Stripverhaal over Geneefse reformator
Op zijn sterfbed zei Calvijn tegen de raadsleden van Genève dat hij van nature schuchter en vreesachtig was. Juist deze schuchtere man werd, met de onverschrokken Luther, door God gebruikt om de grote kerkhervorming aan te voeren. In een aantrekkelijk uitgevoerd beeld (of strip)verhaal kan jong en ouder meer over het leven van Calvijn zien en lezen.
Wat Nederland ook moge zijn, calvinistisch in ieder geval niet. Toch kom je regelmatig uitdrukkingen tegen als ”in ons calvinistische landje” of ”onze calvinistische volksaard”. In een gunstig geval betekent calvinistisch dan hardwerkend, sober. Meestal wordt de term heel negatief gebruikt, in de zin van bekrompen, zeurderig. Met Calvijn heeft dat natuurlijk niets van doen: hij is een grote onbekende en er zijn weinig calvinistische tendensen in onze samenleving te bespeuren, om het maar even eufemistisch uit te drukken. Het bijvoeglijk naamwoord is een eigen leven gaan leiden. Maar ook in het deel der natie dat zich nog wel met enig recht calvinistisch mag noemen is Calvijn, zijn leven en werk, in feite tamelijk onbekend.
”Het leven van Johannes Calvijn”, een stripboek of -zoals de uitgever het wil- een educatief beeldverhaal over het leven van de Geneefse reformator, is daarom een heel mooi initiatief. Zo kunnen jongeren, vanaf een jaar of twaalf, en ook ouderen op een aantrekkelijke manier kennis nemen van Calvijn. De tekeningen zijn erg goed. Het realistisch uitbeelden van de zestiende-eeuwse context, van stadsgezichten, kerken, kleding, huisraad en dergelijke vergt een flinke voorbereiding. Dat hebben de tekenaars goed begrepen, ze hebben er niet maar wat op los verzonnen. De uitgave ziet er professioneel uit.
De geschiedenis in het keurslijf van een stripverhaal wringen brengt een bepaalde simplificatie met zich mee. Zo zie je Calvijn op bladzijde acht trouwen met Idelette van Buren en op pagina negen bij haar sterfbed staan. Anderzijds merk je dat de tekst geschreven is door wetenschappers. Ze hebben ongetwijfeld hun best gedaan om het eenvoudig te houden, maar veronderstellen toch te veel voorkennis. Zeker voor jongeren zullen er een aantal onduidelijkheden in het verhaal staan. Dit had met (meer) voetnoten verholpen kunnen worden.
Het proces tegen Servet, die om zijn ketterijen de doodstraf krijgt, wordt relatief uitvoerig beschreven. Op een plaatje zien we Calvijn met een van woede vertrokken gezicht tegen hem uitvaren. Aangezien over de talloze protestantse martelaren met geen woord wordt gerept, is het wat overdreven correct om zo over Servet uit te wijden. Dit bevestigt eerder verkeerde beeldvorming over Calvijn dan dat het deze wegneemt.
In het middengedeelte is een katern opgenomen met nadere informatie over de leer en invloed van de kerkhervormer. Deze toevoeging geeft het beeldverhaal meer body. Alleen is de tekst nogal pittig en wetenschappelijk van aard en past hij daarom wat minder bij de laagdrempelige formule. De auteur probeert bijvoorbeeld een psychologische verklaring te zoeken voor Calvijns populariteit. Of hij somt redenen op waarom mensen voor het calvinisme kiezen. Daarbij gaat hij dan voorbij aan Gods hand in de geschiedenis, aan het wonder. Soms staan er merkwaardig vertaalde zinnen in. Zoals deze: „Later zal men ontdekken dat Johannes Calvijn niet leerstellig is, ook al is hij een man met een vaste overtuiging.” Of deze: „Het is van belang om te onderstrepen dat Calvijn geen grotere ’verleider’ is dan wie ook maar van de lutherse leiders. Dat wil zeggen: Calvijn wil zich niet laten gelden als een krachtpatser van het religieuze leven.”
voetnoot (u17(N. a. v. ”Het leven van Johannes Calvijn”, door Bernard Roussel en Yves Bizeul (tekst) en Bruno Congar en Liliane Blondel (illustraties); vertaald door Mariëlle Vleeshouwers; uitg. De Banier, Utrecht 2004; ISBN 90 336 2798 1; 30 blz.; € 7,85.