Stephen Hawking (1942-2018): de Einstein zonder God
Stephen Hawking heeft nooit een Nobelprijs ontvangen, maar wordt door veel astronomen beschouwd als de tweede Einstein. Tegelijkertijd staat hij bekend als de wetenschapper die radicaal afrekende met het bestaan van God.
De Britse natuurkundige Stephen Hawking is woensdag op 76-jarige leeftijd overleden. Dat heeft een woordvoerder van de familie bekendgemaakt.
In een verklaring noemde de familie hem „een groot wetenschapper en een buitengewone man wiens werk en nalatenschap nog vele jaren zullen voortleven. Zijn moed en volharding met zijn genialiteit en humor inspireerden mensen over de hele wereld.”
Hawking is geboren in Oxford, in 1942, en leed aan de neurologische ziekte ALS. Die ziekte, amyotrofe laterale sclerose, werd vastgesteld in 1963, toen hij 21 jaar oud was. Artsen gaven hem toen hooguit twee jaar. Hij kon zich alleen verplaatsen in een rolstoel.
Zijn ziekte tastte echter niet zijn hersenen aan. De manier waarop Hawking communiceerde sprak tot de verbeelding van het publiek: een camera registreerde kleine bewegingen van zijn kaak waarmee hij letters selecteerde en zo zin voor zin kon formuleren. De computer zette die tekst om in spraak. Op deze manier gaf hij ook college en schreef hij boeken.
Hawking studeerde aan de universiteit van Oxford en werd in 1979 hoogleraar aan de universiteit van Cambridge. Hij bezette drie decennia een belangrijke leerstoel voor wiskunde, waarmee hij in de voetsporen trad van Isaac Newton.
De wetenschapper hield zich bezig met zwarte gaten, het heelal en kosmologie. Hij publiceerde in 1988 het boek ”A Brief History of Time”, in Nederland verschenen onder de titel ”Het heelal”. Daarin legde Hawking op een toegankelijke manier de volledige geschiedenis van het gehele universum uit, die hij bij de oerknal liet beginnen.
De Utrechtse Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft prees Hawking woensdag vanwege zijn gedrevenheid. Zijn grootste prestatie is volgens ’t Hooft dat hij ontdekte dat uit zwarte gaten deeltjes komen. „Zwarte gaten zijn zo zwart nog niet”, zei hij daarover.
In ”Het heelal” sloot Hawking nog niet uit dat er een Schepper zou bestaan, maar later deed hij dit wel. In zijn boek ”The Grand Design” (2010, vertaald als ”Het grote ontwerp”) schrijft hij dat de oerknal en het begin van het heelal te verklaren zijn vanuit natuurwetten als de zwaartekracht. „Het is niet noodzakelijk om naar God te wijzen om het universum in werking te zetten”, schreef hij. Zoals Friedrich Nietzsche ooit schreef „God is dood, God blijft dood”, zo heeft Hawking in dit boek God op wetenschappelijke wijze doodverklaard.
In een interview met ABC News zei hij: „Er is een fundamenteel verschil tussen religie enerzijds, die is gebaseerd op autoriteit, en wetenschap anderzijds, die is gebaseerd op waarneming en de rede. Wetenschap zal winnen, omdat het werkt.” Hij beschouwde de hemel als een mythe, als een „sprookje voor mensen die bang zijn voor de duisternis.”
Hawking hoopte dat de wetenschap ooit de reden van het ontstaan van het heelal zal kunnen achterhalen en daarop een „allesomvattende theorie voor het bestaan” kan formuleren. Daarmee kreeg wetenschap voor hem uiteindelijke goddelijke trekken, zo blijkt uit ”Het heelal”. „Als we de ”Theorie van alles” ontdekken, is dat de ultieme triomf van de menselijke rede. We leren dan de geest van God kennen.”
Lees ook in Digibron:
Lezing Hawking „unieke ervaring” (Reformatorisch Dagblad, 24-05-2014)
“Geen rol God bij ontstaan heelal” (Reformatorisch Dagblad, 03-09-2010)
De schepping een ondoorgrondelijk geheimenis - Stephen Hawking en zijn ‘theorie van Alles’ (De Waarheidsvriend, 23-07-1992)
Hawking poogt idee van een Schepper volledig uit te bannen (Reformatorisch Dagblad, 30-09-1988)