Gepruttel en gehobbel: de charme van de eend
Het is zeventig jaar geleden dat de Citroën 2CV tijdens de Autosalon in Parijs aan het publiek werd voorgesteld. Het hoge koekblikgehalte maakte de lelijke eend decennialang tot een opvallende, maar vertrouwde verschijning op de wegen. Tegenwoordig is de auto zo bijzonder dat mensen blijven staan als er eentje voorbijkomt. „De nostalgische geur en het pruttelende geluid van de motor zijn heel rustgevend.”
Annemar Otten (50) uit Baak is idolaat van haar witte eend en lid van de 2CV Club Nederland. Op een bijeenkomst van de club in Ederveen vertelt ze hoe ze erbij kwam om voor de nostalgische auto te kiezen. Haar man reed altijd motor, maar kon dat vanwege gezondheidsproblemen niet meer. De motor moest dus worden ingeruild voor een cabrio, voor hen en hun twee kinderen. Annemar: „Toen zag ik een heel schattige witte eend te koop staan. Misschien was dat niet de auto met open dak die we voor ogen hadden, maar ik vond hem geweldig. Mijn man Wil zag dat anders. „Wat moeten we met zo’n roestbak”, zei hij. Ik heb hem gelukkig toch weten te overtuigen en ziehier, we zijn nu zestien jaar verder en de witte eend is er nog steeds. Een ijzersterk bakje, waar we dol op zijn.”
Wil knikt bevestigend: „Ja, het was denk ik koudwatervrees, want toen we de eend eenmaal hadden, wilde ik niets anders meer. Wat een heerlijk autootje, het is echt een deel van het gezin. Wat de charme is? Voor mij is dat de eenvoud. Er zit niks meer in en aan een eend dan nodig. De stoelen zijn van het soort dat je in de jaren 70 op campings zag; met van die elastieken en schuimrubber. En het dak is eigenlijk gewoon een kleedje waarvan je de klemmen als een beugelfles openklikt en oprolt. Mooi is ook de slinger waarmee je de motor aan kunt draaien en die op alle eenden zit. Het toppunt van nostalgie.”
Het gezin Otten heeft heel wat vakanties beleefd met de eend. Annemar: „Het heerlijke van de auto is ook dat-ie technisch zo simpel in elkaar zit. Als er eens een knopje, handeltje of iets anders losschiet, kan ik het euvel zelf heel makkelijk verhelpen.” Wil: „Een eend is een klasse apart. Waar bij motoren en de meeste auto’s geldt hoe luxer, hoe beter, is dat bij de eend precies andersom: hoe goedkoper en eenvoudiger, hoe beter.”
Bijzonder stevig
Ondanks het feit dat de auto al bijna dertig jaar niet meer wordt gemaakt, schat Jan van Manen (64), voorzitter van de 2CV Club Nederland, dat er nog zo’n 8000 exemplaren in omloop zijn in Nederland. Wereldwijd gaat het om een veelvoud daarvan. Sommige daarvan wisselen voor bedragen tussen de 8000 en de 15.000 euro van eigenaar. Niet slecht voor een wagentje dat nieuw ooit maar 4600 gulden kostte. Dan te bedenken dat de oorspronkelijke ontwerper geen zier gaf om het uiterlijk. Maar juist deze minimalistische benadering leverde het rare, iconische model op, dat wereldberoemd werd. Zelfs totale leken op autogebied herkennen de eend uit duizenden.
Van Manen weet nog goed dat hij in 1972 als 18-jarige zijn eerste eend kocht. „Het autootje zat bijzonder stevig in elkaar, je kon op volle snelheid over drempels heen. Er zaten dan ook zes schokdempers in, in plaats van vier bij andere auto’s. En er was een keer een evenement op het circuit van Zandvoort waar 1500 eend-rijders samenkwamen. Met gemak scheurden we daar met 90 kilometer per uur door de bochten.”
„In die tijd had je twee kampen: sportievelingen reden in een Volkswagen kever en meer studentikoze en geitenwollensokkentypes kozen voor een eend. Het was een betaalbaar, maar vooral heel praktisch wagentje. Als ik ging kamperen, haalde ik de achterbank er gewoon uit en dan had ik m’n eigen kleine campertje.”
Van Manen heeft tegenwoordig een tot politieauto getransformeerde eend, een kopie van het autootje dat de Amsterdamse politie in 1980 ‘officieel’ in gebruik nam als zogenaamde bezuinigingsmaatregel – vergeleken met de vele malen duurdere politie-Porsche. Het bleek om een 1 aprilgrap te gaan, maar ook daarna bleef de auto als surveillancevoertuig maandenlang dienstdoen. Agenten vochten onderling over wie erin mocht rijden. Van Manen: „Ik werk zelf bij de politie en heb mijn eend, een Charleston uit 1984 daarom helemaal omgebouwd, inclusief tweetonige-sirene, zwaailicht en stopborden achterin.” Van Manen zet de helm en bril op en steekt zijn hoofd uit het kleine klapraampje. Net echt.
Gepruttel
In het clubhuis van de 2CV Club Nederland, met de naam In den Lelijcken Eend, komen leden maandelijks bij elkaar om over hun eenden te praten of onderdelen te kopen. Ook is er een monteur aanwezig. Marina Heimensen (33) uit ’s-Heerenberg, het jongste lid, heeft net de bestuurdersstoel van haar eend laten repareren: „Hij zakte door, dus er moesten nieuwe elastieken en vers schuimrubber in.” Ze loopt met de stoel onder haar arm naar buiten en intussen vertelt ze hoe ze als achtjarige haar juf dagelijks haar 2CV zag parkeren bij het schoolgebouw. „Ik was geïntrigeerd door die auto en ben er plaatjes van gaan verzamelen. Later legde ik geld apart en toen ik 2000 euro had en 18 jaar was, wilde ik een eend. Mijn vader vond het helemaal niks, die was meer van de stoerdere auto’s, maar toch kocht hij een eend voor mij. Ik ben eraan verslingerd. Zodra ik instap, word ik rustig. De geur, het gepruttel van de motor, het gezellige geschud tijdens het rijden, het is heerlijk. Mijn vriend denkt daar heel anders over. We zijn met de eend naar Normandië geweest, maar hij vond het veel te langzaam gaan. Dus nu rijd ik maar weer alleen en doe mee met de toertochten.”
Harm van Wessel (53) uit Hilversum had vroeger helemaal niets met de 2CV. „Als ik een eend zag, vroeg ik me altijd af wat mensen bezielde om in zo’n waggel ding te rijden.” Maar het kan verkeren. Op deze dag maakt Van Wessel koffie en soep in het eendenclubhuis. De omslag kwam zes jaar geleden toen hij door een neurologische aandoening arbeidsongeschikt raakte. „Ik ging op zoek naar een niet te dure hobby. Zo kwam ik bij de 2CV terecht. De proefrit in de eerste eend was verschrikkelijk. Ik keek dwars door de bodem heen op de weg. Helemaal weggeroest.”
Maar het snorrende geluid van de auto beviel hem, dus keek hij verder. „Zo kwam ik aan een rood-zwarte eend, type Charleston uit 1986, een van de laatste eenden die zijn gemaakt. Ik kreeg er van de eigenaar de complete historie bij, met foto’s en bonnetjes. Daar herken je de echte eendfanaat aan; die is gewoon superzuinig op z’n duck en gaat er liefdevol mee om. Daarom is het ook leuk om met andere 2CV-rijders tochten te maken. We trekken dan altijd enorm bekijks. Mensen staan stil langs de kant, maken foto’s en filmpjes en zwaaien. Zo veel sympathie roept de auto na jaren nog altijd op. Kun je nagaan als je er eentje hebt. Dan is de eend een manier van leven.”
Bestuurder moest de hoed op kunnen houden
De Citroën 2CV werd in 1948 in Parijs gepresenteerd. Het basisontwerp van de Italiaan Flaminio Bertoni lag al voor de Tweede Wereldoorlog klaar.
Het idee achter de uitzonderlijke vormgeving was dat de auto het goed moest doen op het platteland. De boer moest er zijn kippen in kunnen vervoeren, eieren dienden heel te blijven en de bestuurder moest zijn zondagse hoed op kunnen houden. Kortom: „een paraplu op wielen”, zoals de bestuursvoorzitter van de fabrikant de auto noemde. De lelijke eend, de geuzennaam die de 2CV al snel na de introductie in Nederland in 1952 kreeg, was ook nog eens licht, goedkoop en zuinig.
Tussen 1949 en 1990 werden er ruim 5 miljoen van geproduceerd, waaronder bestel- en taxi-eenden. Het ontwerp en de motor veranderden in die periode nauwelijks, alleen werd er telkens een beetje meer vermogen uit de auto gehaald. De aanduiding 2CV staat simpelweg voor Deux Chevaux Vapeur, ofwel 2 paardenkracht.
Fietsenhandelaar Edwin Groen uit Heerhugowaard bezit zo’n 300 2CV’s, de grootste eendenverzameling van ons land. Onlangs kocht hij op een veiling in Parijs een eend uit het eerste productiejaar, 1949. Hij betaalde er 75.600 euro voor, een recordprijs, en troefde daarmee bandenfabriek Michelin af, die meebood op de unieke auto. De eend staat inmiddels in het door Groen recent geopende Eendenmuseum in het Noord-Hollandse Andijk (op afspraak door groepen te bezoeken).
De 2CV Club Nederland organiseert ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de eend op 30 juni een toertocht die vanaf het Stadionplein in Amsterdam zal vertrekken.