Man heeft ereplicht tegenover vrouw
De vele gevallen van seksueel misbruik die door de MeToo-discussie aan het licht kwamen, zijn rotte vruchten van het gelijkheidsdenken. Het onderstreept dat de man zijn speciale, door God gegeven verantwoordelijkheid voor het welzijn van de vrouw op zich moet nemen, stelt John Piper.
Christelijke en onchristelijke pleitbezorgers van het gelijkheidsdenken hebben decennialang verdedigd dat de karakteristieke rollen en verantwoordelijkheden van man en vrouw in huis, kerk en cultuur alleen zouden blijken uit de competenties, de praktische bekwaamheden, van de man of de vrouw.
Aan de andere kant zijn er die geloven dat God in mannen en vrouwen diepgaande, wonderlijke, zelfs mysterieuze verschillen heeft ingeschapen en zij elkaar aanvullen. Deze mensen erkennen dat competenties de details creëren van de uitwerking van onze uiteenlopende rollen en verantwoordelijkheden, maar geloven dat de ingeschapen verschillen tussen mannen en vrouwen ook verschillende lasten en verantwoordelijkheden met zich meebrengen.
Vragend kind
Laat ik het anders zeggen. Je negenjarige zoon vraagt je: „Papa, wat betekent het om een man te zijn en geen vrouw, als ik later volwassen ben?” Of je dochter vraagt je: „Mama, wat betekent het om een vrouw te zijn en geen man, als ik later volwassen ben?” Stel dat je antwoordt met: „Het betekent dat je rijp zult zijn en wijsheid, moed, opofferingsvermogen, nederigheid, geduld, vriendelijkheid, kracht, zelfbeheersing, reinheid, geloof, hoop, liefde et cetera zult hebben. Dan ben je man”, of: „dan ben je vrouw.”
Dan geef je echter geen antwoord op de vraag. Die eigenschappen zijn absoluut goed, maar ze behoren toe aan zowel mannen als vrouwen. Hoewel de kinderen het zo niet woordelijk zullen vragen, willen ze dit weten: Is er een verschil tussen man en vrouw, buiten louter biologische verschillen om? Is er een van God gegeven, diepzinnige, mooie betekenis van mannelijkheid en vrouwelijkheid? Heb ik ingeschapen verantwoordelijkheden, simpelweg omdat ik een mannelijk of vrouwelijk menselijk wezen ben?
Verwarring
Er is een hardnekkige egalitaire onwil om die vragen met „ja” te beantwoorden. Het gelijkheidsdenken wil al onze relaties definiëren door competenties. Deze weigering om de vraag te beantwoorden of ermee belast te worden doet ons pijn. Het verwart iedereen, in het bijzonder de kinderen.
Het is niet bij verwarring gebleven. Het grootste deel van onze gelijkheidscultuur is er stellig van overtuigd dat de man niet een speciale soort zorg, bescherming en eer verschuldigd is aan de vrouw. Ook de vrouw zou die zorg, bescherming en eer niet aan de man verschuldigd zijn.
Ik geloof dat de man wél een dergelijke speciale zorg aan de vrouw verschuldigd is en dat vijftig jaar van ontkenning daarvan een van de zaden is die zeer rotte vruchten dragen, inclusief alle genoemde gevallen van seksueel misbruik. Er zijn andere zaadjes in onze cultuur, maar dit is er een van.
Laat me een paar Bijbelse bewijzen geven voor de speciale, door God gewilde en geschapen verantwoordelijkheid van de man voor de zorg, bescherming en eer jegens de vrouw. Een verantwoordelijkheid die de vrouw niet op die manier heeft jegens de man.
In Genesis 3:6 staat dat Adam „met haar” was, toen de satan Eva verleidde. In het licht van Genesis 1-4 en hoe Paulus daarover handelt in 1 Tim. 2:12 denk ik dat de auteur van Genesis, Mozes, bedoelt dat de val van Gods mooie orde in de hof voor een deel bestond uit het falen van Adam om te spreken. Hij faalde om initiatief te nemen en op te treden tegen de duivel. Hij verzuimde om de leider en beschermer te zijn, zoals God hem had geschapen. Hij faalde, en hij heeft sindsdien altijd gefaald.
Een reden van Jezus’ komst in de wereld was om dat falen te vernietigen en Adam te laten erkennen dat hij een speciale verantwoordelijkheid en last te dragen heeft. Die bestaat uit het beschermen van, zorgen voor en eren van deze vrouw.
Anticultureel
In Kolossenzen 3:19 zegt Paulus tegen de echtgenoten: „Hebt uw vrouwen lief en wordt niet verbitterd tegen haar.” Nu, dat is niet hetzelfde als „Niemand van u mag verbitterd zijn.” Paulus’ waarschuwing is een bijzondere beperking van zondige mannelijke hardheid, verbitterdheid, ruwheid en wreedheid, die duizenden jaren is doorgegaan.
De positieve tegenhanger van Kolossenzen staat beschreven in Efeze 5:22-33 op een verbazingwekkend mooie en anticulturele manier. Ik durf de stelling aan dat deze manier van spreken tegen elke cultuur op onze planeet ingaat. Niets daarvan is aanwezig in enige cultuur op de wereld, tenzij het geworteld is in deze tekst. Er is niets te vinden wat gelijk is aan de leiding, bescherming, bewaring en koestering door Jezus, zoals die gelegd zijn op de man – niet omdat hij meer competent is, maar omdat hij een man is.
Deze verhouding tussen man en vrouw is niet inwisselbaar, net zo min als Christus en de kerk onderling verwisselbaar zijn. Vanuit de Schrift, zowel uit de scheppingsgeschiedenis als uit andere plaatsen, trek ik de conclusie dat deze speciale last die op de man gelegd is niet alleen iets is voor achter de voordeur of binnen het huwelijk. Mannelijkheid geldt ook buitenshuis, tegenover elke vrouw.
Eer geven
In 1 Petrus 3:7 roept Petrus echtgenoten ertoe op met hun vrouwen samen te leven „met verstand.” Dat motiveert Petrus op twee manieren. De eerste manier is gebaseerd op natuurlijke verschillen, als Petrus het heeft over de vrouw „als het zwakkere vat.” De tweede –„mede-erfgenamen der genade des levens”– is gebaseerd op de geestelijke uniciteit van christenen.
De eerste is voor nu belangrijk. Petrus spreekt over het eer geven aan de vrouw als het zwakkere vat. Hij richt zich tot de man, die sterker is dan de vrouw, en vraagt: „Hoe zal een man zich verhouden tot een vrouw als zij zwakker is, kwetsbaarder voor zijn kracht?” Het antwoord is: „door eer te geven.”
Deze eer heeft God speciaal in de man geschapen als de sterkere en is niet wederkerig. Het is een eer die vloeit van de sterkere naar de zwakkere, van de man naar de vrouw, juist omdat hij man is en doorgaans meer fysieke kracht en sterkte heeft dan de vrouw.
Mannelijke moed
Dit goddelijke ontwerp voor de man is essentieel voor het welzijn van gezin, kerk, maatschappij, en vrouwen in het bijzonder. Miljoenen mensen in onze tijd zouden deze exclusief Bijbelse opdracht liever willen opofferen dan ook maar enigszins verraad te willen plegen aan de uitgangspunten van het gelijkheidsdenken. Toch is juist deze opdracht gegeven voor het welzijn van de vrouw.
We hebben twee dingen verloren: enerzijds een goddelijk verbod op mannelijke ondeugd, en anderzijds een goddelijk gebod tot mannelijke moed. De reden hiervan is dat we weigeren om ook maar te denken in termen van mannelijkheid en vrouwelijkheid zoals ze door God zijn geschapen en onderscheiden.
We hebben onze hoop gevestigd op de mythe dat de oproep tot algemene menselijke deugd voldoende zou zijn om een mooie maatschappij van wederzijds respect te creëren. Dit gelijkheidsdenken, zonder aandacht voor de specifieke deugden die vereist worden van man en vrouw, blijft in gebreke. Mannen moet geleerd worden, al vanaf de tijd dat zij nog kind zijn, dat het tot hun mannelijkheid behoort om een speciale verantwoordelijkheid te voelen voor de zorg, bescherming en eer van vrouwen. Juist omdat ze man zijn.
John Piper is oprichter van en docent bij desiringGod.org en directeur van Bethlehem College & Seminary. Hij was 33 jaar predikant van Bethlehem Baptist Church, Minneapolis, Minnesota. Hij schreef meer dan vijftig boeken, waaronder ”A Peculiar Glory” (2016).