Vloerverwarring bij een nieuwbouwhuis
We kunnen er lang of kort over praten, maar het is het nieuwbouwhuis geworden, en daarom moest ik op zoek naar een vloer.
Rond de tijd dat de aannemer een factuur stuurde voor het leggen van de ruwe begane-grondvloer, piekerde ik me suf. Wat voor vloer zou nou straks het beste zijn: hout, steen, pvc, laminaat, marmoleum of een gietvloer?
In mijn oude huis lag een houten vloer, waarvan ik alleen wist dat het grenen was, en die ik nooit in de was zette omdat de honden anders wekenlang met zigzagpoten over het oppervlak zouden schaatsen. ’s Winters zaten er grote kieren tussen de planken. Makkelijk, daar kon je stof en zand zo in vegen.
Het liefst koos ik weer een massieve, heen en weer schuivende grenen vloer. Maar met vloerverwarming is dat niet handig. Massief hout isoleert, wat jammer is van het rendement van de verwarming.
Nee, dan keramische tegels! zei de mevrouw van de tegelafdeling in een groot woonwarenhuis. Tegels zijn het allerbeste bij vloerverwarming. Ze laten warmte door én houden die lang vast. Ideale combinatie. Bovendien: je hebt ze tegenwoordig in de prachtigste houtlook. Die tegels zien eruit als hout, ze hebben zelfs nerven en knoesten. Alleen hoef je zo’n vloer nooit te oliën, en hij wordt niet kaal op de looppaden. Daarnaast zijn tegels duurzaam, ze zijn nog van vóór het wegwerptijdperk.
Terwijl de verkoopster een offerte maakte, bekeek ik een verdieping lager de pvc-vloeren. Ook nét echt hout. En goedkoper dan tegels, zei de verkoper, die met verve zijn pvc aanprees, alsof de tegelmevrouw boven geen collega was, maar een concurrent. Pvc heeft ook nerven en knoesten. Pvc is populair, en met vloerverwarming óók al een droomcombinatie. Met twee offertes ging ik de deur uit.
Maar, dacht ik opeens, toen ik tijdelijk op koude, terracottakleurige plavuizen in een vakantiehuisje leefde: hout is hout en steen is steen. Waarom wordt hout zo nageaapt? Hout is uniek. Gegroeid uit een boom. Tegels mogen eruitzien als tegels.
Dus bekeek ik keramische tegels in ouderwetse terracottakleuren. Alleen: hoe komt roodbruin over in de woonkamer? En neem je dan de grote tegel van 46x46 centimeter, of kies je voor een mix van kleinere, met af en toe een blauw tegeltje tussendoor?
Dat laatste is grappig. Ja dat is ’m. En dan in de gang de blauwe variant met af en toe een rood tegeltje… Iets laten terugkomen in de keuken…
„Kijk uit dat het geen kermis wordt hè”, zei een van de honderd vrienden en/of bekenden die ik raadpleegde. Hm. Kermis, dat willen we niet.
In het dorp waar mijn nieuwe huis verrijst, zit behalve een Spar ook een vloerenzaak. Eigenaar Tim verkoopt alle soorten vloeren – behalve tegels. Want hij heeft een veel beter idee: gietvloeren! In gietvloeren zitten geen lelijke voegen. Ze vormen één strak, glad geheel. Glad, ja… Nee, niet heel glad, zei hij. Er kan een bepaalde coating overheen die de vloer supersterk maakt.
In woonbladen zien gietvloeren er schitterend uit. Strak, eenvoudig, modern. Je kunt kiezen uit allerlei kleuren – van grijze cementkleurige tot diepdonkergroene of vaagbruine. Een alternatief is marmoleum, vertelde Tim erbij. Oogt haast net zo strak. De grondstoffen van marmoleum zijn lijnolie, houtmeel, kleurpigmenten, pijnhars, kalksteen en jute. De ingrediënten van gietvloeren klinken chemischer, al bestaat ook daarvoor weer een leverancier die een natuurlijke variant levert.
Op een dag kwam er een mevrouw langs die stofzuigers verkoopt, en zij bracht het enige materiaal waar ik nog niet serieus over had nagedacht alsnog in beeld: vloerbedekking. Nu leek me dat met huisdieren niet handig, maar, betoogde zij: als je mijn wonderbaarlijke stofzuiger koopt is het wél een aanrader, want vloerbedekking houdt stof en vuil vast, dat op harde vloeren maar rond hangt te zweven en de lucht vervuilt – en dat stof en vuil zuig je met deze stofzuiger feilloos op! Het is dus de schoonste optie. Vindt zij. Goed voor allergische mensen, ook.
Maar ja… om nu eerst 2000 euro uit te geven voor een stofzuiger om vloerbedekking te kunnen nemen?
Moet er eigenlijk wel een vloer komen? Is het soms ook genoeg als het beton van dat nieuwbouwhuis straks een likje verf krijgt en meer niet? Maar wat voor verf dan?
Nee hè…
Binnenkort meer over tijdelijk ergens wonen.
Keuzestress
Een (gekleurde en persoonlijke) samenvatting van de vloerenzoektocht.
l Laminaat. Ooit was het glad en plasticachtig, maar tegenwoordig heb je heel mooie soorten. Betaalbaar. Ik vrees alleen dat hondenpoten er niet goed grip op krijgen door de harde kunststof toplaag. Als er een waterbak omver gaat en je ziet het niet direct, dan schijnt laminaat te kunnen opkrullen of bol staan.
l Pvc. Ook heel mooi, en lijkt sprekend op hout. Sterk. Stil. Maar ja, het blijft nephout hè? En hoe zit het met die vluchtige chemische stofjes die het vrijgeeft – net als bij vinyl?
l Marmoleum. Sterk, duurzaam, natuurlijke grondstoffen, gemaakt in Nederland… De marketingafdeling had een makkelijke klant aan mij: het verhaal overtuigde me nog meer dan de uitstraling van het product zelf. Duurder dan vinyl, goedkoper dan een gietvloer.
l Gietvloer. Strak, modern. Er gaan verhalen rond over scheuren. En bij de effen variant schijn je veel te moeten vegen/dweilen. Prijzig.
l Lamelparket. Kan met vloerverwarming. Hout is kruiselings verwerkt, zodat het niet te veel kanten op kan bewegen. De bovenlaag bestaat uit enkele millimeters eikenhout, bijvoorbeeld. Ziet eruit als een massief houten vloer, en vraagt ook hetzelfde soort onderhoud. Dan kun je dus weer lekker aan het wrijven en boenen.
l Grenen vloer. Blijf ik heel mooi vinden. Heeft iets levends. Ook al is hij voor het nieuwe huis niet praktisch.
l Vloerbedekking. Het allerhuiselijkst. Maar er gaat huisstofmijt in wonen, zelfs in de soorten die antiallergisch worden genoemd.
serie Verhuizen
Verhuizen! Leuk hoor. Maar wat een gedoe ook. Waarom zou je ergens anders willen wonen, en wat komt erbij kijken? Deel 8: vloeren kiezen.