Bagdad betaalt ambtenaren Koerdische regio
De Iraakse regering heeft voor het eerst in jaren weer geld overgemaakt voor ambtenarensalarissen in de Koerdische Autonome Regio. Daarmee is weer een stap gezet richting het normaliseren van de betrekkingen tussen Bagdad en Koerdische autoriteiten.
De centrale regering draaide de geldkraan dicht in 2014. Het Iraakse leger sloeg toen op de vlucht voor Islamitische Staat, waarna de Koerden de controle kregen over belangrijke olievelden bij Kirkuk. Ze begonnen de olie zelf te verkopen, waarop Bagdad stopte met het sturen van geld.
Het conflict escaleerde vorig jaar, toen inwoners van de Koerdische regio in een referendum besloten tot afscheiding. Het Iraakse leger rukte vervolgens op naar Kirkuk. Ook werden strafmaatregelen genomen, zoals een verbod op internationale vluchten naar de Koerdische regio. Die maatregel is eerder deze maand geschrapt.
Het ministerie van Financiën heeft nu ook 317 miljard dinar (zo’n 218 miljoen euro) voor ambtenarensalarissen overgemaakt naar de Koerdische autoriteiten. Zij bevestigen het geld te hebben ontvangen.