Bert Staat: Biddend toeleven naar debat
Na bijna dertig jaar neemt Bert Staat (58), fractieleider van de CU/SGP in de gemeenteraad van Dordrecht, afscheid van de plaatselijke politiek. „Er was ruimte voor een principieel geluid.”
Staat kreeg de voorliefde voor politiek met de paplepel ingegoten. „Mijn vader zat voor de SGP in de gemeenteraad van Zwijndrecht. Toen we naar Dordrecht verhuisden, werd hij daar voorzitter van de plaatselijke kiesvereniging. In huize Staat werd veel over politiek gesproken. Als jongere van een jaar of 17 was ik actief voor de SGP-studievereniging Dordrecht/Zwijndrecht.”
In het voorjaar van 1990 werd hij burgerraadslid voor de SGP/RPF/GPV, later gewoon raadslid, daarna fractievoorzitter. Als groentje kreeg hij het aan de stok met PvdA-wethouder Janse over de vernieuwing van de spoorbrug tussen Dordrecht en Zwijndrecht. „Er moest op zondag worden geheid. Ik probeerde dat tegen te houden, maar kreeg nul op het rekest. Ik kreeg het van die ervaren wethouder behoorlijk voor mijn kiezen. Een leerzame ervaring.”
Zondagsrust
De zondagsrust vormt een rode draad in zijn politieke loopbaan. „In 2014 werd besloten dat de winkels alle zondagen open mogen. CU/SGP, CDA en SP waren tegen, 27 raadsleden stemden voor. Een dieptepunt! De zondag is door de Heere als rustdag ingesteld. Bovendien is het voor iedereen heilzaam om één dag in de week te rusten en is het voor kleine winkeliers onhaalbaar zeven dagen in de week open te zijn.” Staat stelt vast dat steeds opnieuw wordt geprobeerd die zondagsopenstelling verder op te rekken. „Nog steeds bestaat de dreiging om de winkeliers van winkelcentrum Sterrenburg te verplichten om op zondag open te gaan. Ik heb de fractie op het hart gebonden deze kwestie nauwlettend te blijven volgen.”
Getuigenis
De koopzondagen zorgden voor pittige discussies. Staat zwijgt even. Zegt dan: „Ik zag best tegen zulke debatten op. Je hebt een afwijkend standpunt waar weinig mensen begrip voor hebben. Anderzijds: ik leefde er altijd biddend naartoe. Dan mag je ondervinden dat je door de Heere geholpen wordt.” Volgens Staat is de verstandhouding in de raad goed en bestaat er ruimte om van tijd tot een getuigenis te laten horen. „Het gaat er ook om hoe je je woorden kiest, maar er wordt naar je geluisterd en zeker niet de spot met je gedreven.”
Een christenpoliticus moet niet alleen getuigen. Hij hoort zich ook te onderscheiden door zijn gedrag, benadrukt Staat. „De CU/SGP bezet 3 van de 39 raadszetels. Dordrecht telt 118.000 inwoners en 120 nationaliteiten. Ik heb de fractieleden voorgehouden zichzelf te blijven, herkenbaar te zijn. Consequent zijn in wat je doet en zegt. Bovendien kun je je geen uitglijders veroorloven. Dat geldt voor elk raadslid, maar zeker als christen lig je onder een vergrootglas. Daarnaast moet je je werk goed doen en je terdege voorbereiden. Ik vond het belangrijk om aanwezig te zijn in de stad, sloeg uitnodigingen voor bijeenkomsten nooit af.” Staat waarschuwt voor het gebruik van Twitter. „Dat is zo’n vluchtig medium. Ik ben er nooit aan begonnen, het zou voor mij een valkuil zijn. Ik ben erg impulsief, voor je het weet verstuur je iets waardoor je grote schade aanricht. Je moet je ambt waardig invullen, zeker als SGP’er.”
Staat –zelf ras-SGP’er– is dankbaar voor de langdurige samenwerking met de CU –en voorheen RPF en GPV– die in Dordrecht al tientallen jaren stand houdt. „Natuurlijk zijn er verschillen, zeker in geloofsbeleving. Maar over de belangrijkste politieke punten denken we hetzelfde. Die samenwerking koesteren we in een stad als Dordrecht.”
Lijstduwer
Staat zet zich tot de laatste dag voor de volle honderd procent in voor zijn stad en is als lijstduwer actief in de verkiezingsstrijd. Straks volgt het afscheid. „Na 28 jaar is het mooi geweest. Het is tijd om het stokje door te geven: er staan capabele, jonge mensen klaar om me op te volgen. Natuurlijk ga ik het missen. Het is een voorrecht om volksvertegenwoordiger te zijn. Je weet precies wat er speelt in de stad en hebt veel contacten met inwoners en medebestuurders. Nu het afscheid dichtbij komt, bekruipt me een gevoel van weemoed. Ik ben dankbaar dat ik van de Heere de kracht heb gekregen om dit naast mijn baan bij Rijkswaterstaat te doen. Nooit was ik ziek, dat krijg je van boven.”
Hoe hij zijn vrije tijd straks gaat invullen, weet Staat nog niet. „We zien wel wat er op ons pad komt. In ieder geval meer tijd besteden aan onze kinderen en kleinkinderen en mijn lieve vrouw Nellie. We verheugen ons erop dat we eindelijk wat meer tijd samen door kunnen brengen. Nellie stond altijd vierkant achter me en cijferde zich vaak weg, zodat ik dit werk kon doen.”