Elk kind heeft biddende ouders nodig
Vraag: Wij weten dat de geloofsopvoeding in de eerste plaats een plicht is van ons als ouders. In de praktijk vinden wij dit echter best lastig. Het is onze diepe wens dat onze kinderen betrokken raken op God en het geloof. Wat kunnen we hierin doen?
Geloofsopvoeding is het belangrijkste waartoe God christenouders roept. Hij vraagt van hen een basishouding die doorwerkt in alle andere aspecten van de opvoeding. Een basishouding van volkomen afhankelijkheid van God vraagt het toevertrouwen van het eigen leven en dat van de kinderen aan God. Dat kan alleen door de Heilige Geest, Die God belooft aan Zijn kinderen te geven.
Het gezin heeft de meeste invloed op de geloofsontwikkeling van kinderen. Wat kinderen thuis meekrijgen, heeft grote invloed op de rest van hun leven. Het gezinsleven is vaak druk en vol uitdagingen. Dat zorgt er mede voor dat de (geloofs)opvoeding niet eenvoudig is. Het is een uitdaging die ouders mogen aangaan, waarbij God hen wil helpen.
Voor u en uw kinderen
Het is goed om in de eerste plaats te kijken naar wat de Bijbel zegt over kinderen en geloof. In Genesis 17:7 lezen we al over het verbond dat de Heere God opricht: „En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u.” Het is een eeuwig verbond dat van Gods kant nooit wordt verbroken.
Mozes roept het volk op tot het liefhebben van de Heere hun God. Hij voegt eraan toe dat ze Gods woorden in hun hart moeten bewaren en hun kinderen moeten inscherpen. Dat ze daarvan altijd en overal moeten spreken (Deut. 6:7).
Jozua geeft het volk het goede voorbeeld als hij zegt: „Aangaande mij en mijn huis, wij zullen de Heere dienen!” (Joz. 24:15). In Psalm 78 zingt Asaf dat het goed is om het volgende geslacht de lof van de Heere, Zijn sterkte en Zijn wonderen door te geven.
Een prachtig gedeelte uit het Nieuwe Testament is dat uit Markus 10, waarin Jezus de kinderen zegent. Vervolgens staat in Handelingen 2:39: „Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen die daar verre zijn.”
Natuurlijk is deze opsomming verre van volledig, maar ze laat wel zien dat christenouders mogen pleiten op Gods verbond en van daaruit hun kinderen Gods woorden moeten inscherpen. Dat betekent inprenten of voorhouden en laten toepassen.
Bidden en pleiten
Ouders worden dus opgeroepen hun kinderen Gods woorden in te prenten. Noodzakelijk is dat de ouders zelf een levende relatie met God hebben. Dat ze hun zorgen, noden en verlangens in geloof en vertrouwen bij Hem brengen. Dat ze Hem om wijsheid bidden (Jak. 1:5). Daar waar ouders bidden in Jezus’ Naam en naar Zijn wil, zullen ze op Zijn tijd zeker verhoord worden.
Ouders mogen ook pleiten op Gods beloften. Als God in Ezechiël 36 belooft een nieuw hart en een nieuwe geest te zullen geven, betekent dit dat ouders hierop mogen pleiten, voor zichzelf en hun kinderen. Zij mogen hun gebed persoonlijk maken: „Heere, wilt U mijn dochter (naam noemen) een nieuw hart en een nieuwe geest geven, zoals U Zelf belooft te zullen doen? Ik vraag U dit in Jezus’ Naam.” Zo’n gebed is naar Gods wil en zal de Heere op Zijn tijd zeker verhoren.
Bij name
Matthew Henry zegt in zijn boekje ”Christus en de kinderen”: „Bid onophoudelijk voor uw kinderen, bid voor hen evenals voor uzelf op vaste tijden, zoals Paulus deed voor zijn vrienden. Noem hen bij name in al uw gebeden. Wees persoonlijk in uw gebed. Bid voor ieder afzonderlijk, zoals de heilige Job brandoffers bracht voor zijn zonen naar hun aller getal. Wij brengen hen tot Christus, als wij onze eigen wil omtrent hun heil volledig ondergeschikt maken aan Zijn wil, in het geloof dat Hij zal geheiligd worden, en wij daarom vrede zullen hebben.”
Behalve bidden is ook Bijbellezen belangrijk. Ouders moeten hun kinderen van jongs af aan voorgaan in gebed en Bijbellezen, zodat deze dingen voor hen heel normaal zijn. Het mag echter ook weer geen routine worden. Daarom is het belangrijk dat ouders kunnen verwoorden wat gebed en Bijbellezen voor henzelf betekent. Dat ze open durven te praten over hun persoonlijke relatie met de Heere God.
Natuurlijk is het hierbij van belang om aan te sluiten bij de leeftijd van de kinderen. Heel jonge kinderen, van 0 tot 3 jaar, hebben vooral rust, veiligheid en geborgenheid nodig. Dit is belangrijk om later op een goede manier een eigen (geloofs)identiteit te kunnen ontwikkelen.
Grote rol
Vanaf een jaar of 3 kunnen de Bijbelverhalen een grote rol spelen. Het is belangrijk dat deze zo verteld of voorgelezen worden dat kinderen zich erin kunnen inleven. Verder is het belangrijk dat de ouders met hen over het geloof praten in een taal die zij begrijpen.
Oudere kinderen, van 7 tot 12 jaar, zijn leergierig en kunnen psalmen, liederen en Bijbelteksten uit het hoofd leren. Parate kennis is erg belangrijk en komt vaak terug in de gedachten op de momenten dat dat nodig is.
De vader is als hoofd van het gezin verantwoordelijk voor de geloofsopvoeding. Natuurlijk is het belangrijk als zijn vrouw hem hierbij helpt. Daarbij mogen zij samen vragen of Gods Geest hun wil laten zien hoe ze hun huisgodsdienst moeten inrichten.
Natuurlijk spelen hierbij gezinssamenstelling en gezinsomstandigheden een rol. Waar ouders echter bereid zijn God de prioriteit in hun leven en gezin te geven, daar moet het mogelijk zijn om in elk geval één keer per dag als gezin samen te komen rondom Gods Woord. Misschien is dat moment na het avondeten of voor het naar bed gaan van de kinderen. De vader kan beginnen met een kort gebed en daarna een paar verzen uit de Bijbel lezen. Oudere kinderen kunnen meelezen in hun eigen Bijbel. Een leesplan en/of dagboek kan voor de ouders als hulpmiddel dienen.
Naast het danken voor de zegeningen en het belijden van zonden is het goed om te bidden voor dagelijkse dingen zoals een toets, een verjaardag of een andere gebeurtenis. Zo leren kinderen dat God op elk facet van hun leven betrokken wil zijn. Daarnaast is het goed om te bidden voor de noden van andere christenen en in de wereld, en voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Het is goed om kinderen al jong in eigen woorden te leren bidden. Bij het praten over geestelijke dingen is het belangrijk dat de ouders dicht bij hun hart blijven. Een paar woorden uit het hart hebben meer effect dan honderd woorden uit het verstand. Vragen stellen kan helpen de betrokkenheid van de kinderen te vergroten.
Voorleven
Naast de Bijbel is het leven van hun ouders het belangrijkste boek dat kinderen lezen. Dat leven moet liefde tot God en de naaste laten zien, in woord en daad. Kinderen mogen zien en voelen hoe belangrijk God, het gebed, de Bijbel en de eredienst voor hun ouders zijn. Ze dienen te merken dat de gebeden uit het hart komen en niet uit plichtsbesef worden gedaan.
Ze zien hoeveel tijd en energie ouders stoppen in de godsdienstoefening en hoe ze reageren op beproevingen. Ze zien of hun ouders werkelijk geloven dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben (Rom. 8:28). Of die echt de zonde haten en vertrouwen op Jezus Christus en of ze bereid zijn zichzelf te verloochenen en vriendelijk, barmhartig en vergevingsgezind zijn voor anderen en hen aansporen tot liefde en goede werken. Het mag in de geloofsopvoeding niet alleen om regels gaan. Kinderen voelen haarfijn aan of ouders vanuit het geloof leven.
Websites over geloofsopvoeding
Tips
Houd elke dag stille tijd en betrek God in alles.
Neem tijd voor elkaar en ga geduldig en liefdevol met de kinderen om.
Hecht aan de kleine momenten; verbind gewone gezinsmomenten met het geloof.
Neem tijd voor de geloofszaken, zoals bidden en Bijbellezen.
Oefen in het vrijuit praten over God en het geloof.
Neem vragen serieus, ook de moeilijke. Vraag door.
Leer kinderen in eigen woorden te bidden.
Probeer de boodschap van de preek in eigen woorden over te brengen.
Praat met andere ouders en wissel ervaringen uit.
Bezoek thema-avonden, gezinsdagen en opvoedkringen.
Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan de pedagogen Mirjam Blom en Anja Helmink. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@rd.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.