Relatie tussen Arabische en Joodse Israëliërs verslechtert
De relatie tussen Joodse en Arabische Israëliërs wordt er niet beter op, blijkt uit een onderzoek. Een zorgelijke trend. Leiders van beide bevolkingsgroepen doen er wijs aan maatregelen te nemen.

Eenvijfde van de 8,5 miljoen Israëliërs is Arabier. Deze Arabische Israëliërs wonen meestal in eigen dorpen en steden of in eigen wijken. Maar op het werk, in winkelcentra en op de universiteiten gaan Arabieren en Joden nauw met elkaar om. Ze wonen in hetzelfde land en daarom is het belangrijk dat de verhoudingen goed blijven.
De Israëlische Arabieren, ook wel Israëlische Palestijnen of Palestijnse burgers van Israël genoemd, vormen een andere groep dan de ruim vier miljoen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
Professor Sammy Smooha is al jaren geïnteresseerd in de verhouding tussen Arabische en Joodse Israëliërs. De socioloog van de Universiteit van Haifa geeft al meer dan 40 jaar leiding aan wat heet de ”Index van Arabisch-Joodse Relaties”. Die geeft informatie over veranderingen in de denkbeelden over elkaar. Hij ziet dat beide bevolkingsgroepen in 2017 negatiever over elkaar dachten dan in 2015.
De Universiteit van Haifa verspreidde vorige week gegevens over het onderzoek. In het persbericht staat dat er onder Arabieren een afname is van de bereidheid om Israël te accepteren als een staat met een Joodse meerderheid. Toch wil bijna tachtig procent niet verhuizen naar een Palestijnse staat zodra die wordt opgericht. En zestig procent geeft er de voorkeur aan om in Israël te wonen in plaats van enig ander land.
Onder Joden ziet Smooha steeds minder burgers die Arabieren als buren willen hebben. Ook zijn er minder Joden bereid hun kinderen naar een school te sturen waar ook Arabische scholieren opzitten, of om een Arabisch dorp of stad te bezoeken.
Er is weliswaar sprake van een verslechtering van de verhoudingen, maar er is geen omslag: de basis om vreedzaam in hetzelfde land te wonen is er nog steeds. Verder willen de meeste Joden stappen nemen om de gelijkheid tussen de twee bevolkingsgroepen te bevorderen, mits die niet het Joodse karakter van Israël aantasten. De grote meerderheid van Joden accepteert de Arabische landgenoten als minderheid met volledige rechten en als integraal deel van de Israëlische samenleving.
Smooha stelt ook dat Arabieren en Joden de democratie zien als hét model om een vreedzame samenleving mogelijk te maken.
Intussen was er dus vorig jaar wel sprake van een negatievere kijk op elkaar, vergeleken met 2015. Smooha schrijft die neergang toe aan de houding van de rechtse regering van Benjamin Netanyahu jegens de Arabieren. Een andere factor is het gebruik van geweld door jonge Palestijnen. Zo brak in het najaar van 2015 de „messenintifada” uit waarbij het aantal aanslagen met messen tegen Israëlische burgers en veiligheidspersoneel toenam.
Een andere oorzaak van de neergaande lijn is de afwezigheid van vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen. Ook zijn de Arabieren zich niet bewust van de investeringen die de regering in de Arabische samenleving heeft gedaan.
Smooha heeft een verontrustende trend aan het licht gebracht. Gelukkig is het nog niet te laat. Hopelijk zullen Arabische en Joodse leiders hun best doen om de betrekkingen te verbeteren.