De afgelopen week kwam het eerste belangrijke macro-cijfer dinsdagochtend uit in de vorm van de Ifo-conjunctuurindicator. Deze betrouwbare barometer voor de ontwikkeling van de Duitse economie vertoonde in februari de vierde achtereenvolgende stijging en bereikte het hoogste niveau in zes maanden.

Dezelfde dag bleek dat het vertrouwen van de Amerikaanse consument in februari onverwacht sterk was gedaald. Op de aandelenmarkten bracht dit een negatieve reactie met zich mee, aangezien het consumentenvertrouwen als een ”leading indicator” voor de economischeontwikkeling wordt gezien.

De op woensdag gepubliceerde stijging van de orders voor duurzame goederen maakte al snel een einde aan de twijfels over de kracht van het naderende economisch herstel. Hetzelfde gold in nog sterkere mate voor voorzitter Greenspan van het Amerikaanse stelsel van centrale banken (Fed), die op dezelfde dag aangaf dat de Amerikaanse economie bezig is met een conjunctuuromslag. Wel maakte hij de kanttekening dat het herstel gematigd zal zijn. De consumptiegroei zal niet hoog zijn aangezien deze ook niet sterk afnam tijdens de afgelopenrecessie en de bedrijfsinvesteringen worden voorlopig nog geremd door de overinvesteringen in 1999/2000. Per saldo schetste Greenspan in de ogen van Effectenbank Stroeve een gematigd positief macro-economisch beeld voor de aandelenmarkten.

De obligatiemarkt reageerde naar de mening van Effectenbank Stroeve te positief op de door Greenspan uitgesproken verwachting dat de inflatie dit jaar zeer gematigd blijft. Ook de analisten van Stroeve gaan hier van uit, maar denken dat de Fed dit alleen kan bewerkstelligen als zij de rente in de tweede helft van het jaar optrekt met circa 0,75 procent.

Gisteren werden in Europa nog tegenvallende cijfers gepubliceerd: een krimp van de Italiaanse economie in het vierde kwartaal en een daling van de detailhandelsverkopen in de eurozone. De meeste aandacht ging echter naar nieuwe positieve en ook beter dan verwachte cijfers betreffende de Amerikaanse economie. Stijgende gezinsinkomens gingen in januari hand in hand met een toename van de bestedingen, terwijl in dezelfde maand ook de bouwuitgaven toenamen.

Het belangrijkst was echter dat de inkoopmanagersindex in februari een forse stijging vertoonde en ruim boven de 50 uitkwam. Dit laatste geeft aan dat de Amerikaanse industrie weer een stijgende productie vertoont. De industrie maakt weliswaar slechts 20 procent van de economie uit, maar is veel cyclischer dan de dienstensector. Als de industriële productie in de VS eenmaal op gang komt, zullen geleidelijk aan de investeringen weer toenemen en vervolgens ook de werkgelegenheid.

Volgende week maandag staan vertrouwenscijfers voor de eurozone op het programma. De marktverwachting is dat zowel consumenten als producenten in februari met meer optimisme tegen de economische vooruitzichten zijn gaan aankijken. Het consumentenvertrouwen wordt in de eindfase van een neergaande conjunctuur -van een recessie in Europa mogen we nietspreken- vaak aangetast door een oplopende werkloosheid. Tot dusver is de arbeidsmarkt echter slechts in beperkte mate verslechterd. Producenten laten hun stemming doorgaans in sterke mate bepalen door de orderontvangsten. Recente cijfers waren wat dit betreft overwegend positief.

Dinsdag worden de werkloosheidscijfers in de eurozone over januari gepubliceerd. Verwacht wordt dat deze waarschijnlijk opnieuw licht zijn opgelopen. Als percentage van de beroepsbevolking bleef deze in de voorgaande vier maanden stabiel op 8,5 procent, maar voor januari gaat Effectenbank Stroeve uit van 8,6 procent.

Mild winterweer heeft in januari een rem gezet op een verdere stijging van de werkloosheid in Duitsland. De zwakte van de Duitse economie vorig jaar heeft het aantal werklozen volgens de consensusverwachting niettemin opgestuwd met circa 20.000. Stroeve verwacht dat de werkloosheid zeker nog tot medio dit jaar zal toenemen.

Vrijdag wordt wat betreft het macronieuws de interessantste dag. ’s Morgensvroeg zal blijken hoe sterk de terugval van de Japanse economie in het vierde kwartaal van 2001 is geweest. Gelet op eerder gepubliceerde macro-indicatoren hebben de particuliere consumptie en de buitenlandse handel een licht positieve bijdrage geleverd aan de BBP-groei, maar werd dit meer dan teniet gedaan door dalende bedrijfsinvesteringen.

De Amerikaanse werkgelegenheid is afgaande op de consensusverwachting in februari voor het eerst niet gedaald, de werkloosheid is na de onverwachte daling in januari waarschijnlijk wel opgelopen.

Op de aandelenmarkten lagen de financiële fondsen in het begin van de afgelopen week onder druk om later in de week wat op te krabbelen. Dinsdag zullen Ordina en Getronics hun jaarcijfers presenteren. Bij beide ondernemingen zal de negatieve impact van prijsdruk en lagere bezettingsgraden zichtbaar zijn in de cijfers.

Ook twee Nederlandse voedingsbedrijven presenteren deze week de jaarcijfers. Voor Nutreco, dat dinsdag de cijfers bekendmaakt, gaan wij uit van een lichte winstdaling naar 88,3 miljoen euro. De situatie op de zalmmarkt is nog steeds niet verbeterd sinds de winstwaarschuwing innovember. Voor de agri-business verwachten wij daarentegen dat de resultaten in 2001 sterk verbeterd zijn.

Donderdag zal Numico zijn jaarcijfers wereldkundig maken, na in januari al de omzetcijferste hebben gegeven. Wij gaan uit van daling van de winst per aandeel. Donderdag zal Ahold zijn jaarcijfers, na de omzetcijfers in januari al bekend te hebben gemaakt, presenteren. Stroeve taxeert een winst per aandeel voor goodwill en buitengewone baten en lasten van 1,73 miljard euro (+15 procent), wat in lijn is met de afgeven doelstelling.

Deze rubriek komt tot stand in samenwerking met Effectenbank Stroeve.