Column (ds. J. Belder): Treurig
In de NRC van zaterdag stond een openhartig gesprek met schrijfster Franca Treur (1979). Het ging vooral over de psychische consequenties van haar opvoeding binnen het gereformeerde milieu.
Sinds ”Dorsvloer vol confetti” kwam zij naar eigen zeggen steeds meer los van haar wortels. In het interview ontmoeten we echter een vrouw die daar nog volop mee bezig is. Een zekere wrok richting dat „refowereldje” stak de kop op. Wellicht mede door teleurstellende reacties op haar publicaties, lezingen en interviews. De schrijfster ziet zelfs een raakvlak met IS. Ik ben voorzichtig, Franca Treur ook, maar het vermoeden is gewekt. Hoe summier ook. Boos is ze nog steeds op de dominee die in deze krant haar geestelijk testament leeg noemde. Nu is het natuurlijk maar net wat je daaronder verstaat. Als Treur beweert dat „alles wat mensen over God zeggen door henzelf is bedacht”, lijkt de door haar bewonderde Harry Kuitert weer even terug te zijn. Die uitspraak was overigens verre van origineel. Ik prees het altijd in Treur dat zij zich niet liet verleiden tot een slachtofferrol. Dat is sedert zaterdag anders. „Als iemand me leuk vindt, denk ik al snel: Die vergist zich, want ik bén niet leuk. Dat is wel te herleiden tot dat enorme zondebesef.” De refowereld zou het je opdringen.
Laat ik haar mogen geruststellen: ik herken me helemaal in het eerste gedeelte van die ontboezeming, terwijl ik een volslagen seculiere opvoeding kreeg. En voor de onverzadigbare dorst naar complimenten, vooral uit eigen omgeving, hoef je beslist niet in een ‘zware’ kerk te zijn gepokt en gemazeld. Treur, die ook psychologie studeerde, moet beter weten.
Dat het geweten, aangewakkerd door de preek, je fel beschuldigt na diefstal van 100 gulden uit moeders portemonnee, is toch een zaak om dankbaar voor te zijn?! Bij hoeveel mensen functioneert het geweten niet of nauwelijks (meer)?
Mooi is het slot van het vraaggesprek. Onlangs hield Franca Treur een lezing in haar geboortedorp Meliskerke. Ik kan me voorstellen dat ze daar erg tegen opzag, maar „het viel alles mee met de mensen en met de leer.” Dus toch…
Maar die leer kan nooit om het kruis heen en dus niet om de schuld. In een boekje uit 1973 schreef de gereformeerde dr. Okke Jager (en het raakte me diep): „Op Golgotha moeten wij voor de dag komen met onze eigenlijke, onze zwaarste schuld: DAT HIJ DAAR HANGT. Op Goede Vrijdag moeten wij spreken over God, dood en schuld; maar ik kan ook zeggen: op Goede Vrijdag leren wij onze mond te houden.”
Een leven kan vol zijn en toch leeg. Het is maar net hoe je het bekijkt.