Volgens R. Kiewiet van It Fryske Gea op Ameland kwam de storm „precies op het verkeerde moment.” Verschillende soorten meeuwen, de scholekster en de lepelaar zijn het slachtoffer geworden.

Duizenden vogels vliegen volgens Kiewiet onrustig heen en weer bij de ongeveer 200 hectare grote Amelandse kwelder. „De ouders kunnen het nest niet meer vinden. Het is een triest gezicht. Langs de vloedlijn liggen allemaal kapotte eieren”, aldus de natuurliefhebber.

Op Schiermonnikoog zijn ongeveer 2000 nesten van kokmeeuwen weggespoeld. Ook de kuikens van de kolonie visdieven hebben de storm niet overleefd. O. Overdijk van Natuurmonumenten op Schiermonnikoog stelt dat de kwelder de laatste jaren vaker overstroomt dan vroeger.

Een oorzaak hiervoor kan Overdijk niet geven. De vogels kunnen volgens hem nog wel een nieuw legsel doen. „Maar de tijd is krap. Het wordt dan al snel te koud”, aldus Overdijk.

Volgens regiocoördinator L. Dijksen van Sovon Vogelonderzoek Nederland is de storm van de afgelopen dagen niet geheel nieuw. „Het stormde dit jaar voor de vierde keer op rij in vier jaar tijd. Vorig jaar stormde het in mei. Nu was het later in het seizoen, zodat sommige vogels al voldoende zijn gegroeid. Dat beperkt de schade hopelijk nog wat.”

Kwelders zijn stukken land die direct, zonder duinenrij of dijken, aan ondiepe getijdengebieden zoals de Waddenzee grenzen. Ook in het deltagebied komen kwelders voor; die worden daar schorren genoemd. Bij hoge waterstanden worden kwelders overspoeld met zeewater. Met het zeewater meegevoerde zand- en slibdeeltjes kunnen dan bezinken.

Afhankelijk van hoe hoog de kwelder is gelegen ten opzichte van de gemiddelde hoogwaterstand, staat de kwelder bij elke vloed of alleen bij stormvloeden onder water. Door het regelmatige zoutbad kunnen er op de kwelder alleen maar planten groeien die tegen een flink zoutgehalte in de bodem kunnen. Sommige biologen noemen kwelders daarom ook wel zoutmoerassen.