ze zette haar fiets voor de winkel en stapte in haar regenjas naar binnen. Toen ze om de draaginsignes vroeg, zei de verkoper: „U zult zich wel vergissen, mevrouw, want zo’n hoge onderscheiding is gisteren net uitgereikt aan de scheidende minister-president Drees. „Maar ik ben mevrouw Drees”, antwoordde ze, „en kom die draaginsignes voor mijn man halen.”
Lintjes worden ook weleens geweigerd. Zo wilde de bekende verzetsstrijder ds. Slomp, alias Frits de Zwerver, geen lintje ontvangen. Hij zei tegen koningin Wilhelmina: „Ik wil de weduwen van al mijn strijdmakkers die zijn omgekomen niet onder ogen komen met een lintje in mijn revers.” Wilhelmina antwoordde: „Eindelijk eens iemand die een lintje verdient, en nu wil hij hem niet.”
Donderdag zullen verreweg de meeste mensen die onderscheiden worden hun lintje met trots en dankbaarheid in ontvangst nemen. Dat het stelsel sterk is gedemocratiseerd en dat met name het klassenverschil, dat nog zichtbaar was in de eremedailles in brons, zilver en goud, ondervangen is door een algemeen lidmaatschap in de Orde van Oranje-Nassau, is te danken aan koningin Juliana. Zij heeft daar jarenlang voor geijverd.
De auteur schreef het boek ”Een lintje van de koning” (uitg. Aspekt).