Acht op tien kinderen krijgen zakgeld
Acht op de tien kinderen in Nederland krijgen zakgeld, van wie bijna twee derde elke week. Dat meldt Wijzer in geldzaken voorafgaand aan de achtste editie van de Week van het geld. In die themaweek leren leerlingen om te gaan met geld.
Voor een kwart van de kinderen is er maandelijks zakgeld en voor een tiende is er geen vast moment. Meestal is het zakgeld contant, maar het wordt ook via bankrekeningen gegeven. Hoe ouder kinderen zijn, hoe meer zakgeld ze krijgen. Voor leerlingen uit groep 5 is dat gemiddeld 6,80 euro per maand en voor groep 8 ligt dit op 11,10 euro. Verder krijgt de helft van de kinderen wel eens geld voor klusjes, zoals de hond uitlaten, boodschappen doen of de auto wassen.
De helft van de kinderen mag doorgaans zelf beslissen waar ze hun eigen geld aan uitgeven. Meestal wordt er speelgoed van gekocht, gevolgd door snoep en computerspellen. Overigens heeft de helft van de kinderen weleens iets gekocht waar ze later spijt van kregen. Bijna driekwart bewaart het geld in een spaarpot, maar veel kinderen hebben ook een bankrekening.
Het thema van de Week van het geld 2018 is ‘Wanneer ben je rijk?’. Ruim twee vijfde van de kinderen uit groep 5 tot en met 8 geeft aan zichzelf rijk te voelen. Ongeveer een kwart denkt dat geld gelukkig maakt, maar het merendeel van de ondervraagde kinderen geeft aan liever drie goede vrienden te hebben dan 1000 euro.
Er worden activiteiten georganiseerd zoals gastlessen en workshops op scholen door het hele land. Het gaat om medewerkers van banken, verzekeraars en de overheid. Tot de hoofddeelnemers behoren onder meer het ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank (DNB) en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Het gaat onder meer om onderwerpen als kosten van een smartphone, de aandelenbeurs, digitaal betalen, het kopen van een huis, zakgeld en armoede. Ook ouders kunnen thuis aan de slag gaan om kinderen wijzer te maken in geldzaken.