DNA van lang levende moeder speelt rol bij bereiken hoge leeftijd kind
Extreem lang levende moeders, niet zozeer de vaders, geven aan hun kinderen gezondheidsfactoren door die gunstig zijn voor een lang leven. Dat bleek donderdag uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
Sinds 2001 wordt er in het LUMC onderzoek gedaan onder lang levende ouderen en hun kinderen: de Leiden Lang Leven Studie, onder leiding van hoogleraar moleculaire epidemiologie prof. Eline Slagboom.
De onderzoekers volgen meer dan 400 families waarvan meerdere leden ouder zijn geworden dan 90 jaar (mannen) en 95 jaar (vrouwen). Deze mannen en vrouwen werden niet alleen ouder dan personen die in hetzelfde jaar waren geboren, ze werden ook gezonder oud en werden pas later getroffen door ouderdomsziektes.
Uit een nieuwe deelstudie blijkt nu dat met name de moeders de lange levensduur lijken door te geven aan hun kinderen en niet de vaders. „Als een van de ouders langlevend is, zie je dat kinderen de meeste kans hebben om ook oud te worden als die langlevende de moeder is”, aldus Slagboom voor NPO radio 1.
Een reden hiervoor kan zijn dat de moeder het DNA van de mitochondriën, de energiecentrales in de lichaamscellen, doorgeeft aan het kind. Mitochondriën bezitten hun eigen DNA. Dit DNA wordt overgeërfd via de eicel van de moeder.
Het mitochondriale DNA van een kind is dus altijd afkomstig van de moeder, in tegenstelling tot het overige DNA, dat van beide ouders afkomstig is.
„De mitochondriën zijn heel belangrijk om gezond oud te worden”, zegt Slagboom. Ze zorgen ervoor dat voedingsstoffen, zoals glucose en vetten, worden omgezet in energie. Al eerder bleek uit het Leidse verouderingsonderzoek dat kinderen van de langlevenden minder hartinfarcten, diabetes, artrose en hoge bloeddruk hadden dan hun partners met dezelfde leef- en voedingswijze. Ook hadden ze een lagere bloeddruk en betere bloedwaarden wat betreft onder meer hun cholesterol, bloedsuiker, insuline en schildklierhormonen. beeld RD