Opinie

Paastoespraak paus niet per se pro-Palestijns

Als we de paus als ambassadeur van de Palestijnse zaak kwalificeren, hebben we te weinig begrepen van óf de unieke positie van de Heilige Stoel óf de complexiteit van het Israëlisch-Palestijnse conflict, stelt Eddy Aangeenbrug.

Eddy Aangeenbrug
5 April 2018 10:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:58
„In 2014 bezocht paus Franciscus Israël en de Palestijnse gebieden. Hij erkende daarbij slim de politieke symbolen van beide kampen.” Foto: Paus Franciscus en de Israëlische premier Netanyahu in Jeruzalem. beeld EPA
„In 2014 bezocht paus Franciscus Israël en de Palestijnse gebieden. Hij erkende daarbij slim de politieke symbolen van beide kampen.” Foto: Paus Franciscus en de Israëlische premier Netanyahu in Jeruzalem. beeld EPA

”Paus uit zorgen over geweld in Heilige Land”, kopten Nederlandse media na de traditionele zegen ”urbi et orbi” (”Voor de stad (Rome) en voor de wereld”), die de paus zondag uitsprak.

De pauselijke oproep voor vrede in het Heilige Land is al zo oud als het Israëlisch-Palestijns conflict zelf. Maar zijn verwijzing naar de Palestijnse protesten in de Gazastrook, waarbij hij inging op de conflicten die „de weerlozen niet sparen”, gaat een stapje verder. Tegen de achtergrond van de omgekomen Palestijnse demonstranten lijkt zijn opmerking een opgeheven vinger tegen het Israëlische leger. Dat roept de vraag op: Hoe partijdig is het Vaticaan eigenlijk in het Israëlisch-Palestijnse conflict?

Allereerst: de diplomatieke betrekkingen tussen het Vaticaan en Israël kunnen niet worden losgetrokken van de geschiedenis tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Joden. Die geschiedenis is na twee millennia bijzonder beladen, zowel in historisch als in psychologisch opzicht.

Een formeel keerpunt in het kerkelijk denken kwam in 1965, toen het Tweede Vaticaans Concilie het document ”Nostra Aetate” publiceerde. Daarin werd een streep gezet door de collectieve schuld van Joden voor de kruisiging van Jezus en werd krachtig afstand genomen van antisemitisme.

Erkenning Joodse staat

Die theologische toenadering betekende nog niet dat het Vaticaan en Israël elkaar als vrienden in de armen sloten. Pas na de val van het communisme, de Golfoorlog en de Madrid Conferentie, waarop het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen in gang werd gezet, drong de ”nieuwe wereldorde” tot het Vaticaan door. De Rooms-Katholieke Kerk besefte dat, wilde ze invloed uitoefenen op de status van Jeruzalem en de heilige christelijke plaatsen in het Midden-Oosten, ze maar beter de diplomatieke betrekkingen met Israël kon normaliseren. In 1993 erkende het Vaticaan eindelijk de staat Israël.

Voor paus Johannes Paulus II, die in de Tweede Wereldoorlog op het gymnasium Joodse vrienden had en niet ver van het Joodse getto in Krakau woonde, was het herstel met de Joodse gemeenschap een persoonlijke zaak. Zo bezocht hij als eerste paus de synagoge in Rome en maakte hij in 2000 een pelgrimage naar het Heilige Land.

Reprimande

Die loyaliteit betekende nog niet dat het Vaticaan zich kon vinden in de politieke keuzes van Israël. In 2001 gaf de paus in zijn nieuwjaarstoespraak voor ambassadeurs Israël er flink van langs, vanwege het militaire optreden tijdens de al-Aqsa-intifada. De diplomatieke betrekkingen raakten ernstig bekoeld. In 2004 werd de verhouding weer genormaliseerd, na zachte aanmoediging van de Verenigde Staten.

Dat ook paus Franciscus het militaire optreden van Israël nu publiekelijk bekritiseert, zal veel Israëli’s (voor zover die het ”urbi et orbi” überhaupt hebben meegekregen) voeden in hun stille, chronische wantrouwen jegens het Vaticaan. Een wantrouwen dat, ondanks de sterke verbetering van het interreligieuze dialoog, als een vlammetje blijft branden, en incidenteel wordt aangewakkerd.

Om een paar van die momenten aan te stippen: bij de Palestijnse gijzeling van de Geboortekerk in Bethlehem (2002) verdedigde het Vaticaan, bij monde van de paus en de Osservatore Romano (de officiële staatskrant van het Vaticaan), het gebruik van de kerk als ‘schuilplaats’. Israël werd aangewezen als agressor. Tijdens de operatie Gegoten Lood (2009) veroordeelde paus Benedictus het geweld in Gaza pas nadat Israël als tegenreactie bombardementen had uitgevoerd. Niet voor die tijd al, toen Israëlische burgers werden bedreigd door raketaanvallen. En dan is er nog de Vaticaanse erkenning van de Palestijnse Staat (2015).

Politieke steun

Dat ook de huidige paus aan het Heilige Land een bezoek heeft gebracht, overtuigt maar weinig Israëli’s ervan dat ze kunnen rekenen op steun van het Vaticaan. Voor Israël geldt een duidelijk criterium voor vriendschap: politieke steun in moeilijke tijden. En in weerwil van pauselijke pelgrimages en religieuze toenadering, die politieke steun zal en kan het Vaticaan niet geven.

Daarvoor staat er voor het Vaticaan misschien ook te veel op het spel, niet het minst de bescherming van christelijke minderheden in het Midden-Oosten. Bovendien zijn er meer hete hangijzers bij de diplomatieke betrekkingen tussen Israël en het Vaticaan. Zo steggelen de partijen al jaren over de juridische positie van kerkeigendommen. En het Vaticaan blijft voorstander van VN-resolutie 181, die onder meer een bijzondere internationale status voor Jeruzalem behelst.

Verwarrend

Is het feit dat het Vaticaan en Israël politiek niet op één lijn zitten voldoende om te stellen dat de paus pro-Palestijns is? Die conclusie is te kort door de bocht. Met name omdat ze geen recht doet aan de unieke ”transnationale” positie van de Heilige Stoel, waardoor de Rooms-Katholieke Kerk als moreel kompas juist boven politieke spanningen uitstijgt. Bovendien doet die conclusie tekort aan de persoonlijke inspanningen van paus Franciscus voor vrede en verzoening.

In 2014 bezocht paus Franciscus Israël en de Palestijnse gebieden. Hij stond stil bij de tombe van Theodor Herzl, voorman van het zionisme, én bij de veiligheidsmuur rond Bethlehem. De paus erkende slim de politieke symbolen van beide kampen. Zowel van de Palestijnen, getraumatiseerd onder de Israëlische bezetting, als van de Israëlische slachtoffers van Palestijns geweld, die het verdienen om in vrijheid in hun land te wonen.

Dat de paus zich niet aan één politieke groepering verbindt, is verwarrend voor zowel Israëli’s als Palestijnen. Die zijn zodanig betrokken in het conflict dat meerduidigheid of nuancering per definitie als verraad geldt. Verwarrend is het ook voor ons, journalisten en lezers, omdat we geneigd zijn het Israëlisch-Palestijnse conflict te duiden in termen van dader en slachtoffer. Als we de paus dan als ambassadeur van de Palestijnse zaak kwalificeren, hebben we te weinig begrepen van óf de unieke positie van de Heilige Stoel óf de complexiteit van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

De auteur studeerde Midden-Oostenstudies in Tel Aviv en liep stage op de Nederlandse ambassade bij de Heilige Stoel (Vaticaanstad).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer