En toen ging de Week van het geld opeens over het grote geld
Wanneer ben je rijk? Dat was het thema van de afgelopen week, de Week van het geld. Op scholen leerden kinderen van alles over sparen, de kosten van een smartphone, digitaal betalen, zakgeld en armoede. Wereldwijd deden in 137 landen zo’n 8 miljoen kinderen mee met de ”Global Money Week”. Wie weet heeft een van hen nu het plan om later veel geld te gaan verdienen. Om rijk te willen worden. Om nooit te hoeven leven met de schulden waarmee zijn ouders opgezadeld zitten. Of om startende ondernemers te kunnen helpen met een lening.
Hoe dubbel is het dat uitgerekend deze week werd doorkruist door de ophef over het plan van de ING om het salaris van topman Hamers te verhogen met 3 miljoen euro. Onder druk van maatschappelijke commotie en politieke bemoeienis draaide de bank het besluit dinsdag alsnog terug. En dat is misschien maar goed ook. Zeker als je kijkt naar de bankierseed. Die spreekt over het „kennen van mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving”, en: „dat ik me inspan om het vertrouwen in de financiële sector te behouden en te bevorderen.” Hoe moeten kinderen financieel verantwoordelijkheidsbesef leren als goede voorbeelden van oprechte bankiers ontbreken?
De vraag is natuurlijk wel of het kwartje nu echt is gevallen. Of raakt de sector de betovering van het grote geld nooit helemaal kwijt? Terugblikkend was het misschien wel eerder de Week van het grote geld.