Fouten zijn de leerstof van het leven
Fouten maken mag. Daar is vrijwel iedereen het over eens. Maar in onze moderne maatschappij tellen alleen successen. Wie faalt is een loser.
Genieten van je fouten. Dat kon vorige week zaterdag tijdens het Faal Festival, dat in Utrecht werd gehouden. Zeker, de manier waarop bezoekers konden genieten, roept bezwaren op. Popzangers namen in het programma een grote plaats in. Maar de gedachte achter het festival is interessant. Kan, mag je genieten van je fouten?
Rond het thema falen is een hele verzameling wijsheden en waarheden te maken. Zomaar een greep:
Iedereen maakt fouten. Dus het hoort bij het mens-zijn.
Fouten maken is niet erg.
Van je fouten leer je het meest.
Door schade en schande wordt men wijs.
Wie zijn laatste fout heeft gemaakt, heeft geen lang leven meer.
Geestelijke rijpheid betekent onder andere aanvaarden dat je feilbaar bent.
Ervaring is de som van onze fouten.
Wie geen fouten maakt, werkt niet.
Elk succes is gebouwd op een fundament van gemaakte fouten.
Label
Hoewel bijna iedereen met deze volkswijsheden instemt, is er in onze samenleving weinig ruimte om fouten te maken. Vandaag de dag gaat het erom succesvol te zijn. Alles moet perfect zijn. Een vakantie móét een hoogtepunt zijn. Mooie kiekjes van enerverende reizen worden bewust via sociale media verspreid om anderen ervan te overtuigen dat het klasse was. Aan alles willen we het label ”geslaagd” hangen: aan onze carrière, onze relatie, onze kinderen.
Er is in de moderne samenleving een enorme sociale druk om vooral perfect te zijn. Jongvolwassenen voelen die tegenwoordig veel meer dan hun ouders die hebben ervaren toen zij twintig, dertig waren. Sociaal psychologen zijn het erover eens dat hier een belangrijke oorzaak ligt voor het hoge aantal burn-outklachten onder min-veertigers. Alle dagen topprestaties leveren, houdt immers niemand vol.
Alleen al om het aantal psychische klachten te reduceren, is het zinnig om tegenwicht te bieden aan die sociale druk. Dat zou mensen kunnen verlossen van de kramp altijd maar perfect te moeten presteren. Maar dat is niet het enige. Wie beheerst wordt door de angst dat hij weleens onderuit zou kunnen gaan, durft vaak niet meer te experimenteren. Zo iemand mist de moed om zijn nek uit te steken. Dat is niet alleen verlammend, maar ontneemt mensen ook veel levensvreugde. Te weinig wordt beseft dat de weg naar de toppen van succes bijna altijd gaat door het dal van mislukkingen. Wie vooruit wil, moet struikelen.
Dit laatste accepteren veel mensen wel als het gaat om het leren lopen van kleine kinderen of om het aanleren van een vreemde taal. Maar dat wordt doorgaans niet gepruimd als het gaat om bijvoorbeeld zakelijke mislukkingen. Opvallend is dat in onze Nederlandse samenleving een zakenman die een keer failliet gaat voorgoed een label van ”(potentiële) mislukkeling” draagt. Ook wanneer hij al zijn schuldeisers heeft afbetaald en er niemand meer aanspraken kan maken op een financiële vergoeding, blijft men een luchtje aan hem ruiken. Nederlanders dragen hem doorgaans het faillissement tot in lengte van jaren na. Zo van: pas op met hem, hij is een keer onderuitgegaan.
Veilige omgeving
Dat is in Amerika geheel anders. De meeste zakenlieden en zelfs banken in de VS zien het zowaar als een voordeel als een ondernemer een keer over de kop is gegaan. „Heel vormend. Hij heeft geleerd hoe het niet moet”, is daar de redenering. Een zakenman die na zijn faillissement niet weer opnieuw begint, die is daar pas echt een loser. Hij die weer geld leent en weer een zaak begint, krijgt respect. Die wil immers leren van zijn uitglijders.
Natuurlijk is het niet de bedoeling het maken van fouten te propageren. Falen is ontzettend vervelend. En het is zelfs zinloos wanneer men er niet van leert. Want daar gaat het wel om. De marsorder is: doe iets met je fouten. Trek er lessen uit. Dat moet niet alleen in Amerika zo zijn, maar zou ook in Nederland moeten gelden. Op dat punt valt echt nog wel iets te winnen.
Om fouten te durven maken, is het van belang dat er de nodige veiligheid is. Daar schort het in bedrijven en organisaties nog weleens aan. Wie een fout maakt, krijgt daarvoor te vaak een uitbrander. Onderzoek toont echter aan dat een organisatie effectiever leert van de fouten dan van de snelle successen. Kennis die wordt vergaard door het maken van fouten verliest minder snel zijn waarde dan kennis die wordt verkregen door succes.
Het is daarom jammer dat mensen niet de ruimte of de durf hebben om fouten te erkennen. Zeker leidinggevenden hebben daar moeite mee. Terwijl zij juist een belangrijke bijdrage zouden kunnen leveren aan het scheppen van een veilig klimaat, wanneer ze openlijk hun mislukkingen en fouten zouden toegeven. Dat motiveert medewerkers om het ook te doen.
Het is positief wanneer de leiding in een organisatie een bepaalde tolerantie ten aanzien van missers en teleurstellingen heeft; niemand direct de schuld geeft, maar vooral de focus richt op herstellen en verbeteren. Dan hoeven mensen hun fouten niet te verhullen, maar kunnen ze deze openlijk bespreken en daar vervolgens van leren. Niet degene die fouten maakt, krijgt in een veilige omgeving een berisping, maar juist degene die fouten verbergt.
Moet je dan maar alles goed vinden? Nee, er is ten minste één fout die je niet tolereert: dezelfde fout! Want dan is er geen lering getrokken uit de misser.
Ambtsdragers
Het is opvallend dat men juist binnen orthodox-christelijke kring het heel moeilijk vindt om fouten openlijk toe te geven. Mensen met die overtuiging blijken dat in hun werk en zeker ook in de kerk lastig te vinden.
Dat geldt ook voor ambtsdragers. Te vaak zwijgen zij over hun falen. Terwijl kerkenwerk, ook het ambtelijke, evengoed mensenwerk is. En dus feilbaar. Dat belijdt elk kerklid en elke dienaar in de kerk, op welke ambtelijke post hij ook staat, wel met de mond, maar woord en daad liggen nogal eens ver uiteen.
Fouten maken mag, fouten erkennen is noodzakelijk. Het is niet alleen de lesstof van het leven, er is meer. Wie eerlijk zegt gefaald te hebben, is aangenamer voor zijn medemens dan wie alles goed doet. En wie zijn fouten erkent, hoeft ’s avonds niet te bedenken waarvoor hij moet bidden.