Christelijke vrijheid?
De beraadslagingen in de Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn vorige week in een tussenoplossing geëindigd. Vrouwelijke predikanten komen er voorlopig niet in dit kerkverband. De vrouwelijke ouderling is wel geaccepteerd, al zal een volgende Landelijke Vergadering, waarin alle kerken rechtstreeks vertegenwoordigd zijn, zich hierover nog definitief moeten uitspreken. Vrouwelijke diakenen kent men al geruime tijd.Die voorzichtige en gefaseerde besluitvorming maakt wel duidelijk dat de vrouw in het ambt een gevoelig thema is. En dat naar verschillende kanten: in eigen kring maar vooral in relatie tot andere kerken.
In het geheel van de brede gereformeerde gezindte opereren de Nederlands gereformeerden op de linkervleugel. De term modern gereformeerd, die voorheen vooral voor de Gereformeerde Kerken werd gebruikt, is in bepaalde opzichten ook op hen van toepassing. De binding aan de belijdenis nemen ze ruim. Ook in andere opzichten ondergaan ze sterk de invloed van de moderne cultuur.
Zo wordt ook in het rapport over vrouwelijke ouderlingen en predikanten een ruim gewicht toegekend aan de hedendaagse opvattingen over de man-vrouwrelatie. Het zou de doorwerking van het Evangelie belemmeren wanneer de kerk daar fundamenteel tegenin ging.
Vandaar dat men geen boodschap had aan de zogenaamde zwijgteksten in het Nieuwe Testament. Volgens de commissie die het desbetreffende rapport heeft samengesteld, was de kwestie van de vrouw in het ambt niet op te lossen op basis van exegese alleen.
Overigens vond die benadering bij de Nederlands gereformeerden geen unanieme instemming. Gelukkig niet, want op deze manier wordt het Woord van God krachteloos gemaakt in een (vergeefse) poging om bij de wereld in het gevlei te komen.
Daarnaast was er het probleem dat de Nederlands gereformeerden hier en daar op plaatselijk niveau nauwe contacten gelegd hebben met christelijke gereformeerde of vrijgemaakte kerken. Die kennen de vrouw in het ambt niet, al zijn in beide kerken mensen te vinden (ook predikanten) die daar zonder meer voor zijn. Tot dusver zijn zij echter in de minderheid en in de Christelijke Gereformeerde Kerken is hun standpunt expliciet afgewezen.
Het over de hele linie invoeren van vrouwelijke ambtsdragers zou de verhoudingen tussen de Nederlands gereformeerden en de beide andere kerken onder druk zetten. Zeker bij een deel van de christelijke gereformeerden is de animo voor deze contacten toch al gering.
De beslissing om de vrouwelijke predikant nog niet in te voeren is vooral een pragmatische. Meer dan ouderlingen en diakenen opereren predikanten op landelijk niveau. Zij zijn ook meer gezichtsbepalend naar buiten toe. Maar hoe lang zal men dit inconsequente standpunt kunnen en willen volhouden?
Met haar besluit wil de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken de kerken niet verplichten tot vrouwelijke ambtsdragers, maar slechts de mogelijkheid daartoe openen. De kwestie moest gezien worden in het kader van de christelijke vrijheid, als een middelmatige zaak waarover men verschillend kan oordelen, zonder dat daardoor de onderlinge band op het spel komt te staan.
Zoiets klinkt altijd aardig. Maar op die manier kan men gemakkelijk allerlei fundamentele zaken onderuit halen. Naarmate steeds meer meningsverschillen als middelmatige zaken gerekend worden en steeds meer kwesties geboekt wordt onder het hoofd christelijke vrijheid, kunnen wereldse opvattingen en wereldse leefpatronen gemakkelijker ingang vinden in de kerk en in het dagelijks leven van kerkmensen. Ook van kerken en kerkleden die zich gereformeerd noemen.