President Desi Bouterse kan maar geen ministers vinden
De Surinaamse president Desi Bouterse is wanhopig op zoek naar nieuwe bewindslieden. Maar kandidaten staan niet in de rij. Inmiddels zitten drie departementen zonder minister aan het roer.
Vorig weekeinde werd de minister van Openbare Werken door Bouterse aan de kant geschoven. Die had te vaak in verschillende kwesties geblunderd. Bovendien was aan het licht gekomen dat hij in zijn vorige baan als hoge ambtenaar wat schimmige zaakjes had gedaan, waar hij waarschijnlijk behoorlijk aan heeft verdiend.
Drie maanden geleden diende de minister van Onderwijs zijn ontslag in. Hij had zich met zijn woedeuitbarstingen en scheldpartijen onmogelijk gemaakt bij veel onderwijsgevenden en vakbonden.
Het ministerie van Justitie en Politie zit al zo’n tien maanden zonder minister nadat die door Bouterse was ontslagen vanwege onvoorspelbaar gedrag. Hij zat pas enkele weken in het zadel.
Bouterse kondigde eerder deze week aan zijn kabinet op andere posten te zullen wijzigen en nog enkele ministers te vervangen. Volgens veel Surinamers is dat een wanhoopspoging omdat het maar niet lukt het land uit de diepe economische en financiële crisis te halen waar hij het in heeft gestort.
Tot frustratie van het staatshoofd lijkt niemand bereid een ministerspost te bekleden uit vrees dat ze ook verantwoordelijk worden gesteld voor de enorme chaos waarin Suriname verkeert. Ook weten eventuele kandidaten dat ze hun baan ook zo weer kwijt kunnen raken: tijdens de eerste regering-Bouterse (2010-2015) haalden elf van de zeventien ministers de eindstreep niet.
Uit pure wanhoop klopte Bouterse enkele dagen geleden aan bij politici van de oppositie, die al eerder ministersposten hadden bekleed. Maar die bedankten voor de eer. Daardoor moeten drie van de zeventien ministeries het vooralsnog zonder baas doen.