Terughoudend mediagebruik is in lijn met Genesis 3 en 4
Gezin, school en kerk doen er goed aan als ze samen vanuit Schrift en belijdenis lijnen trekken om het mediagebruik in te kaderen, reageert Henk Wagterveld.
Wim Büdgen en Sjaak Jacobse roepen (ouders) ertoe op het kinderhart te vormen met het oog op verantwoord mediagebruik (RD 23-3). In hun bijdrage worden ouders aangestipt die eigenlijk niet willen nadenken over mediaopvoeding en het liefst hun kinderen bij alle vormen van media vandaan houden. Plaatsen deze ouders zich niet langs de zijlijn? Jongeren hebben immers vooral inspirerende voorbeelden nodig. Volwassenen (ouders) die bereid zijn om hun richting te geven.
Mij bekroop het gevoel dat hier op z’n minst sprake is van enige eenzijdigheid. Terecht wordt de vinger gelegd bij de taak van opvoeders ten aanzien van de vorming van het hart. Toch worden mijns inziens de ouders die een grote mate van terughoudendheid betrachten te gemakkelijk gepasseerd.
Deze ouders zijn, als het goed is, oprecht betrokken op het geestelijk welzijn van hun kinderen. Zij willen ook graag ouders zijn die inspireren, leesbare brieven zijn, nieuwe techniek gebruiken (zolang dit hun levensdoel niet in gevaar brengt) en dicht bij de jongeren staan. Welke ouder zou dat niet willen?
Het kost veel ouders moeite om de voortgang van de techniek bij te houden en een open houding tegenover hun kinderen aan te nemen. Daarnaast zijn er genoeg jongeren die in deze zaken gesloten zijn tegenover hun ouders. Ouders ervaren een enorme worsteling rond de vraag hoe hiermee om te gaan.
Hoge vlucht
Als we kijken naar ict, dan zien we binnen ruim een halve eeuw een zeer snelle ontwikkeling van de mechanische computer naar de smartphone en uiteindelijk ”internet is overal”. De computer kreeg een ontstaansimpuls in de Tweede Wereldoorlog. In de jaren tachtig van de vorige eeuw nam de personal computer een hoge vlucht. De versnelling kwam pas goed op gang in de jaren negentig en met name in de afgelopen tien jaar, met de introductie van de smartphone en de opkomst het ”internet of things” (IOT).
Sommige ouders maken zich (terecht) zorgen over de gevolgen hiervan. En zij hebben oude papieren. In Genesis 3 wordt ons de diepe val van de mens getekend. Direct daarop volgt in Genesis 4 een eerste beschrijving van de ontwikkeling van techniek. Daarin zien we hoe de mens steeds verder van God afdwaalt.
Breinboeien
Bezinning hierop is al jaren gaande. Die was eerst gericht op de computer, vervolgens op internet en de laatste jaren vooral op de smartphone. Met de komst van nieuwe media vloeiden internet, televisie, radio en telefoon ineen. Daarmee kwamen ook film, toneel en drama binnen handbereik.
Diverse kerkvaders en oudvaders stonden afwijzend tegenover toneel, vanwege de heidense oorsprong ervan, het uitbeelden van zonden en het stimuleren van zondige volksgewoonten en vermaken. In het recente verleden werd er in de reformatorische gezindte bezwaar gemaakt tegen de televisie als een werelds medium dat bijdraagt aan een nivellering van geestelijke en zedelijke opvattingen.
Vanuit de wetenschap wordt er gewezen op de gevaren van het veelvuldig gebruik van internet, en met name het altijd online zijn via de smartphone. Prof. dr. Theo Compernolle beschrijft in zijn populairwetenschappelijke boek ”Ontketen je brein” hoe er diverse breinboeien zijn die het functioneren van het brein belemmeren. Bijvoorbeeld altijd online zijn, multitasken, negatieve stress en slapeloosheid.
Het belangrijkste kader voor onze (media)opvoeding is Gods Woord. De Schrift wijst ons op de verdorvenheid van de mens (Gen. 6:5) en spoort ons aan om deze wereld niet gelijkvormig te worden (Rom. 12:2), matig en godzalig te leven (Titus 2:12) en de eer van God op het oog te hebben (1. Kor. 10:31). We worden aangespoord om onze jongeren met een Bijbelse leefwijze voor te gaan en hun op het hart te drukken dat ze matig en voorzichtig met media omgaan. De Heere wil zo’n opvoeding zegenen. Daarvoor hebben ouders natuurlijk gebed nodig: „Och, schonkt Gij ons de hulp van Uwen Geest” (Ps. 119:3, berijmd).
Samen optrekken
Het is begrijpelijk dat verschillende ouders er moeite mee hebben om hun kinderen een smartphone te geven of te laten kopen. En natuurlijk willen ze toezicht houden op het computer- en internetgebruik. Deze opstelling heeft, zoals aangetoond, oude papieren. Maar helaas voelen deze ouders zich vaak met de rug tegen de muur staan, omdat ze zich niet begrepen voelen door andere ouders, scholen en kerken.
Daarom zoeken ze steun bij elkaar en willen ze gezamenlijk lijnen trekken, ervaringen delen en zich voortdurend bezinnen. Vaak vormen ze een oudercollectief. Ook deze ouders proberen in een open houding tegenover hun kinderen het gesprek over moderne media aan te gaan. Ook zij weten immers dat uitstel van smartphonegebruik geen afstel betekent.
Om zo veel mogelijk gezamenlijk op te kunnen trekken, dienen gezin, school en kerk op elkaar afgestemd te zijn. Het is nodig dat ouders die voldoende kennis en kunde hebben zich op mediaopvoeding bezinnen, samen met hun kerkenraad en in goed contact met de scholen. Ook dienen kerkenraden een visie op mediagebruik te ontwikkelen en dit uit te dragen binnen de gemeenten. Omdat ouders en kerkenraden participeren in schoolbesturen, kunnen ook de scholen hierbij betrokken worden.
We weten dat de praktijk weerbarstig is. Daarom zijn er initiatieven zoals Yona en Mediawijzer. Met in ons achterhoofd de stellingname van kerkvaders en oudvaders in het verleden, doen we er goed aan vanuit Schrift en belijdenis lijnen trekken om mediagebruik (voorzichtig) in te kaderen.
De auteur is werkzaam in de ict en ambtsdrager binnen de Hersteld Hervormde Kerk.