Politiek

De a van Appel weegt voor lokaal CDA nu het zwaarst

Het CDA kijkt na twee teleurstellende verkiezingen in 2010 en 2014 weer voorzichtig omhoog. Op veel plekken denkt de partij woensdag een lichte tot stevige winst te kunnen boeken. Twee lokale lijsttrekkers over hun campagnestrategie.

16 March 2018 19:47Gewijzigd op 16 November 2020 12:50
beeld ANP, Marcel van Hoorn
beeld ANP, Marcel van Hoorn

Ik moet heel even resetten, zegt Adger van Helden verontschuldigend in brasserie Zomer aan het Noordzeestrand. Ook in Katwijk draait de campagne voor de komende gemeenteraadsverkiezingen op volle toeren en terwijl alle partijen de eindspurt inzetten, gaat het raadswerk gewoon door. „De afgelopen nacht hebben we nog tot 1.00 uur gedebatteerd, onder andere over de herinrichting van het oude marinevliegkamp Valkenburg”, aldus Van Helden, CDA-lijsttrekker, getrouwd en vader van drie kinderen. De ochtend erop moesten de CDA’ers weer om 7.00 uur uit te veren, om broodjes te smeren bij de aftrap van een bijeenkomst voor vrijwilligers.

Met zijn 29 jaar is Van Helden een van de jonge gezichten in het CDA. Uniek is hij echter niet. Geen partij heeft zo veel verkiesbare kandidaten die gezien hun leeftijd van maximaal 31 jaar nog lid mogen zijn van de jongerenorganisatie van hun partij als het CDA. Van Helden is een van hen. Volgens bestuurslid Klaas Valkering van de CDA-jongeren zijn het er in totaal meer dan 700. „Bij de ChristenUnie, die op de tweede plaats staat, zijn het er 346”, voegt hij eraan toe.

De drastische verjonging is een van de reacties van de partijtop op de dreun die de kiezer het CDA in 2010 uitdeelde, eerst bij de lokale en daarna bij de landelijke verkiezingen. Behalve naar jongeren ging de partij naarstig op zoek naar „lokale helden”, in partijdocumenten omschreven als „niet-leden die impliciet handelen vanuit christendemocratische uitgangspunten” en die „in hun doen en laten eigenlijk (al) een CDA’er zijn.” Als voorbeelden worden genoemd: de diaken die elke week een belronde houdt langs eenzame ouderen. Verder ook de jongere die altijd de wagenbouwploeg bijeenroept om met carnaval mee te doen en het lid van de winkeliersvereniging dat ondanks economische tegenwind de jaarlijkse sinterklaasintocht organiseert.

Leuke plek

De zoektocht had succes, stelt publicist en CDA-partijhistoricus Pieter Gerrit Kroeger tevreden vast. Hij ziet zijn jongere partijgenoten op veel meer plaatsen kiezen voor „het Hugo de Jonge-model”, genoemd naar de huidige zorgminister die het CDA als wethouder weer wat kleur gaf in het Rotterdamse. „Ze redeneren: als we toch hier wonen, kunnen we net zo goed proberen er een leuke plek van te maken.” Een verstandige aanpak, vindt Kroeger. „Het CDA zat jaren in een neerwaartse spiraal, maar krijgt het Nederland van nu eindelijk weer een beetje in het vizier”, zegt hij opgewekt.

Bang dat het CDA door al dat nieuwe bloed minder herkenbaar is als confessionele partij is Kroeger niet. „Als mensen zich daar beducht voor tonen, vraag ik me altijd af: Wat versta je dan onder dat confessionele? Dat we een beetje met D66 gaan zitten miezemuizen over de koopzondagen? Dat getuigt wel van een heel beperkte blik.”

Breed, ontspannen en samenbindend zijn de termen waar Van Helden, naar eigen zeggen „een geboren CDA-jongen”, zijn partij graag mee associeert. „Meer nog dan de ChristenUnie en veel meer dan de SGP durven wij het initiatief bij de burgers zelf te laten. Zeker bij de SGP zie ik nog sterk de houding dat alles in Katwijk moet lopen zoals het in het gemeentehuis is geregeld en bedacht.” Een voorbeeld? De ontwikkeling van de Duinvallei in Katwijk aan den Rijn, zegt Van Helden. Het ongeveer 10 hectare omvattende gebied langs de N206, aan de rand van woonwijk De Zanderij, ligt al zeker tien jaar braak; het komende decennium komt daar naar verwachting geen verandering in. In afwachting van het verleggen van de provinciale weg en gefaciliteerd door de gemeente mocht een bewonersteam zelf ideeën voor een tijdelijk inrichtingsplan aandragen. Van Helden: „Op enig moment koos het beoordelingsteam voor het laten aanleggen van een evenemententerrein. Ons lijkt dat een prima plan, wij hebben er alle vertrouwen in dat de bewoners onderling goede afspraken maken en die naleven. De SGP zit daar wat anders in. Wat steviger, zeg maar.”

Op het persoonlijk vlak voelt hij zich overigens verwant met veel Katwijkse SGP’ers, haast Van Helden zich aan te vullen. „Van huis ben ik Nederlands gereformeerd en nu in Katwijk horen we bij een confessionele hervormde gemeente die gediend wordt door een Gereformeerde Bondspredikant.”

De coalitiesamenwerking van het CDA met ChristenUnie en SGP in Katwijk loopt op haar eind. Gemeentebelangen praatte vier jaar geleden lang mee, maar haakte in de slotfase van de formatie af door intern gekrakeel over de naar voren te schuiven wethouderskandidaat. Spijtig, vindt Van Helden, want mede door toedoen van de oppositie is de tegenstelling confessioneel versus seculier de afgelopen vier jaar in Katwijk onnodig uitvergroot en verscherpt. Wie goed kijkt, ziet echter geen twee-, maar een driedeling, vindt de lijsttrekker. „Rechts heb je ChristenUnie en SGP. Die partijen zou je de conservatieven kunnen noemen, vooral de SGP. Dan heb je de lokale partijen Hart voor Katwijk en Kies Katwijk, allebei typische antipartijen. Mijn persoonlijke verhouding met hun vertegenwoordigers is prima, maar in de raad zie ik hen vaak net zo lang naar argumenten zoeken tot ze ergens tegen kunnen zijn.”

En het CDA? „Dat zit precies tussen beide kampen in”, lacht Van Helden. „Zorgen voor verbinding, dat is ook in het politieke spectrum onze rol.”

Boerenpartij

Ruim 150 kilometer verderop, in het Brabantse Boxmeer, spreekt de plaatselijke lijsttrekker Bouke de Bruin-van Vught (40) van het CDA dezelfde taal als Van Helden. Ook zij heeft het over een samenleving die steeds individualistischer wordt; over een groter wordende groep burgers, hoogopgeleid en wel, die zich afzijdig houdt, waardoor het cynisme groeit, én over hoe belangrijk het voor toekomstige generaties is om te investeren in een betere leefomgeving.

Voortdurend de positie van het CDA markeren ten opzichte van die van ChristenUnie en SGP hoeft De Bruin, anders dan Van Helden, niet te doen. In Boxmeer zijn de twee niet vertegenwoordigd. „Als politicus moet ik de mensen in deze geseculariseerde streek ook niet gaan aansporen om naar de kerk te gaan of zo”, zegt ze. „Dan kalft de aanhang van mijn partij snel af.”

Nog zo’n valkuil: in campagnetijd proberen stemmen op te halen met paard-en-wagen, of met een trekker. „Wij hebben nog te veel het stempeltje van een boerenpartij die alleen maar bezig is met het geloof.”

De laatste keer dat het CDA in Boxmeer als christelijk-behoudend uit de bus kwam, was in september, toen een seculiere raadsmeerderheid afdwong dat de supers voortaan ook op eerste kerstdag, eerste paasdag en eerste pinksterdag open mochten. „Wij vonden het te ver gaan om ook die allerlaatste barrière weg te nemen. Ook onze wethouder Stevens voelde er weinig voor”, zegt De Bruin. „Maar als een meerderheid het wil, heb je weinig keus.”

Vier jaar geleden belandde De Bruin, dochter van een CDA-beroepspoliticus en actief betrokken bij de protestantse gemeente Boxmeer, op de tiende plek van de kandidatenlijst. Met 214 voorkeurstemmen belandde ze tot haar eigen verrassing in de raad. Inmiddels is ze gebombardeerd tot lijsttrekker en in die hoedanigheid eindverantwoordelijk voor de verkiezingscampagne van het CDA.

Meer nog dan in Katwijk heeft het CDA in Boxmeer de ergste concurrentie te duchten van de lokale partijen, Lokale Onafhankelijke Fractie (LOF) en Vijf Dorpen Belang/Lijst Overloon (VDB/LO), denkt De Bruin. „Net als wij proberen zij zich op te werpen als dé belangenbehartiger van hun kern of dorp. De LOF is perfect vertegenwoordigd aan de noordkant, dus in Oeffelt, Rijkevoort en Beugen. VDB/LO is sterk in Maashees, Holthees, Vierlingsbeek en Overloon.”

Grosso modo richten de twee zich ook nog eens op dezelfde speerpunten als het CDA: de woningmarkt, duurzaamheid en zorg. „Het enige wat ik daar tegenover kan stellen, is het zo goed mogelijk positioneren van onze lokale stemmenkanonnen”, zegt De Bruin strijdlustig. „Zowel de nieuwkomers als de oudgedienden.” Ze wijst op de foto van veteraan Jan Stoffelen, een 72-jarige weduwnaar uit Vierlingsbeek, in de portrettengalerij van de CDA-kandidaten. „Hem kent echt iedereen. Jan zit in Vierlingsbeek in de harmonievereniging en de groenploeg en is wekelijks minstens 25 uur in touw voor de partij.” In heel Vierlingsbeek en Groeningen bracht Stoffelen in zijn eentje drie CDA-flyers rond. Eerst de algemene met de hoofdpunten uit het verkiezingsprogramma. Daarna een meer gedetailleerde en meer op Vierlingsbeek en Groeningen gerichte met op de cover zijn eigen foto. En ten slotte nog een persoonlijke campagneboodschap voor iedereen.

Gallisch dorpje

Is het voortzetten van de confessionele coalitie met ChristenUnie en SGP de inzet van het Katwijkse CDA? Van Helden draait er niet omheen: „Nee. Katwijk is geen Staphorst aan Zee en dat willen wij er ook beslist niet van maken. Er is hier nu een goede balans, bijvoorbeeld tussen mensen die ’s zondagsochtends naar de kerk gaan en mensen die ’s zondagsmorgens over het strand willen lopen. Daar moeten we zuinig op zijn. Tegelijkertijd willen we zeker ook geen tweede Noordwijk worden; laat ik daar helder in zijn.”

Het verruimen van de winkeltijden is volgens de CDA-lijsttrekker in Katwijk niet echt een issue. „In de winkeliersvereniging, die veel kleinwinkelbedrijven vertegenwoordigt, is daar ook geen draagvlak voor. Als CDA zijn we inmiddels wel zover dat we ’s zondags vanaf 12.00 uur betaald parkeren willen invoeren in het centrum. Dat betekent ook dat we de boa’s van de gemeente op die dag willen laten handhaven. Inderdaad, voor Katwijk is dat nieuw, maar wij zien op dit moment geen andere mogelijkheid om de overlast van foutparkeerders tegen te gaan.”

Een coalitie met opnieuw de SGP sluit Van Helden overigens niet op voorhand uit. „Over de samenwerking van de afgelopen vier jaar hebben we niets te klagen. Ik zeg alleen: Katwijk moet weer een college krijgen dat herkenbaarheid oproept bij de bevolking. En omdat de bevolking breed is, ligt het voor de hand dat een brede coalitie ook onze eerste inzet zal zijn. Katwijk is geen Gallisch dorpje aan zee.”

De Bruin denkt op 21 maart met het CDA de grootste te kunnen worden in Boxmeer. Wel hoopt ze dat de nieuwkomers op de kandidatenlijst niet zo fanatiek campagne voeren „dat er straks in de fractie amper nog bestuurlijke ervaring is.”

Lokale partijen beconcurreren op thema’s zoals woningmarkt, duurzaamheid en zorg; is dat wat het CDA anno 2018 te doen staat? Uit De Bruins mond klinkt een even berustend als hartgrondig ja. „Christelijk of niet, we hebben gewoon een taak te volbrengen. Voor de samenleving, voor elkaar. En anders dan VDB/LO zetten wij in onze top 5 alleen ervaren bestuurders, niet de carnavalsprins of de populaire kantinebeheerder. Ik hoop dat alle kiezers dat zien.”

Appel

De van huis uit hervormde bonder Wim Aantjes, overleden in 2015, noemde de a van Appel al de belangrijkste van de drie letters van het CDA, roept historicus Kroeger in herinnering. „Die woorden hebben aan actualiteitswaarde nog niets verloren. Een CDA’er beschouwt het publieke domein als een waardegeoriënteerd geheel. Het confessionele van de christendemocratie is en blijft dat je de ander wilt aanspreken op zijn verantwoordelijkheid en jezelf wilt inzetten voor de lokale gemeenschap”, verduidelijkt hij.

Kroeger weet waarom Rutte het in 2010 bij veel CDA-kiezers goed deed. „Omdat ze achter dat opgewekte, dat energieke gewoon een oerhervormde jongen ontdekten. Echt zo eentje die in de praktijk bracht waar oud-CDA-minister Deetman in zijn tijd als CDA-partijprominent zijn partijgenoten al zo plechtig toe kon aansporen: „Kom mensen, laten we doen wat onze hand vindt om te doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer