Cultuur & boeken

Taalcolumn: Poetsen bakken en kolen stoven

Iemand in het ootje nemen, een poets bakken, een kool stoven, een loer draaien, in de maling nemen: de uitdrukkingen betekenen ongeveer hetzelfde. Je neemt iemand beet, je houdt hem voor de gek, je fopt hem, je neemt hem ertussen. Maar waarom ootje? En hoezo poets, kool en loer? En wat betekent maling?

23 March 2018 15:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:53
Een valkenier die een valk traint. beeld iStock
Een valkenier die een valk traint. beeld iStock

Het ootje is tamelijk voor de hand liggend. Het is het verkleinwoord van de letter ”o”: een cirkel. Als je iemand midden in de kring zet en hem dan bespot, maak je hem belachelijk. Het komt van een knikkerspel, waarbij ”ootjes” (kringetjes) worden getekend met één knikker als mikpunt. In een rijmpje uit 1654 komt onze betekenis al voor: „Laatst raakten eens Kupidootje/ In ’t ootje/ Van vijf, zes Juffertjes loos./ Zy quelden ’t kleine Gootje/ Zo euvel, tot dat hy wierd boos.” Dat is dus meer dan voor de gek houden. Pesten, zouden wij zeggen.

Dat onaangename zit er ook in als je iemand een poets bakt. Het heeft niets met de poetsdoek van doen. Pots, poets, ”putze” (Duits) of ”puts” (Zweeds) staat voor grap. Denk aan de potsierlijke clown, die we nog steeds aan kunnen duiden als potsenmaker. Maar waarom moet die poets gebakken worden? Bakken staat voor klaarmaken: je bereidt iemand een onaangename verrassing. Vroeger zeiden ze wel dat je iemand een worst braadde. Je onthaalt hem op een niet zo fijne grap. In het verlengde daarvan ligt het stoven van een kool. Je levert iemand een streek door hem iets onaangenaams te bereiden. In verleden eeuwen waren er vele varianten: iemand een appel stoven, iemand een papje koken, iemand een koek of taartje bakken, iemand een vijg koken of iemand een oliekoek te likken geven.

De uitdrukking over de gedraaide loer zou kunnen komen uit de wereld van de valkeniers. Als valken afgericht moeten worden, gebruikt de trainer een met zand gevulde leren buidel met een stukje vlees erop. Aan een riem draait hij de loer, zoals de buidel heet, rond. Als de valk op z’n vermeende prooi toesnelt, trekt de valkenier snel de loer weg. De vogel wordt dus bedot met de ronddraaiende buidel. Op zo’n manier kun je ook een mens voor de gek houden.

En dan de maling. Die kan staan voor een maalstroom, een draaiing. Een maling van gedachten, zoals men dat in de 17e eeuw zei, is dus een maalstroom van gedachten. Je kunt daar zo door bezet zijn dat je in de maling bent: in onzekerheid verkeert, in verwarring bent. Vervolgens kun je mensen in de maling houden (in onzekerheid laten verkeren) en in de maling nemen (in de war brengen, voor de gek houden).

Kortom, wie iemand beet wil nemen, heeft in onze taal tal van manieren om daar uitdrukking aan te geven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer