Qatar moet Seattle doen vergeten
De 142 lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) praten vanaf aanstaande vrijdag in het golfstaatje Qatar vijf dagen lang over verdere liberalisering van de wereldhandel. Of er na de zogenoemde Uruguay-ronde, die in 1994 werd afgesloten, een nieuwe ronde van wereldhandelsoverleg van de grond komt, is allerminst zeker. Ministers en diplomaten zijn hoopvol, maar over enkele cruciale onderwerpen ontbreekt nog overeenstemming.
Qatar wordt de ontmoetingsplek van enkele duizenden politici, diplomaten, journalisten en andere belanghebbenden. Het is de grootste wereldhandelstop in twee jaar. De bijeenkomst moet het vorige topoverleg, in 1999 in Seattle, doen vergeten. De Amerikaanse havenstad was toen het toneel van felle protesten van WTO-tegenstanders en onenigheid in de conferentiezaal, waardoor de lancering van een nieuwe wereldhandelsronde uitbleef.
Afgang
Een afgang is ook nu niet uitgesloten. De papieren zijn echter wel beter dan twee jaar geleden. Diplomaten hebben de afgelopen weken in Genève, het hoofdkwartier van de WTO, ontwerpteksten voorbereid die minder gaten vertonen dan in Seattle. „Er liggen nu slechts nog onderwerpen waar alleen ministers over kunnen besluiten”, zei een diplomaat hoopvol.
Vooral Stuart Harbinson uit Hongkong is veel lof toegezwaaid. Hij wist als voorzitter van de algemene vergaderingen van de WTO in Genève de partijen met slimme compromissen bij elkaar te krijgen. In Qatar is het de taak van WTO-directeur Mike Moore om daaraan een vervolg te geven.
De lidstaten van de WTO zijn onmiskenbaar dichter tot elkaar gekomen. Daar leek het in de zomer niet op, maar de terreurdaden in de VS en de verslechterde wereldeconomie hebben de situatie drastisch gewijzigd. De wil tot internationale samenwerking is groter geworden. Volgens de Amerikaanse handelsgezant Robert Zoellick kan meer vrijhandel een succesvol wapen zijn in de strijd tegen terrorisme.
Ontwikkelingslanden
Vorige week waren de WTO-lidstaten vol optimisme over het slagen van het wereldhandelsoverleg in Doha. Staatssecretaris Ybema (Economische Zaken), die namens Nederland naar het Midden-Oosten afreist, zei dat de kans op succes „groter is dan die ooit is geweest.”
De positieve geluiden komen echter met name uit het Westen. Ontwikkelingslanden zijn er niet zeker van of zij wel zo veel baat hebben bij een nieuwe handelsronde. Ze hebben nog altijd grote moeite met de verdragen van de Uruguay-ronde. Nieuwe afspraken zouden alleen maar extra ballast zijn.
De rijke landen zullen in Qatar de ontwikkelingslanden veel moeten bieden, willen die overstag gaan, zo hebben India en Pakistan al aangekondigd. Tijdens de laatste onderhandelingen in Genève bleek er nog een grote kloof te zijn tussen vraag en aanbod.
De ontwikkelingslanden wilden al voor Qatar concessies zien, maar dat is niet gelukt. Daarbij gaat het onder meer om meer markttoegang, uitstel dan wel wijziging van bestaande verdragen en het naar voren halen van toekomstige beloftes van het Westen. Deze kwesties zijn echter op voorstel van Harbinson opgeschoven naar Qatar.
Patenten
Gevaarlijker is de grote ruzie over de bescherming van patenten, vastgelegd in het zogenoemde Trips-verdrag ten tijde van de Uruguay-ronde. Ontwikkelingslanden zijn woedend over de pogingen van de VS en Canada om onder het patentrecht van Bayer op het miltvuurmedicijn Cipro uit te komen. De woede is zo groot omdat de VS van versoepeling van de patentrechten op aids-medicijnen niets willen weten.
Bij patentbescherming staan de derde wereld en de VS, Canada en Zwitserland, gesteund door de farmaceutische industrie, lijnrecht tegenover elkaar. De Europese Unie staat hier tussenin en moet volgens Ybema proberen de verschillen te overbruggen. „De politieke gevoeligheid is veel groter dan wij dachten”, aldus de bewindsman afgelopen week tegen de Tweede Kamer. „De posities zijn gepolariseerd geraakt.”
Moeilijke tijd
De EU gaat in Qatar toch al een cruciale rol vervullen. Bij gevoelige onderwerpen zoals landbouw, handel & milieu en investeringen & mededinging staat Europees commissaris Pascal Lamy (Handel), die namens alle EU-landen onderhandelt, bijna helemaal alleen. Flexibiliteit en een pragmatische benadering zijn dan ook een vereiste, stelt Ybema. Lamy zal bovendien moeite genoeg hebben om de EU-gelederen gesloten te houden.
„De ministers gaan een moeilijke tijd tegemoet om de verschillen uit de weg te ruimen, al denk ik dat het zal lukken”, verklaarde een WTO-ambassadeur afgelopen donderdag in Genève. „De meesten erkennen dat we ons geen nieuw Seattle kunnen veroorloven.”