Uitzendkrachten luchtvracht krijgen nabetaling
Uitzendkrachten hebben recht op hetzelfde loon als vergelijkbare vaste werknemers. Het maakt daarbij niet uit of ze via een ingewikkelde constructie zijn ingehuurd. Tot die conclusie komt de kantonrechter in Haarlem in een zaak die zestien flexwerkers hebben aangespannen tegen de uitzendbureaus Flexcargo en DMW.
Zij kregen tussen 2011 en 2015 het minimumloon betaald voor hun werk in een vrachthal op Schiphol van DHL en Menzies World Cargo. Hun collega’s in directe dienst bij die pakketbezorgers hadden een cao en kregen meer betaald.
De rechtbank oordeelt dat de uitzendbureaus dat verschil alsnog moet uitbetalen. Dat ze veel arbeidskrachten ‘doorleenden’ aan andere uitzendbureaus voordat ze bij DHL of Menzies terechtkwamen, doet daar niets aan af. De bedragen die benadeelde uitzendkrachten tegoed hebben, variëren van 3000 tot 28.000 euro per persoon.
Volgens de advocaat van de zestien flexwerknemers, Michiel Vergouwen, is het de eerste keer dat de rechter zo uitvoerig motiveert waarom doorgeleende uitzendkrachten niet minder mogen verdienen dan cao-werknemers. „Het juridisch spannende hieraan is dat dit soort schijnconstructies worden doorzien en dus ontmanteld kunnen worden.”
FNV noemt de uitspraak van groot belang omdat door een schijnconstructie wordt heen geprikt. Dit is niet alleen relevant in deze zaak, maar bijvoorbeeld ook in de onlangs door de FNV gestarte zaak tegen PostNL, waar ook met een doorleenconstructie wordt gewerkt, zo stelt de bond.
Flexcargo was niet direct bereikbaar voor commentaar.