Vogels noemde het zorgwekkend hoe slordig CAO–partijen zijn met het aanleveren van cijfers. Hij twijfelt onder meer aan de cijfers in de bedrijfstakken bouw, schoonmaak– en glazenwassers, particuliere beveiliging, hoveniers en taxivervoer. „Het is een enorm gegoochel met cijfers, die regelmatig veranderen en nauwelijks te controleren zijn," aldus Vogels.

Een woordvoerster van het ministerie van Sociale Zaken stelde dat de informatie van werkgevers en vakbonden zeker wel getoetst wordt. „Er zijn voldoende waarborgen ingebouwd. Zo vragen wij altijd een accountantsverklaring als er bedenkingen zijn."

Het aantal werknemers dat valt onder een werkgeversorganisatie die de CAO afsluit, is bepalend voor het algemeen verbindend verklaren van de collectieve arbeidsovereenkomst door het ministerie van Sociale Zaken. Ten minste 60 procent van de werknemers moet werken bij een bedrijf dat is aangesloten bij de werkgeversorganisatie.

Vogels heeft in samenwerking met Sdu–Uitgevers onderzoek gedaan naar de afspraken die werkgevers en vakbonden maken in CAO’s. Na de zomer worden de onderzoeksgegevens door Sdu–Uitgevers uitgebracht in het boek ’CAOcompact’.

Daarin wijst Vogels op de taxibranche die voor het algemeen verbindend verklaren van hun CAO in 2003 opgaf dat er 30.000 mensen in de sector werken. Een jaar later bleek dat er 47.500 werknemers zijn. Tegelijkertijd meldt de brancheorganisatie KNV op de eigen internetsite dat er circa 25.000 werknemers (52,6 procent) werken in de sector.

Een ander voorbeeld is volgens Vogels de Vereniging van Particuliere Beveiliging (VPB). De organisatie gaf voor de CAO in 2003 bij het ministerie op dat bij hun leden 9776 werknemers in dienst zijn. In hele sector zouden 13.911 personeelsleden werken. Op de internetsite van de VPB staat echter dat er 30.000 beveiligers in Nederland actief zijn.