Column: Streven naar perfectie
De illusie om perfectie na te streven is passé. Aldus de eerste zin van een artikel in de Metro van 15 maart. De volgende zin relativeert het wel enigszins: „In elk geval wel als het gaat om het uiterlijk.” Dan volgt een korte evaluatie van deze constatering: „Ik moet zeggen dat het bijna klinkt alsof de modewereld een stukje ”volwassener” is geworden.”
De ”ik” in deze zin is modetrendwatcher Renske Mennen. De aanleiding tot haar bespiegelingen over het failliet van de perfectie is het optreden van Amy Deanna, een fotomodel met de huidaandoening vitiligo, die huid en haar op termijn van pigment ontdoet.
Bij het artikel staat een foto van Winnie Harlow, ook een fotomodel met vitiligo, voor wie de aandoening een extra belasting betekent, omdat zij van zichzelf een donkere huidskleur heeft. Daarin ontstaan nu allerlei witte vlekken. Maar dat deert haar niet, evenmin als het Amy deert. Waarom zou je allemaal moeten passen in de mal van wat ”ideale schoonheid” zou zijn? Mag het ook een beetje anders?
Mennen beschrijft ook hoe ze vroeger een trouwe kijker was van Hollands Next Topmodel, waar vrijwel alleen slanke jongedames met een perfect egale huid door de selectie kwamen, maar waar nu heel wat meer variatie toegestaan wordt. Er is zelfs een cosmeticamerk, CoverGirl, dat individuele verschillen benadrukt, ten opzicht van het oude ideaal van een soort barbiepop. Het merk Missguided (let op de dubbele bodem in de naam) werkt met paspoppen die ook lijken te lijden aan vitiligo en aanverwante ziekten.
Het is een interessante observatie dat het nastreven van perfectie voorbij is. Bevrijdend klinkt het. Ooit heeft de VPRO een documentaire uitgezonden onder de titel ”Beperkt houdbaar”, waarin schrijnende verhalen klonken van meisjes die steeds meer van hun geld uitgaven aan cosmetische operaties die hen steeds dichter bij de ideale schoonheid moesten brengen. Maar elke operatie bleek beperkt houdbaar. Al snel kwamen ze erachter dat het ideaal toch nog een operatie verder lag, en daar gingen ze weer. Perfectie is een harde meester en het afschaffen ervan kan dan ook bevrijdend werken.
Zelf moest ik bij het lezen van dit stuk denken aan een recente ervaring, toen wij een nieuwe tafel voor in de woonkamer en een paar nieuwe eetkamerstoelen kregen. Ik was bij de levering de enige op dat moment aanwezige ontvanger en zag bij het uitpakken meteen dat de tafel op een aantal plaatsen beschadigd was. Maar toen zag ik dat ook bij de stoelen de verf er hier en daar af leek te zijn gekomen.
De beschadigingen waren van dien aard dat mij de moed ontzonk om aan de gespierde bezorgers te vragen of het zo wel in orde was. Bovendien schoot mij toen in gedachten hoe de spijkerbroeken van veel jongeren er tegenwoordig uitzien. De gaten daarin zijn soms zo groot dat je de knieën erdoorheen ziet komen. Van dat fenomeen wist ik inmiddels wel dat het zo hoorde. Die broeken zijn ook wat duurder dan de niet-gescheurde exemplaren, omdat er een extra handeling nodig is voor de accessoire ”scheur”. Blijkbaar is juist het niet-volmaakte tegenwoordig in de mode.
Toch heb ik mijn aarzelingen om dit inderdaad te zien als een afschaffing van de perfectie. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat mensen die rondlopen met een kapsel dat volledig in de war zit, er ’s morgens mogelijk een behoorlijke tijd mee bezig geweest zijn om hun haar juist in de volmaakte in-de-warheid te krijgen, waarmee ze zich met gepaste trots kunnen vertonen. Zou het kunnen zijn dat de perfectie anders gedefinieerd is, maar dat er nog steeds sprake is van het nastreven van een perfectie?
Ik zie in technologische ontwikkelingen nog niet zo veel van het verdwijnen van perfectiestreven. Het gaat, zeker in de retoriek eromheen, nog steeds over een wereld zonder ziekten en dood, waarin we ‘onbeperkt’ kunnen communiceren. Het beheersingsdenken zit diep in ons en het is niet waarschijnlijk dat we dat zomaar gaan opgeven.
Is perfectie dan niet wenselijk? Zeker is het dat, maar niet voor deze gebroken werkelijkheid. Eenmaal komt de dag van de volmaaktheid die van boven komt, en dat is pas echt de perfectie die niet tot slaaf maakt, maar juist bevrijdt.
In het Metro-artikel vertelt een schoonheidsspecialiste dat zij afzag van het verbeteren van littekens in haar huis, want: „Thank God – dit laat mij inmiddels koud.” Die dank is natuurlijk pas oprecht als we ons door Hem laten richten op de volmaaktheid van de nieuwe werkelijkheid die aanbreekt bij Christus’ wederkomst.
Prof. dr. Marc J. de Vries is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft.